Uit deze voorstelling blijkt duidelijk de belangrijke vereenvoudiging die in het gehele procédé is aangebracht. In 't bijzonder wordt de aandacht erop gevestigd, dat het op- hangsysteem eveneens drastisch is gewijzigd. De charteromhulsels worden door middel van hun ophanghuls over de in de kasten horizontaal aangebrachte staafjes geschoven. Deze wijze van ophanging is veel veiliger en voorkomt dat de charters en zegels tegen elkaar schuiven. Hierna volgt een overzicht van de verschillen die er bestaan tussen het oorspronke lijke "systeem Van Buijtenen" (I) en de door de commissie thans voorgestelde aan passing hiervan (II). 1. De ophanging 1. - door middel van een ophangstrip, vervaardigd uit een harde karton soort; de smalle stroken van de ophangopeningen hebben de nei ging te gaan knikken en breken bij het ophangen en afnemen. De melinex beschermfolie wordt tussen twee kartonstroken ge klemd, die met behulp van kunst stofdrukknopen met elkaar ver bonden zijn. Deze drukknopen vertonen na verloop van tijd de neiging los te springen. - Door de ophanging op roeden in de breedterichting van de kast is tegen elkaar schuiven van de char ters bij ophangen en afnemen on vermijdelijk. 2. De charterbevestiging I. - door middel van twee perspex - strippen, die met behulp van me talen klinknagels aan de folie be vestigd zijn. De bewerking bestaat uit het 4 X boren der klinknagel gaten en het 4 X klinken met be hulp van een speciaal stuk gereed schap. Hierbij bestaat het gevaar dat de klinknagels losscheuren uit de folie, terwijl in de praktijk ook, gebleken is dat grotere charters gaan uitzakken. II. - door middel van een ophanghuls. De ze ontstaat door het dubbelslaan van de beschermfolie, die op enkele pun ten wordt vastgelast. De huls wordt over een ophangstaaf geschoven. - Aangezien er voor iedere verpakking een afzonderlijke staaf benodigd is in de diepterichting van de kast, is het tegen elkaar schuiven van de charters onmogelijk. door middel van gelaste hechtingen van voor- en achterzijde van de be schermfolie rondom het charter, waar bij zorg gedragen dient te worden voor voldoende ventilatiemogelijkheden. II. [486 3. De zegelbescherming I. - door middel van een dikwandige II. - door middel van een dunwandige perspexring, met behulp van vier voorgevormde hoes, voorzien van een klinknagels aan de melinex be- aantal openingen voor de zegelstaart vestigd. De bewerking bestaat uit en vervaardigd uit dezelfde kunststof het maken van de benodigde uit- als de beschermfolie. Een hoes van sparingen in de ring voor de zegel- aangepaste grootte wordt door middel staart, het 4 X boren der klink- van enkele puntlassen met behulp van nagelgaten en het klinken. Ook het lasapparaat over het zegel op de hier bestaat het gevaar voor in- folie vastgezet, scheuren der folie. - een nadeel is dat bij grotere ze- - een voordeel is dat de zegels door de gels de melinex gemakkelijk tegen stijve voorkant van de hoes beter tegen het zegeloppervlak gedrukt kan stoten beschermd worden en dat ook worden, wat tot beschadigingen bij grotere afmetingen het gewicht van kan leiden. Om dit te voorkomen de hoes gering blijft, kan men hoge ringen nemen, doch deze doen de omhulling te ver openstaan (stof). Ook wordt door het grotere gewicht de ophanging zwaarder belast en wordt het "schommeleffect" vergroot. - aangezien de hoes uit dezelfde kunst stof vervaardigd is als de folie, kunnen beiden gemakkelijk door middel van ultrasoon lassen aan elkaar gehecht worden, terwijl er ook geen kans is op ongewenste chemische reacties, die bij een verbinding van verschillende kunststoffen kunnen optreden. 4. De etikettering I. - door middel van kunststofstroken II. - door middel van papierstroken die ge- (Dymo), die op de ophangstrip schoven kunnen worden in een specia- gekleefd worden. Zoals bij de le in het omhulsel gelaste etikethouder, meeste zelfklevende etiketten is de lijmlaag na een aantal jaren ver ouderd, waardoor de etiketten af vallen. De commissie heeft ook uitvoerig aandacht besteed aan de methode van berging van stukken, waarvoor het hangende systeem niet of minder geschikt is, te weten stukken met grote en zware opgedrukte zegels, transfixen, abnormale formaten, stukken met uitzonderlijk veel zegels enz. Met handhaving van de meest primaire [487]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 68