besproken of het bouwen naast een spoorwegstation niet af te raden was. Overwogen werd, dat tegen brand en chaos door een sterke, goed afsluitbare betonbouw be scherming geboden kan worden. Het effect van brisant-projectielen was in de laatste oorlog ten opzichte van de archieven beperkt; de scherven smoorden in de dossiers. Tegen de modernste wapens lijken in het vlakke modderland geen constructies haal baar. HOE Een archiefgebouw biedt werkruimten aan publiek en personeel en opvang en ber ging aan archieven en collecties. De bijgevoegde schema's geven de oude en de nieuwe relatie van de ruimten aan. Voor het publiek is een gelijkvloerse, drempel loze entree in een voetgangersgebied gewenst. Om voor de klanten trappen te ver mijden werd de begane grond vrijgehouden voor de publieke vraag. De studiezalen en de kantoren krijgen in de drukke omgeving rust door de plaatsing rond een binnenhof en door technische voorzieningen als dubbele ramen. Om vei ligheidsredenen bevatten de ramen op de begane grond en eerste étage een laag pantserglas. De grote studiezaal telt 200 plaatsen. In het oude gebouw waren het er 30. De aan vraagformulieren kunnen bij de balie met een buizenpost naar de afdelingen worden gestuurd, die ieder voor de eigen dépots de toelevering naar de studiezaal verzorgen. Een personenlift en twee boekenliften komen uit in de grote studiezaal achter de balie. Het is de bedoeling, dat de bezoeker zelf de stukken bij de balie afhaalt. Voor zien is in vijf ruimten voor groepsonderzoek, ieder vijftig vierkante meter groot, gelegen op de begane grond, le, 2e, 3e en 4e verdieping. Men kan er ook met appa ratuur werken. Hiermee is, zij het onder toezicht, inbreuk gemaakt op de regel, dat het publiek op de begane grond dient te blijven. Voor de medewerkers wordt gestreefd naar kleine werkverbanden met een duidelijke taakstelling. Arthur Lehning van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschie denis citeerde in de Johan Huizinga-Iezing 1976 "Van vrijheid en gelijkheid" het cr- ganisatie-advies van de belangrijke econoom F. Schumacher: "Houd het klein". Binnen een overzichtelijke werkeenheid groeit het menselijk contact; de individuele verantwoordelijkheid en ondernemingslust krijgen ontplooiingskansen. Deze mense lijke maat is uitgewerkt in de bibliotheek van de Vrije Universiteit. Iedere sector heeft een eigen étage of étages. De algemene uitleenbalie en de studiezaal liggen ook daar op de begane grond. De organisatie-opzet van de rijksarchiefdienst berust op het overlegmodel. De kleine werkeenheden hebben eigen taken en eigen verantwoordelijkheden. Binnen die ver antwoordelijkheid beslist men zelf. De besluitvorming is als het ware gelaagd, ge- deconcentreerd. Het afdelingshoofd beslist niet dan na overleg met de medewerkers, de rijksarchivaris besluit reglementair niet dan na beraad met de staf. De algemene rijksarchivaris mag, zo is vastgelegd, eerst besluiten na overleg en eventueel na stemming in het convent van rijksarchivarissen. De praktijk van enige jaren is, dat men eikaars verantwoordelijkheden eerbiedigt en dat de belangrijke zaken commissoriaal worden voorbereid. In de commissies treft 362] men naast de medewerkers van de dienst ook specialisten van buiten aan. Overeen stemming, consensus, is regel. Vanuit en met dit model is het nieuwe algemeen rijks archief ontwikkeld. Indrukwekkend veel studie en werk is door vele werkgroepen, allen onder leiding van het hoofd van de derde afdeling, drs. Brokken, bij de uit werking van de plannen verzet. De afdelingen hebben een eigen étage of étages, taken en dépots. Enige op de verschillende verdiepingen gelegen koffiehoeken maken het mogelijk elkaar in kleine kring te treffen; de enkeling kan niet zonder de ge meenschap, de groep is waardeloos zonder de kwaliteiten van de individuele per soon. In het nieuwe ARA staan tegenover 5000 m3 publieke ruimten en 35000 m3 werkver trekken 70.000 m3 dépötruimten. De berging omvat daarmee 64% van het volume. De traditionele scheiding tussen bergen en gebruik had in de oude bibliotheken en archieven veel vervoer tot gevolg. Met het magazijnstelsel waren niveauverschillen verbonden, die het gebruik van wagentjes bemoeilijkten. De groei van de vraag dwingt tot een verlichting van het transport. Het blijft gewenst de voordelen van het klassieke magazijnstelsel: een overzichtelijke, goed afsluitbare, door eigen condities beheerste en betrekkelijk goedkope berging te behouden. Er is gestreefd naar korte looplijnen en naar een evenwichtige verhouding tussen horizontaal en verticaal verkeer. Gekozen is een reklengte van 10 m. De middenpaden zijn 1.35 m breed, de tussenpaden in principe 0.85 m3. De omvang en de samenhang van de cen trale rijksarchieven eisen grote dépots. Het alternatief van vele, kleine dépots was uitgesloten. De maximale berging per dépot ligt bij plaatsing in het klassieke rek bij 9 km1. Ter vergelijking dient, dat het nieuwe, in 1976 opgeleverde public record office te Kew, met een capaciteit van 110 km1 dépots heeft van 2500 m2 grootte en een capaciteit van ruim 14 km1 4. Het nieuwe ARA krijgt negen lagen boven en twee lagen in de grond. Bij gebruik van de klassieke stelling is er ruimte voor 120 km1. Door het invoeren van verrijdbare stellingen is t.z.t. 65% meer opslag mogelijk; de indeling en constructie zijn erop berekend. Het draagvermogen van de dépötvloeren is 1000 kg per m2. Per m2 kan met het traditionele rek 5 a 6 m1 worden bewaard. Verrijdbare stellingen zijn bij het veel voorkomende seriestelsel en bij frequent ge bruikte archieven niet doelmatig. Bij weinig geraadpleegde archieven manen de risico's van storing en de hoge kosten van onderhoud tot aarzeling. Tijdens het 2e internationale archiefcongres te Den Haag in 1953 is de compactus van de postgiro aan de deelnemers gedemonstreerd. Sindsdien is er vooral in Frankrijk veel mee gewerkt. De voortreffelijke grootmeester van de Franse archiefdienst Duchein vatte de ervaringen in een gesprek voor enige jaren samen in de opmerking begin er niet aan, tenzij de situatie geen andere oplossing toelaat 5. 3 M. Duchein, Archive building and equipment. München 1977, p. 33, geeft als maten 10 meter, 1.20 en 0.70-0.80 m. 4 L. Bell, The new public record office at Kew, Journal of the society of archivists, 5,1 april 1974, p. 4. Duchein, a.w., p. 139, stelt 170 m2 1 km1. 5 zie Duchein, a.w., p. 45 confine its use to appropriate situations 363

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 6