als scheikunde wordt door sommigen als zwaar ervaren, met name door hen die
dat vak op school nooit hadden gehad.
Er is geen examen aan de cursus verbonden. Wel worden er in de loop van de
cursus werkstukken opgegeven aan groepjes van ca. drie man, die gezamenlijk het
werk uitvoeren. Hierdoor en door het kleine aantal der cursisten krijgen de do
centen een duidelijk beeld van de kennis en de vaardigheden der cursisten. Waar
schijnlijk zou men een minder goed beeld krijgen, als het eindoordeel van een
examen zou afhangen. Om praktische redenen zou hierop slechts één stuk behan
deld kunnen worden, zodat de factor geluk groter zou zijn. Aan het eind van de
cursus wordt een getuigschrift uitgereikt, echter niet automatisch. Het is wel eens
een cursist onthouden. Het peil waarop de cursus wordt ondergebracht bij het Mi
nisterie van C.R.M., staat, naar ik meen, nog niet geheel vast.
Voorts wordt in de vergaderingen van de commissie herhaaldelijk gesproken over
de bezoldiging van archiefrestauratoren. Op dit punt blijkt in den lande een zeer
grote verscheidenheid te bestaan. Er wordt contact onderhouden met de Centrale
g Personeelszaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is in
ieder geval niet zo, dat een restaurator door het verkrijgen van het getuigschrift
automatisch recht op een bepaalde rang zou hebben. Als minimum rang werd
die van schaal 45 genoemd (adjunct-commies). Van de zijde van de Ver Restau
rateurs Oude Archieven zijn de volgende minima naar voren gebracht; all-round
restaurator schaal 89. assistent-restaurator schaal 57 en hulprestaurator of sta
giaire schaal 32.
In het jaar 1976 is vooral veel aandacht besteed aan het beroepsbeeld en de taak
omschrijving van de archiefrestaurator, waarvoor concepten zijn opgesteld door
de heren Smeets, De Groot. De Graaf, Kunz, Sterken en Vlasveld, van welke er
enige hierachter zijn opgenomen.
Omdat er in ons land geen instituut voor de opleiding van archiefrestaurator be
staat is overwogen, of zo iets in het leven geroepen kan worden, al of niet in
combinatie met de opleiding tot museumrestaurator, vooral omdat er volgens
sommige commissieleden niet voldoende candidaten voor een nieuwe specialisa
tiecursus zouden zijn. Omdat dit door anderen, waaronder ondergetekende, wordt
etwijfeld, terecht zoals weldra bleek, is er inmiddels een vierde specialisatiecur
sus in voorbereiding, te starten in september of oktober 1977. Het hiervoor beno
digde enquêteformulier was dit jaar wat gewijzigd, wat ruimer gesteld, zodat het
bestemd is voor alle archiefrestauratoren, jong en oud, beginnend of ervaren, en
vraagt naar wensen op het terrein van bijscholing. Behalve dat wij hierdoor gege
vens hebben verkregen over mogelijke candidaten, hebben wij tevens kennis steno
men van eventuele wensen op het gebied van scholing van alle overige archief
restauratoren. De enquêteformulieren zijn gezonden zowel naar de archiefdiensten
als naar de leden van de Ver. Restaurateurs Oude Archieven.
Evenwel is de gedachte om eens te komen tot een algehele opleiding tot archief-
restaurator, al of niet in meer of mindere mate geïntegreerd in een algemene res-
tauratieopleidmg, nog niet geheel verlaten
Joli 1977 W. Downer
Taakomschrijving ar chiefrest aurator en
Taakomschrijving van een restaurateur c.q. hoofd van een restauratieatelier van
een Rijksarchief
1. De restaurator is belast met het in goede materiële toestand houden c.q. bren
gen van alle archivalia en collecties, welke door de archiefdienst worden be
heerd.
Hij is ten aanzien van zijn taakuitoefening rechtstreeks verantwoording schul
dig aan het daartoe aangewezen diensthoofd.
Van hem wordt verwacht, dat hij de hem opgedragen taken vaktechnisch zelf
standig verricht.
2. Met name is hij belast met:
1. De controle op de materiële toestand van de archieven en collecties, als
mede op de relatieve vochtigheid en temperatuur in de dépots.
2. Het vervaardigen of doen vervaardigen van opbergmaterialen en het uit
voeren van bewerkingen die tot doel hebben het in goede staat houden van
delen, losse stukken, charters, zegels, kaarten, prenten edg.
3. Het door consolideren en restaureren in een zodanige toestand brengen
van genoemde stukken, dat behoud in de toekomst verzekerd is, met in
achtneming van de eisen uit archivistisch oogpunt aan de bruikbaarheid
der stukken te stellen, benevens met inachtneming van de esthetische en
kunsthistorische aspecten.
4. De onder 3 genoemde werkzaamheden worden niet uitgevoerd dan nadat
een vooronderzoek is verricht, waarvan zonodig de bevindingen in een met
foto's voorzien verslag zijn vastgelegd.
5. Bij vragen of twijfel ten aanzien van de bij consolidatie of restauratie te
volgen procedure neemt hij contact op met het onder punt 1 genoemde
diensthoofd en zonodig met de coördinator restauratie. In spoedeisende
gevallen kan contact met collega's en/of het Centraal Laboratorium wor
den opgenomen.
6. De onder 3 genoemde werkzaamheden worden in een verslag vastgelegd.
In bijzondere gevallen wordt copie gezonden aan de coördinator restaura
tie van de rijks archiefdienst.
3. Hij dient op de hoogte te blijven van restauratie-ontwikkelingen en houdt vak
literatuur bij.
Hij geeft in voorkomende gevallen leiding aan hulp- en aspirant-restauratoren.
Hij is verantwoordelijk voor het deskundig en juist gebruik van de hem ter
beschikking staande apparatuur, instrumenten en materialen.
Het onderhoud van apparatuur enz. dient te geschieden volgens de daarvoor
gegeven voorschriften.
Bestellingen van gebruiks- en verbruiksgoederen dient hij op tijd schriftelijk
[205]
[204]