een in die gebieden golden. Bovendien is ook al mededeling gedaan van het ver woede streven van de Gelderse synode in de jaren 1680-1689 om in de provincie Gelderland een algemeen verbod van het duel "door te drukken"112. Verdere plak katen, toepasselijk op deze categorie personen, of pogingen om die in te voeren vonden wij met. Het is evenwel niet uitgesloten, dat duelleren onder de noemer van een ander delict, zoals zelfmoord, laesae majestatis of eventueel doodslag113 toch wel eens als een strafbaar feit werd beschouwd114. A. J. van Weel SUMMARY The legislation against the duel in the Republic of the United Netherlands When late in the 16th century the duel had become popular in France, this gory fashion spread soon all over Western-Europe, so that it became the vogue in Eng- and and the Republic of the United Netherlands. In France and England the kings enacted severe laws against the duel; and concerning the - from a constitu tional point of view disrupted Republic we found some relevant edicts too. Regarding this legislation the following remarks are made. According to some jurists in the Republic duelling was punishable without the promulgation of any special law against it. Indeed we found some indications in the jurisprudence, that this opinion was occasionnally accepted by the courts of justice, but in consideration of the above-mentioned edicts we must take it for granted, that this notion never was a common one. In view of the fact, that the duel could only be opposed by special legislation, severa legislators in the Republic have enacted laws against it. Their attitudes towards the duel were in a large measure determined by the following characte ristic features of the duel. a. as a phenomenon of a foreign origin it was never really acclimatized b. the judicial authorities were inactive in prosecuting this crime. c. the duel existed almost only in military and student circles. d. the Dutch Reformed Church exerted itself to persuade the authorities to deal firmly with the duel. According to the statement under c and the fact, that students and soldiers for med part of groups with special juridical status, we have subdivided the legislation in o three categories: the legislation concerning the personal of the army and the navy, die legislation concerning the members of the academic communities and the legislation concerning the rest of the inhabitants of the Republic. As a summing-up of this legislation we conclude, that in the army and the navy he duelling was forbidden, also at most of the universities and concerning the rest of the inhabitants of the Republic only few edicts were valid. Most laws were issued in a very rapid succession and some of them as a result of the pression of the Church. The laws of the kings of France and England have had some influence as examples. 112 Zie bl. 291. 113 Zie bl. 283. J^en,Z1.l0ver Iatere wetgeving tegen het duelleren: B. J. Stokvis Tweegevecht in: Tijdschrift voor Strafrecht, XL (1930), bl. 120-177. weegevecnt, [296] Financiële administratie van gemeenten 1924-1976 Inleiding Bij de selectie ter vernietiging en inventarisatie van gemeentearchieven komt men vaak een aparte verzameling financiële bescheiden tegen. Een bonte verzameling van journalen, grootboeken, etc. daagt ons uit tot ordening, beschrijving en selectie ter vernietiging. Problemen, die zich hierbij voordoen, zijn de steeds veranderde boekhoudsystemen en benamingen. Sinds 1-1-1924 is er echter uniformiteit gekomen, doordat in 1923 in alle provincies nagenoeg gelijkluidende begrotings- en rekeningsvoorschriften vast gesteld werden. Daarom hebben wij 1924 als beginjaar van de beschrijving der fi nanciële administratie genomen. Degene, die financiële bescheiden van voor 1924 wil ordenen, beschrijven en selecteren, zal moeten nagaan wat de voorschriften in zijn provincie geweest zijn. In alle gemeenten hield men echter ook vóór 1924 de zgn. cameralistische boekhoud- methodë aan en was men op grond van de gemeentewet (1851) en daaraan vooraf gaande koninklijke besluiten al aan wettelijke voorschriften gebonden met betrek king tot het opmaken van begroting en rekening. Men kan dan ook de gegevens in dit artikel zonder meer projecteren op de periode vóór 1924, en wel tot ca. 1815. De paragraaf vernietiging (5.2.) is op grond van de huidige voorschriften beperkt tot de stukken van na 1850. Ook de vastgestelde modellen van diverse bescheiden, zowel voor de boekhouding als bijvoorbeeld voor de bevelschriften waren al jaren in gebruik, vóórdat zij in het staatsblad werden gepubliceerd als bijlage bij een K.B. Vaak werd dan slechts een detail gewijzigd. De modellen grootboeken, die bijvoorbeeld in 1951 werden gepu bliceerd, zijn al in gebruik geweest vanaf ca. 1924. Alvorens een uitvoerige beschrij ving te geven van de financiële administratie, volgt hier eerst een korte uiteenzetting over de gang van zaken. Wanneer een gemeentebestuur geld uit wil geven, zal het eerst een begroting opstel len, waarin wordt aangegeven waaraan men geld denkt uit te geven en hoe men aan het geld voor deze uitgaven denkt te komen. Deze begroting gaat vergezeld van een memorie van toelichting. De begroting wordt opgesteld door Burgemeester en Wet houders, die deze aanbieden aan de raad. De raad stelt de begroting vervolgens vast, hetgeen voor B en W een machtiging betekent, de gelden in de begroting genoemd te mogen ontvangen en uitgeven, nadat de begroting is goedgekeurd door Gedepu teerde Staten. [297]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 13