2' J1*1 162 m2 BEGANE GROND: L entree 12 mS 3. balie 21 m2 4. garderobe 12 m2 5. toiletruimte 13 m2 6- gang 63 m2 7. oriëntatieruimte 85 m2 8. studiezaal 267 m2 9. werkkamer studiezaalambtenaar 14 ma 10. werkkamer depotbediende 14 m2 11. bezoekerskabines g m2 12. kantine 172 m2 13. keuken 41 m2 14. berging 27 m2 15. foto-atelier 17g m2 16. restauratie-atelier 210 m2 17. sorteerruimte 93 m2 18. geluidsstudio 9g m2 19. bibliotheek 270 m2 20. tentoonstellingzaal 174 m2 21. vergaderzaal 142 m2 22. lift en trap 26 m2 totaal 2100 m2 le VERDIEPING: 22. lift en trap 26 m2 23- 8anS 111 m2 24. toiletruimte 29 m2 25. werkkamer adjunkt-archivaris 59 m2 26. werkkamer archivisten (inspektie edukatie) 47 m2 27. werkkamer archivisten (inventarisators) 47 m2 28. werkkamer archivisten (beelddokumentalist) 49 m2 29. werkkamer comptabele 33 m2 30. werkkamer secretaresse 3g m2 31. werkkamer archivaris 72 m2 32. werkkamer medewerkers (extra-personeel) 7g m2 33. depot j 270 m2 34. depot topografische verzameling g9 m2 35. depot geluidsbanden g3 m2 36. depot computerbanden 35 m2 37. depot microfilms gg m. totaal 2.100 m2 Totaal vloeroppervlakte beide verdiepingen: 4 200 m2 Totale kubieke inhoud 10 4g2)^ m3 (bij ïl/2 m hoogte per verdieping) 3. b. Waar moet verder nog aan worden gedacht? Waar verder nog aan moet worden gedacht is o.a. de ligging van het gebouw. Het dient vóór alles gemakkelijk vindbaar te zijn. Een situering aan de rand van een 398 stadscentrum, liefst in de buurt van een station, museum en bibliotheek, komt ons ideaal voor. In geen geval moet men een archiefgebouw bij een vliegveld of een ander strategisch doelwit plaatsen en uiteraard evenmin bij een fabriek of lawaai- producerende inrichting. Met het oog op het eventueel overslaan van brand dient een archiefgebouw ook niet aan een smalle straat te liggen. In het algemeen moet belending zoveel mogelijk vermeden worden. Het archiefgebouw moet voor alle soorten auto's ook brandweerauto's goed bereikbaar zijn. Een parkeerterrein, niet alleen voor het personeel, maar ook voor de bezoekers, is gewenst. Het geeft namelijk tevens de vereiste ruimte om het gebouw heen als veiligheid tegen brand en inbraak. Ook kan een groot parkeerterrein later nog van pas komen als reserve bouwgrond bij een eventuele uitbreiding van het archiefgebouw. Naast de ligging is de vorm van het archiefgebouw uit allerlei overwegingen van groot belang. Gestreefd zal moeten worden naar een kompakt, overzichtelijk ge bouw. Onnodig geloop moet worden voorkomen. Ruimten, waarin funktionarissen werken, die veelvuldig met elkaar kontakt onderhouden, moeten in eikaars nabijheid gesitueerd worden. Ook aan de veiligheid moet worden gedacht: het voor de bezoe kers toegankelijke gedeelte moet onopvallend, maar gemakkelijk te kontroleren, af gesloten zijn van de werkruimten, de werkkamers en de depots. Daartoe zullen de voor het publiek bestemde ruimten, zoals hal, studiezaal, kantine, tentoonstellingzaal en vergaderzaal als vanzelfsprekend in elkaar over dienen te gaan. Een kelder, die in het algemeen zeer duur en gevaarlijk is, dient, als het enigszins kan, vermeden te worden. Alle ruimcen in het gebouw zullen voor archiefwagentjes goed bereikbaar moeten zijn. Vanuit elke ruimte zal in geval van kalamiteiten meer dan één vluchtmogelijkheid open moeten staan. Ook zal overal automatisch in werking tredende noodverlichting aanwezig moeten zijn. Naast een brandmeldsysteem, aangesloten op de brandweer kazerne, is ook een rechtstreeks op het politiebureau aangesloten inbraaksignalering tegenwoordig noodzakelijk. 4. Ontwerp-plattegrond van het ideale archief gebouw voor een middelgrote gemeentelijke archiefdienst Uitgaande van de eerder genoemde gegevens is een ontwerp-plattegrond gemaakt, waarop getracht is een en ander te realiseren. Uiteraard is alles slechts schematisch weergegeven: ramen bijvoorbeeld ontbreken en ook aan dwarsdoorsneden hebben wij ons niet gewaagd. In de eerste plaats moet het archiefgebouw een "open" en uit nodigend karakter vertonen. Voorzover dit met de benodigde veiligheid in overeen stemming te brengen is, verdient een grote glazen pui van slagvast glas als entree (1) de voorkeur. Reeds meteen hierachter zou iets van het karakter van de dienst getoond moeten worden (vitrine), zoals overal in het gebouw de dekoratie waar dat kan moet herinneren aan of toelichting geven op de geschiedenis van stad of streek. Om een gemakkelijke inloop van het publiek te bevorderen gedacht moet ook worden aan toegankelijkheid voor invaliden bevinden alle voor het publiek be stemde ruimten zich op de begane grond-verdieping. Dit heeft tevens het voordeel, dat op ongedwongen wijze een afscheiding ontstaat van de werkkamers en het depot, [399]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 24