Openingstoespraak door drs. B. Woelderink
de stichting, de heer H. J. van Meerendonk, kwam dank toe voor zijn medewerking.
Aan het congres werd door ongeveer 160 leden en adspirant-leden van de vereniging
deelgenomen.
De openingstoespraak door de voorzitter van de V.A.N., de inleidingen en de ver
slagen van de discussies zijn hierna, in chronologische volgorde, als afzonderlijke
bijdragen opgenomen. De openingstoespraak en de inleidingen zijn opgenomen in de
vorm waarin de sprekers deze op papier hebben gezet. De foto's zijn gekozen uit een
door de heer P. G. Kempff, fotograaf bij de gemeentelijke archiefdienst van 's-Gra-
venhage, gemaakte reportage. De discussieverslagen zijn door mij opgesteld.
Tenslotte werd het rapport van de Commissie Charterberging, gereed gekomen in
december 1977, met de bijlagen in deze extra-aflevering van het Nederlands Archie
venblad opgenomen.
J. P. A. Louman
1970, "Vernietiging", 1972, "De archieven en het wetenschappelijk onderzoek", 1973,
"Inventarisatie en de methodiek van het nader toegankelijk maken van archieven",
1975, "Bedrijfsarchieven".
Nadat, zeer geachte dames en heren collega's, in 1966 een eerste reeks studiedagen
werd afgesloten met een symposium ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de
Vereniging van Archivarissen in Nederland, is een nieuwe reeks door de algemene
rijksarchivaris en de vereniging in 1970 in gang gezet. Het bijzondere karakter van
deze tweede reeks ligt hierin dat hoe langer hoe meer de voorbereiding gepaard ging
met overleg tussen de aangezochte sprekers ter begrenzing en uitdieping van het
thema. Hierdoor werd een zo effektief mogelijke behandeling der onderwerpen ge
garandeerd. Tevens werd op deze wijze duidelijk wat collectief overleg binnen ons
vakgebied vermag en welk een goed resultaat door samenwerking verkregen kan
worden.
Diezelfde beproefde methode ligt ten grondslag aan de voorbereiding van deze
studiedagen, die U aangekondigd worden onder de titel "Aspekten van modern
archiefbeheer". Op het eerste gezicht lijkt deze titel een minder homogeen onder
werp aan te duiden dan in de voorgaande studiedagen het geval was. Toch wil de
voorbereidingscommissie voor het programma trachten U de onderliggende gedachte
zo U wilt de leidraad duidelijker te maken.
Om mij van die opdracht te kwijten wil ik gebruik maken van persoonlijke herinne
ringen. En die gaan U heeft naar jaren gemeten een jeugdige voorzitter niet
verder terug dan een 12%-jarige werkzaamheid in het archiefwezen. Maar vergelij
king van de situatie uit 1964 met die van 1977 leidt tot verrassende conclusies over de
grote veranderingen, die hebben plaatsgevonden binnen een kort tijdsbestek.
Gewezen kan worden op de archiefopleiding, die verplaatst van de zaterdag naar
een door-de-weekse dag meer dan tweemaal zoveel adspirant-archiefambtenaren
opleidt in 1977 als in 1965, en die hen een vele malen verbeterd studiepakket aan
biedt. Men kan wijzen op de verdubbeling van het ledental van de Vereniging van
Archivarissen in deze periode, wat toch iets te maken moet hebben met de uitbrei
ding van de vaste arbeidsplaatsen. In gedachten zien wij om ons heen een hele reeks
van nieuwe archiefgebouwen, tot stand gekomen zowel in de gemeentelijke als in de
rijkssfeer. Er heeft zich in dezelfde periode een provinciaal inspecteurschap ontwik
keld in ik moet helaas zeggen bijna alle provincies, losgemaakt uit de binding
met het rijksarchivariaat in de provincie. En bovenal kan gewezen worden op een
355