om ook over tien en twintig jaar te beantwoorden aan de maatschappelijke vraag. Groeicijfers worden berekend, nieuwe werkmethoden beproefd en organisatiemo dellen ontwikkeld. Het archiefwezen is geen grote coöperatie; de archivarissen zijn kleine zelfstandigen, de laatsten der souvereinen. Men heeft de handen vol met het gaande houden van de bedrijfjes en veel gelegenheid om afstand te nemen is er niet. Kleinschaligheid leidt vaak tot armoe, souvereiniteit tot verschraling. Toch moeten de programma's geschreven worden en het beleid op termijn ontwikkeld. Veel valt te leren bij de bibliotheken, waar men al voor de oorlog tot gemeenschap pelijk optreden kwam, en van de ervaringen van buitenlandse collega's. De opgaven, waar het Nederlands archiefwezen mee worstelt, de schaalvergroting en de noodzaak tot taakverdeling en samenwerking, vertonen zich ook in aanverwante beroepen en in andere landen. Er komen andere klanten en er komen er meer. De opmerking van de beroemde Michelet "met één enkel stuk doe ik meer dan anderen met vijftig"1 behoort bij een periode, die toch wel voorbij is. Projecten als het onderzoek van de groep De Smidt naar de rechtspraktijk van de Grote Raad van Mechelen en de studies van Schöffer c.s. van de handelsbewegingen tussen de Republiek en Azië in de 17e en 18e eeuw lijken kenmerkend voor de toekomst, waar in interuniversitair opgezette projecten een vast onderdeel van de werkprogramma's zullen zijn. Een toenemend percentage vragen betreft het recente gebeuren. De archivaris, die in een romantisch verleden vertoefde, wordt geplaatst in de eigen tijd en in de jongste geschiedenis. Een goede samenwerking met de registratuur is geboden. Archiefin spectie, overname en acquisitie eisen een gecoördineerde inzet. Computerbanden, geluidsbanden, videobanden en microfilms staan voor de deur. Bedrijven en kerke lijke gemeenten, die enige generaties lang de gemeenschap kenmerkten, liquideren en archieven raken op drift. Afstanden krimpen ineen en bij de vragen naar de menselijke identiteit en het wezen van de cultuur kan de rijke papieren neerslag van een immense, tot het midden van deze eeuw reikende commerciële en koloniale expansie, internationaal, politiek, administratief en cultureel niet worden gemist. Een verantwoorde service kan enkel worden bereikt met een vernieuwde organisatie en met eigentijdse methoden. De bouw dient daar de ruimte voor te bieden. Overleg met collega's uit binnen- en buitenland en analyses van O. en E. specialisten gaven de nodige aanwijzingen. Voor de studie van de plaats en de opzet van het gebouw kon de leiding van de architect niet worden gemist. Een goede architect is een zegen; hij vertaalt het menselijk optreden en werken in locatie, vorm en volume. Het is een voorrecht om onder geïnspireerde, deskundige leiding betrokken te zijn bij het ruim telijk herordenen van een archiefdienst. WAAR Toen ik voor de eerste keer antwoord moest geven op de vraag, waar een nieuw algemeen rijksarchief zou kunnen verrijzen, stond mij als ideaal voor ogen de 1 J. Viallaneix, Michelet cent ans apres, Grenoble 1975, p. 13. "Moi, avec un texte, je fais mieux que d'autres avec cinquante". [358 galerie Ravenstein. In die passage boven het centraal station te Brussel was op eer. pleintje temidden van winkels en dicht bij een lunchroom de ingang van het Belgisch algemeen rijksarchief. Het punt was gemakkelijk bereikbaar, figuurlijk zonder drem pels en lag op tien minuten afstand van de Koninklijke Bibliotheek. De plaats van het oude Bronovo aan het begin van de Laan van Meerdervoort, waai men aanvankelijk de nieuwbouw wilde plegen, was heel geschikt. Men zit er in een rustige wijk met redelijke verbindingen, dicht bij veel groen en op korte afstand van de voortreffelijke bibliotheek van het Vredespaleis; alles conform het negentiende- eeuwse voorschrift om op een nette afstand van de drukke centra bescherming te zoeken tegen de traditionele gevaren als volksbeweging, brand, vocht, vuil, lichtge brek en luchtverontreiniging2. De plaats naast het nieuwe centraal station lijkt voor de universitaire en de interuni versitaire samenwerking ideaal. Dit geldt nog sterker sinds de beslissing van minister Gruijters, dat de Koninklijke Bibliotheek op een aangrenzend perceel gebouwd wordt. De beide nationale informatie-instellingen kunnen elkaar functioneel en ruim telijk steunen. Zo zijn de vergaderzalen, de aula en de kantine bijeengebracht in een gemeenschappelijk deel tussen de gebouwen in. De aula biedt plaats aan 240 perso nen, de vijf vergaderzalen in verschillende grootte aan vijftien tot vijfendertig perso nen. Het punt ligt goed met het oog op de bereikbaarheid van de departementen en Hoge Colleges van Staat. Dit is van essentieel belang. De toekomst van het archiefwezen staat of valt met de samenwerking tussen archivarissen en registratoren. Het be stuursapparaat dijt uit, splitst en specialiseert zich. Het overzicht wie wat doet en wat waar wordt bewaard is voortdurend in beweging. De snelheid van het ad ministratieve gebeuren brengt de archieven, wanneer ze vijf tot tien jaar oud zijn, in gevaar. Veel kan vernietigd worden. Alleen in samenwerking is verwaarlozing te keren en is een regelmatige vernietiging te verwerkelijken. Leemten worden in overleg door acquisitie opgevuld. De particuliere papieren van vooraanstaande politici en functionarissen verrijken het informatiebestand met een extra dimensie. Studies van het recente bestuurlijke gebeuren geven de administratie zicht op eigen doen en laten en maken het de universiteiten mogelijk inzicht te ver werven in de praktijk van het bestuur. Een dynamisch, verantwoord beleid kan zon der deze openbaarheid, zonder de wisselwerking van uitvoering en bezinning, niet worden ontwikkeld. Het archief mag in dit proces niet ontbreken. De samenwerking met de organisaties van amateur-historici en genealogen wordt vergemakkelijkt door het verbeterde contact met het Centraal Bureau en het Ko ninklijk Genootschap De Nederlandsche Leeuw. In de toekomst zal, dunkt me, de genealogische service sterk moeten kunnen steunen op zelfbediening en op de inzet van de verenigingen. Voor de ontwikkeling van een goed dienstbetoon is de bunde ling bij een knooppunt van plaatselijk, regionaal, nationaal en internationaal open baar vervoer gunstig. Het is ook geruststellend, dat ter plaatse boven de zeespiegel wordt gebouwd, wat in het westen haast niet meer mogelijk is. Diepgaand is de vraag s Archivalische Zeitschrift, VI, 1881, p. 298. [359]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 4