zoek er sterk door wordt gestimuleerd, omdat bronnen die op de plaats van het onderzoek niet aanwezig zijn, gemakkelijk op microfilm of microfiche kunnen worden aangevoerd. Een wezenlijke verandering in het archiefonderzoek is echter veroorzaakt door de computer. Dit instrument maakt het mogelijk grote aantallen gegevens te identifi ceren, sorteren, op te slaan en terug te vinden data processing), bovendien kun nen er verschillende bewerkingen op deze data worden verricht data analysis), d.w.z. de gegevens zijn op verschillende wijze te combineren, zgn. kruistabellen kun nen worden vervaardigd. Deze mogelijkheden van de computer hebben het kwan titatieve historisch onderzoek sterk bevorderd. Deze vraag naar kwantitatieve ge gevens heeft voor het archiefwezen tot gevolg gehad dat grote series archiefbestand delen, waarin voorheen slechts incidenteel onderzoek plaatsvond, zich nu mogen verheugen in een grote belangstelling van de historici, die ze steeksproefgewijs en soms ook integraal voor verwerking in de computer gereed maken. Het zijn niet alleen volkstellingsregisters, bevolkingsregisters en allerlei kohieren die voor com puterbewerking in aanmerking komen. Uit de projecten die in Nederland lopen of die kortgeleden zijn afgesloten, blijkt, dat ook vele andere registers en series stukken hiervoor in aanmerking komen. Ik gebruik met opzet het woord serie, want serie betekent in de Nederlandse archiefterminologie: een reeks bescheiden, die formeel gelijksoortig zijn4. Met name die gelijksoortigheid van de stukken is bijzonder aan genaam om te verwerken op formulieren, die gecodeerd op ponskaarten worden overgebracht. Vooral na de Franse tijd zijn er veel series die statistische gegevens be vatten. Door middel van de computer zijn de laatste tijd vele studies tot stand gebracht, niet alleen demografische, maar ook op rechthistorisch en sociaal-economisch ge bied, waarvan ik een overzicht zal trachten te geven5. De computer als hulpmiddel bij archiefonderzoek in Nederland Vele studies waarbij gebruik is gemaakt van de computer hebben de bevolkingsstruc tuur of migratie tot onderwerp. Veel aandacht werd hieraan besteed in de vorig jaar verschenen dissertatie van H. van Dijk5. In bijlage XVI licht de auteur de com puterverwerking van de bevolkingsgegevens toe. Hij gebruikte: registers van de burgerlijke stand, volkstellingsregisters, bevolkingsregisters, fiscale bronnen (o.a. brandspuit-, klapwacht- en lantaarngeld), registers van inwoning en vertrek (een voortzetting van de indemniteitsregisters, zij werden gebruikt voor controle op de migratiegegevens), kerkelijke bronnen (armenzorg, attestatieregisters, eveneens als controle op de zo juist gemelde bronnen). Nu is het kenmerk van een computer dat J. L. van der Gouw, H. Hardenberg, W. J. van Hoboken, G. W. A. Panhuysen, Neder landse Archiefterminologie, Zwolle 1962. Voor dit overzicht zijn mij gegevens verstrekt door collega A. Graafhuis te Utrecht en Drs. H. A. Diederiks, wetenschappelijk hoofdmedewerker van de Rijksuniversiteit van Leiden. H. van Dijk, Rotterdam 1810-1880, aspecten van een stedelijke samenleving, Schie dam 1976. [430] 4 5 hij veel gegevens kan verwerken en alle bovengemelde bronnen kunnen dus in de computer worden gestopt. Alleen is de moeilijkheid dat ieder gegeven, voordat het de computer ingaat eerst aangetekend moet worden op een formulier, moet worden gecodeerd en vervolgens overgebracht op een ponskaart, hetgeen zeer tijdrovend is, zodat bij zeer omvangrijke bronnen met steekproeven wordt gewerkt. Van Dijk heeft bij de volkstellingen alle namen om de tien huizen genomen, in 1879 om de dertig huizen en bij het bevolkingsregister heeft hij een paar jaar uitgezocht, n.l. 1853, een conjunctureel gunstig jaar en 1858 een conjunctureel ongunstig jaar. Van iedere inwoner nam hij op: adres, leeftijd, beroep (hiervoor werd de classificatie van de beroepstelling van 1889 gebruikt), godsdienst, burgerlijke staat, geboorteplaats (ge rangschikt volgens: economisch gebied, afstand tot Rotterdam, geboorteplaats kin deren), relatie tot hoofd van het huisgezin, sociaal-economische status (hiervoor werden fiscale bronnen gebruikt). Dit alles werd geteld, de zgn. rechte tellingen, maar belangrijker nog zijn de zgn. kruistabellen, waarbij bepaalde constanten, zoals sociaal-economische status, beroepsgroep, godsdienst, tegenover allerlei variabelen worden geplaatst. Zo kan dan b.v. een tabel ontstaan die de frequentie en het ge middelde kindertal per statusgroep of godsdienst aangeeft. Ook P. D. 't Hart, van de Rijksuniversiteit van Utrecht, is met dergelijke onderzoe kingen voor Utrecht bezig. Hij gebruikt volkstellingen van 1813 en 1824 en het ma nuaal van de 100ste penning van 1793. H. A. Diederiks, van de Rijksuniversiteit van Leiden, houdt zich met een werkgroep op het gemeentearchief van Leiden bezig met gezinsreconstructie en migratie. Hij gebruikt hiervoor, steeksproefgewijs, een kohier van 1749, tezamen met verpon- dingsregisters, doop-, trouw-, en begraafregisters en cautie- of indemniteitsregisters. Eveneens te Leiden wordt door de Werkgroep Maatschappijgeschiedenis een onder zoek ingesteld naar de invloed die de crisisjaren 1930-1933 hebben gehad op de be volkingsstructuur. Hiervoor worden gegevens uit de bevolkingsregisters van 1890- 1900, een periode van betrekkelijke welvaart, vergeleken met de gegevens uit de bevolkingsregisters uit 1930-1940. Op het gemeentearchief van Amsterdam stelt de heer Diederiks een onderzoek in naar de verandering in sociale structuur van de bevolking van Amsterdam door het achteruitgaan van het aantal inwoners in de Franse tijd. De bevolking liep n.l. terug van 240.000 in 1780 naar 180.000 in de Franse tijd. Hij maakt hierbij gebruik van inkwartieringsregisters, koffie- en theegeldregisters, precarioregisters en onder trouwregisters. P. M. M. Klep publiceerde een artikel over Het huishouden in westelijk Noord- Brabant: structuur en ontwikkeling, 1750-18497. Hij maakte daarvoor gebruik van de 18e eeuwse hoofdgeldkohieren, waarin alle huishoudens volledig werden opgenomen en verder van volkstellingen uit 1828 en 1849. Hij vermeldt uitdrukkelijk (p. 24) dat het door hem gemaakte computerprogramma ook gebruikt kan worden voor dezelf de bronnen elders in Nederland. 7 P. M. M. Klep, Het huishouden in westelijk Noord-Brabant: structuur en ontwikke ling, 1750-1849, A.A.G. Bijdragen 18 (1973), p. 23-91. [431]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 40