Een geautomatiseerde aan- en afvoer, zoals de bibliotheek van de Erasmus-univer siteit die kent, is bestudeerd. De risico's en de kwetsbaarheid leken te groot en de ervaringen hebben sindsdien de afwijzing bekrachtigd; nogal wat boeken zijn ver pletterd of raakten verloren in het mechanisme, terwijl de automatische besturing in de nabijheid van nylon kousen en kleding van streek raakte. Niveau-verschillen zijn op de verdiepingen vermeden. De hoogte is afgestemd op de magazijnfu'nctie, drie meter van vloeroppervlak tot vloeroppervlak bij een rekhoogte van 2.20 m en een netto-hoogte van 2.81 m. De werkkamers, die in de breedte tegen de voorgevel liggen, hebben een netto-hoogte van 2.59 m. De dépots zijn in beperkte mate van ramen voorzien. Dit bevordert de oriëntatie. Men ziet nog wat van de buitenwereld, wat ook voor een archivaris heilzaam is. Tevens kan worden bereikt, dat de verlichting in de dépots zoveel mogelijk uitge schakeld blijft, wat energie bespaart en in de zomermaanden een aanzienlijke ver zwaring voorkomt van de koellast. De dépots zijn naar het voorbeeld van het stads archief Keulen goed geïsoleerd. Gestreefd wordt naar een dépöttemperatuur van 16-18°C en een relatieve vochtigheid van 55 plus of min 5%e. Mocht de luchtbe- handelingsapparatuur uitvallen, binnen- en buitenlandse ervaringen dwingen tot wantrouwen, dan kunnen in de ramen vensters worden geopend op de juiste mo menten voor de inlaat van lucht met een goede temperatuur en vochtigheidsgraad. De luchtbehandeling, maximaal een halfvoud per uur voor de magazijnen, is beperkt tot de dépots, de studiezalen en de expositieruimte. In de werkkamers kan ieder het eigen klimaat bepalen door een radiator aan en af te draaien of een raam te openen. De werkkamers zijn van de dépots gescheiden door een gang, die door een 20 cm dikke brandmuur van gewapend beton gescheiden is van de dépots. Midden in de gang door een brandsluis met branddeuren van een vuurweerstand van 360 minuten van het dépot en de gang gescheiden is een ruimte met de verticale verbindingen. Een dépot is in feite een betonnen doos. Kompakt verpakt papier is aanschroeibaar, maar praktisch onbrandbaar. Men dient te waken tegen losliggende papieren en men moet de traditionele verboden tegen roken en open vuur handhaven. De electrische stroom is buiten kantooruren uitgeschakeld; de branddeuren vallen dan automatisch dicht. In de dépots en de toegangen tot de dépots bevinden zich rook melders. Een geoefende interne brandploeg en een royaal aantal verspreid geplaatste snelblusapparaten, die met de hand kunnen worden bediend, waken tegen eventuali teiten. WAARTOE Wanneer het publiek het archief kan binnen lopen als een open, moderne winkel, dient de informatie over wat er te vinden is duidelijk en eenvoudig te zijn. Het Ne derlands Archievenblad gaf in het eerste nummer van 1977 een verslag van een bezoek aan het genealogen-paradijs Salt Lake City. Bij de ingang van de library is een informatie-balie. Speciale stafleden en vrijwilligers helpen de beginners op pad. 6 Duchein, a.w., p. 98, geeft als grenzen 15°C-22°C met als streeftemperatuur 17-18°C en een relatieve vochtigheid van 50-60%; zie ook Archivalische Zeitschrift 64 (1968) p. 110,111. [364] Aan de balie zijn cassetterecorders te leen met een rondleiding en uitleg over de ver schillende hulpmiddelen. Er zijn cursussen en er is goed audiovisueel materiaal. Het is een voorbeeld, dat tot navolging strekt. De reproductietechniek maakt het mogelijk veel gebruikte of waardevolle stukken op de studiezaal beschikbaar te stellen in kopievorm. Slijtage wordt voorkomen en zorg over verduistering vermeden7. Door het kopie-materiaal naar vraagstelling, naar pertinenz, te herordenen, kan het gebruik worden vergemakkelijkt. Zelfbediening geeft een tevredener publiek. De ervaringen met de doop-, trouw- en begraafboeken tonen, dat bij zelfbediening de klant, afhankelijk van de ervaring, drie tot tien maal meer onderzoek kan verrichten dan bij bediening. De besparingen op transport en restauratie zijn enorm. Er is echter wel wat extra ruimte op de studiezaal nodig. Microfichering van kaarten, prenten en zegelverzamelingen of fotocatalogi voor kleinere collecties voorkomen eveneens veel transport, slijtage en persoonlijke bege leiding. Aan groepsgewijze voorlichting en training, cursussen voor studenten en amateur historici, valt niet meer te ontkomen. Een expositieruimte biedt de mogelijkheid authentiek materiaal te tonen en de uiteenzettingen ermee toe te lichten. Enkele cursuslokalen zijn wel gewenst. Het verdient aanbeveling deze ruimten zo te situeren, dat het gebruik ook mogelijk is, wanneer de rest van het archief gesloten is. De maatregelen, die men treft om de vraag collectief te verwerken, mogen niet doen vergeten, dat de klant een mens is. Een goede opvang van de enkeling blijft geboden. Het archief mag geen discount-zaak worden. Daarom is, naast de afscherming van de werkruimten, gelet op de verbindingen van de archiefbeherende afdelingen met de studiezalen. Voor de gespecialiseerde vraag behoren de specialisten beschikbaar te blijven. De plaats van de bibliotheek was omstreden. Overwogen werd in de toekomst de klanten voor gedrukt materiaal te verwijzen naar de K.B. en de bibliotheek op een van de verdiepingen te plaatsen enkel ten dienste van de ambtenaren. Er kwam een compromis tot stand. De bibliotheek komt bij en boven de grote studiezaal, goed bereikbaar voor de medewerkers en redelijk bereikbaar voor de bezoekers. Het foto-atelier ligt op de begane grond, dicht bij de studiezalen, dicht bij de pu blieke vraag. De restauratie-ateliers zijn boven de dépots geplaatst. Dakvensters op het noorden zorgen voor een ideaal daglicht in deze volgens moderne voorschriften ontworpen en prachtig gelegen ruimten. PERSPECTIEF Nieuwbouw is meer dan een bouwkundig proces: het is het scheppen van een be leidsinstrument op lange termijn. Uitgangspunt voor de bouw was de wettelijke taak: het toegankelijk houden van de essentiële papieren neerslag van de rijksdiensten ten behoeve van de administratie, de burgers en de wetenschap. Bepalend voor de plannen was de kwalitatieve en kwantitatieve verandering van de vraag. 7 zie American Archivist 38 (1975) p. 477-497. [365]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 7