Anarchisten over archieven
In het Franse anarchistische blad Front Libertaire van 15-28 mei 1977 verscheen
op de achterpagina een artikel, waarvan het grootste gedeelte hier vertaald wordt
gepubliceerd. Het is wellicht interessant om te vernemen hoe er gedacht wordt
over overheids- en bedrijfsarchieven door organisaties, die ernaar streven om het
kapitalisme en de staat te doen opheffen, en die een maatschappijvisie voorstaan
van een federale samenleving van bedrijfs- en consumptiegroepen, waarin alle be
slissing van onderop geschiedt en "de macht van de ene mens over de andere is
opgeheven".
Gaat men hiervan uit, dan zouden de overheids- en bedrijfsarchieven, voorzover
ze niet openbaar zijn, machtsmiddelen zijn, die door staat en kapitaal (in het ar
tikel beschreven als de macht") worden gebruikt tegen hun onderdanen en ar
beiders. Gedacht wordt hier vooral aan databanken, zwarte lijsten en dossiers
van geheime diensten, maar ook aan informatie, die de gewone burger wordt ach
tergehouden, zodat geen besluitvorming vanuit de basis mogelijk is. Het antwoord
hierop zou zijn, dat bij het uitbreken van de anarchistische revolutie, alle archie
ven, zowel dynamisch als statisch, volledig openbaar zouden moeten zijn.
In het verleden leek men soms hier anders over te denken. Tijdens de Spaanse
Burgeroorlog hebben enkele collectieven in Aragon de archieven van het gemeen
tehuis in het openbaar verbrand om daarmee de eigendomsbewijzen van de voor
malige grootgrondbezitters en de kerkelijke certificaten, die bij een huwelijk ver
plicht waren, te vernietigen. Men bedenke echter, dat ook tijdens de Franse Re
volutie met de afschaffing van de privileges de nodige charters zijn verloren ge
gaan, maar dat tegelijkertijd voor het eerst naar openbaarheid van overheidspa-
pieren werd gestreefd en de notulen van beraadslagingen van de wetgevende
machten werden gepubliceerd.
Als de rijks- en gemeentearchieven ophouden te bestaan, zal er nog genoeg werk
overblijven.
J. A. A. Bervoets
De macht van de archieven en de archieven van de macht
Wat is het dagelijks werk van de macht? Ordenen, rangschikken, op kaart zetten,
opbergen. De leiders hebben de touwtjes in handen omdat zij zich kunnen be
schermen achter de informatie, die zij bij stukjes weten los te laten. Staatshoof-
den, departementshoofden, fabriekshoofden, politieke hoofden, vakbondshoof-
denzij allen worden gedreven door de hartstocht van het geheim. Daaraan
ontlenen zij hun macht. Door de informatie voor zichzelf te houden kunnen ze
hun macht over de mensen uitoefenen. Ook in de Sovjetunie heeft de open diplo
matie, zoals die door Lenin was gewenst, snel plaats gemaakt voor meer duistere
praktijken, omdat de machtsuitoefening dat nu eenmaal met zich meebrengt.
Doordat de machtshebbers hun documenten tersluiks onder elkaar uitwisselen,
wordt een systeem gevormd, waarin onderdrukking en manipulatie samengaan.
Zij houdt ons gevangen in een ondoorzichtig patroon van grote en kleine feitjes,
zonder dat het grote verband duidelijk wordt. Och, er wordt wel eens een histo
ricus tot de intimiteit van de machthebbers toegelaten. Maar dat gebeurt op de
manier van een patholoog-anatoom. Hij mag slechts uit lijken putten, uit koude
en statische archieven. Om met een document in aanraking te komen moet hij
20, 30, 50 jaar of soms nog langer wachten, hij moet er de bevoegdheid toe heb
ben, hij moet beëdigd zijn door een historisch instituut, garanties geven dat hij
met iets serieus bezig is. Dat houdt dus in dat van meet af aan de ontsluiting van
de archieven slechts plaats vindt binnen het gesloten kringetje van geschiedkun
dige debating-clubs. Wel wordt het aantal ingewijden groter, maar dat gebeurt
slechts mondjesmaat.
De groepen, die door strijd trachtten om hun bestaan in eigen hand te herwinnen1,
hebben ook met het probleem te maken gehad, dat de machtshebbers deze ge
heimen bezaten. Hun praktijk leidde tot een radioalisatie. Als antwoord op de
geheime archieven voerden ze daarom twee strijdmethoden in.
De eerste valt vaak samen met een overwinning of een verovering van het ter
rein van de tegenstander (de Commune van Parijs, het binnenrukken van het Be
vrijdingsfront in Saigon) en houdt de vernietiging van de archieven van de vijand
in. Als een daadwerkelijke ontkenning van de oude wereld en zijn geheimhou
dingen, waarmee de nieuwe vandalen schoon schip maken, is het een schitterend
gebaar.
Maar de tweede is niet minder aanbevelenswaard: zij berust op praktijken die
niet minder algemeen zijn. De macht kan namelijk niet van het ene moment op
het andere afgeschaft worden of verwijderd. Wil men haar aan de kaak stellen,
dan moet men haar weten te doorzien. Dus moeten de archieven gestolen woi-
den. Deze overname door onteigening, niet individueel, maar kollektief, komt va
ker voor dan men gewoonlijk denkt. Het is gebeurd in Besancon, waar de arbei
ders van Lip zich van de boeken van de baas hebben meester gemaakt. Het is ge
beurd in Grenoble. Hoe belangrijk dit is kan men zien aan hoe de macht hierop
reageert. Als het gerecht niet meer toereikend is voor de bescherming van de
1 Een generatie eerder zou schrijven: "het proletariaat, dat met zijn strijdorganisaties
de staat en het kapitaal zal vervangen." Omdat men bang is, dat dit begrip tot begrips
verwarring leidt, vooral omdat Leninistische en andere autocratische organisaties de
zelfde termen gebruiken, gebruikt men in Front Libertaire wat algemenere omschrij
vingen.
335
334]