van de op dit gebied verschenen publikaties. In het algemeen trouwens werd nimmer tevergeefs een beroep op collega's gedaan om hulp in de vorm van gegevens. Met het oog op een program van eisen voor een doeltreffend archiefgebouw kwamen wij heel in het algemeen tot de volgende Doelstelling van een gemeentelijke archiefdienst: Het beschikbaar krijgen, houden en stellen van informatie uit archieven en verza melingen ten behoeve van de bestudering van de ontwikkeling van de plaatselijke en regionale samenleving, zich vooral uitend in haar geschiedenis en kuituur. Hieruit volgt als Taak voor een gemeentelijke archiefdienst: 1het beheer van de overgebrachte archieven 2. het toezicht op de niet-overgebrachte archieven 3. advisering van het gemeentebestuur 4. het funktioneren als gemeentelijk-regionaal-historisch centrum. Zoals uit het voorgaande duidelijk zal zijn, wordt bij dit alles steeds uitgegaan van de situatie bij een gemeentelijke archiefdienst. Dit is enerzijds het gevolg van het feit, dat ons gezelschap zich uiteraard niet kompe tent voelt over de taken van een Rijksarchief te spreken en bijgevolg over het ideale Rijksarchiefgebouw. Anderzijds menen wij, dat er enkele punten van essentieel verschil bestaan tussen de doelstelling en de taken van een gemeentelijke archief dienst en die van een Rijksarchief in de provincie. Deze verschillen betreffen voornamelijk de taken genoemd onder de punten 3 en 4. Zo is een rijksarchief als niet-provinciale dienst niet betrokken bij het provinciale administratieve en bestuurlijke beleid. Een gemeentelijke archiefdienst is dat echter ten aanzien van het gemeentelijke administratieve en bestuurlijke beleid ten zeerste: de gemeente-archivaris voelt zich heel duidelijk een gemeente-ambtenaar. Hij heeft geregeld kontakt met één of meer leden van het college van B. en W., vergadert frekwent met de andere hoofden van gemeentelijke diensten, enz. Voor wat de gemeentelijke archiefdienst betreft is het zeker reëel, dat de Archief wet de nadruk legt op de taak van de archivaris in het administratieve bestel. Het toezicht van de gemeente-archivaris op de niet-overgebrachte archieven isals het goed is veel meer een adviseren dan inspekteren. Dit kan zeker wanneer een gekwalificeerd archiefambtenaar, die zelf langdurig in de gemeente-administratie werkzaam is geweest, hier een vast gedeelte van zijn dagtaak aan kan besteden een zó intensief kontakt van de zijde van de gemeentelijke archiefdienst betekenen, dat niet alleen advies wordt gegeven over ordeningssystemen maar ook over de perso neelsbezetting bij de administraties van gemeentelijke diensten en bedrijven. In dat geval kent de gemeente-archivaris het gemeentelijke apparaat bij wijze van spreken van binnen en van buiten. Hier ligt, vinden wij, een groot verschil met een Rijksarchivaris in de provincie. In ieder geval kan het funktioneren van de laatste, 386 die archivalia beheert, die voor 80% van provinciale oorsprong zijn, binnen het provinciale bestuurlijke en administratieve apparaat niet vergeleken worden met de positie van een gemeente-archivaris binnen het gemeentelijk bestel. Een ander opmerkelijk verschil tussen een gemeentelijke archiefdienst enerzijds en een Rijksarchief in de provincie anderzijds is het funktioneren van de eerste als historisch dokumentatiecentrum. Het is juist, dat deze taak niet door de Archiefwet aan een gemeentelijke archief dienst wordt opgelegd. Maar net zo min spreekt de Archiefwet over de adviestaak, die een gemeente-archivaris zoals wij zagen toch wel degelijk ten opzichte van zijn gemeentebestuur heeft. Natuurlijk is het bekend, dat verscheidene Rijksarchieven in de provincie over zeer waardevolle kollekties en verzamelingen beschikken. In vele gevallen zijn zij ook bezig deze samen te stellen of uit te breiden. Zij doen dat echter niet ingevolge algemeen geldende en bindende voorschriften. In tegenstelling tot een rijksarchivaris in de provincie hebben vele, zo niet alle gemeente-archivarissen wél een van hoger hand gegeven opdracht zich met deze aktiviteiten in te laten, die we het gemakke lijkst zouden kunnen samenvatten onder het woord "dokumentatie". Veelal gebeurt dit namelijk krachtens hun instruktie. In vrijwel alle gemeentelijke instrukties wordt de gemeente-archivaris door het gemeentebestuur uitdrukkelijk opgedragen de zich in de gemeentelijke archiefbewaarplaats bevindende archieven en verzamelingen te beheren. In de praktijk wordt hier bij de diverse gemeentelijke archiefdiensten ook ontegenzeggelijk veel tijd aan besteed. Derhalve menen wij te kunnen stellen, dat een gemeentelijke archiefdienst tot taak heeft te funktioneren als gemeentelijk/regio naal-historisch centrum. Gaan wij thans datgene, wat in het voorafgaande door ons heel in het algemeen als taak en doelstelling voor een gemeentelijke archiefdienst is gesteld en toegelicht, nader konkretiseren, dan blijken er bij een middelgrote gemeentelijke archiefdienst twee soorten te verrichten werkzaamheden te zijn. Enerzijds kent men hier de noodzakelijke werkzaamheden. Daarmee worden uiter aard die werkzaamheden bedoeld, die bij een middelgrote gemeentelijke archief dienst eenvoudigweg verricht moeten worden, wil deze dienst aan zijn taak en op dracht voldoen. Dit betekent evenwel niet, dat al deze noodzakelijke werkzaamheden nu ook persé door eigen mensen in het eigen gebouw, dus intern, moeten worden verricht. Het is heel wel mogelijk, dat één of meer van deze werkzaamheden te denken valt bijvoorbeeld aan geluidsdokumentatie, microverfilming en restauratie worden uitbesteed, dus extern worden verricht. Dit neemt echter niet weg, dat ook deze werkzaamheden wel degelijk verplicht tot het takenpakket van een middelgrote gemeentelijke archiefdienst behoren. Anderzijds komen er naast deze noodzakelijke werkzaamheden voor iedere middel grote archiefdienst een aantal wenselijke werkzaamheden voor. Zoals men begrepen zal hebben denken wij hierbij beslist niet aan de dokumentatie. Deze achten wij, anders dan wellicht het geval is bij de rijksarchiefdienst, essentieel voor een middel grote gemeentelijke archiefdienst om te kunnen funktioneren als een gemeentelijk/ regionaal-historisch centrum, wat op zijn beurt weer een door hogerhand opgelegde [387

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 18