"Goederen, zoals dekens, matrassen enz-, welke bestand zijn tegen een temperatuur van
ca. 105° C., werden ontsmet met stoom met een overdruk van 0,2 a 0,3 kg/cm-.
Andere goederen, te weten meubels, boeken, leder, bont etc., die geen hoge temperatuur
kunnen verdragen, werden behandeld met stoom formaline, op een temperatuur van 60°
C. en een vacuum van 600 mm w.k.
Tijdens de oorlog werd de formaline moeilijk verkrijgbaar en vonden de ovenontsmet
tingen uitsluitend met stoom plaats; de formaline bleef gereserveerd voor woning- en
schoollokaalontsmettingen.
Er kwamen veel aanvragen voor ovenontsmettingen binnen; onder andere werd een grote
partij (23.000 k.g.) archiefstukken uit Suriname voor rekening van het Departement van
Koloniën ontsmet".
De oven werkte blijkbaar zó goed, dat nog in hetzelfde jaar 1916 opnieuw om
assistentie werd verzocht. En dat wéér omdat er in de West met nog andere ar
chieven niet al te best was omgesprongen. Ik neem aan, dat het Utrechtse ge
meentebestuur ook toen weer bereid is geweest om hulp te bieden."
Mij is ter ore gekomen, dat de president van Suriname de terugzending van de ont
smette archivalia verzocht heeft. Of aan zijn wens gevolg zal worden gegeven
kan ik niet zeggen. Een suggestie mijnerzijds zou mogelijk slechts door één van de
partijen worden begrepen. Wel zouden er, gezien het culturele belang van deze
archiefbescheiden (tenslotte een stuk koloniale geschiedenis) in de tropische gebie
den maatregelen moeten worden getroffen om hernieuwde besmetting van archie
ven te voorkomen. Dat geldt trouwens ook met net zoveel redenen voor de be-
De geopende Riibner Oven, waarin ook de archieven uit Suriname werden behandeld.
Foto: Utrechts Nieuwsblad
scheiden welke vandaag ontstaan en waarin de nieuwe geschiedenis wordt vastge
legd.
Uit het bovenstaande verhaal moge blijken, dat de Reinigingsdienst van de Gemeen
te Utrecht wijdere contacten had dan men op het eerste gezicht zou vermoeden.
A. Graafhuis
SUMMARY
The article recalls the fact that in the past colonial archives or parts of them have
been kept in the mother land.This is what happened to records from Surinam in
1916 (and later). Th. Morren, a familiar name among archivists, was sent to Surinam
where he started preparations for the disinfection of the overseas records. The
author of this article came upon this matter during the compilation of a jubilee
volume for the centennial of the City Cleansing Department of Utrecht (May 28,
1976).
It appeared that the Surinam records were disinfected in Utrecht the disinfecting
apparatus was in use till 1968. The article tells of Morren's experiences and the
records in question, of the State Department's interventions and those of the Gene
ral State Archivist, of the correspondence with the municipal authorities of Utrecht
and of other particulars.
1 Zie o.m. N.A.B. 1913/14, biz. 142-143; 1915/16, biz. 86/88 en het jaarboek van de
Ver. "Die Haghe", 1919/20, biz. 127-134 en 1967, biz. 87-104. Over de Morren-stich
ting N.A.B. 1967, biz. 137-139. Het archief van de Morren-stichting is bij het bombar
dement van het Bezuidenhout in 1945 verloren gegaan.
2 Zie o.m. Versl. van 's Rijks Oude Archieven 1915, blz. 50; 1916, blz. 145 e.v., N.A.B.
1915/16, blz. 86-88.
Van het Departement van Binnenlandse Zaken ontving ik in fotokopie de stukken,
die voor deze bijdrage van betekenis waren.
4 Het zou interessant zijn te weten wie wij voor deze "Amice" kunnen houden. Ik heb
het nog niet kunnen ontdekken. Vermoedelijk was het een van zijn Haagse collega's.
5 Het gaat hier om mr. A. Telting (1857-1907), archivaris van Leeuwarden en Zwolle
en vanaf 1889 verbonden aan het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage. Zie vooral
N.A.B. 1907/8, blz. 229-259 en Nw. Biogr. Wb. II, blz. 1415.
6 F. Oudschans Dentz, geb. 1876, verdienstelijk amateur-historicus. Woonde van 1902-
1926 in Suriname, onderzocht daar de archieven en publiceerde naar aanleiding daarvan
veelvuldig en tot op hoge leeftijd in de West-Indische Gids.
7 Naar alle waarschijnlijkheid wordt hier het gebouw in Paramaribo bedoeld, dat als
archiefbewaarplaats dienst deed.
8 P. A. Hilfman was leraar bij de Portugees Israëlitische gemeente in Suriname. Versl.
van 's Rijks Oude Archieven 1919, blz. 158 e.v. en bijlage VIII, Inleiding tot de inven
taris van het archief van die gemeente, blz. 297 e.v.
9 Deze veronderstelling blijkt juist te zijn. Zie: Versl. van 's Rijks Oude Archieven
1931, blz. 42. Ook onlangs heeft de gemeente Utrecht het Rijk in dit opzicht geholpen.
Dertig kubieke meter oud-archief van de Suriname Bank in Paramaribo, dat naar Schaars-
bergen was overgebracht, werd alvorens tot inventarisatie kon worden overgegaan in de
week van 14 tot en met 21 november 1975 gedesinfecteerd door de Gemeentelijke Reini
gingsdienst te Utrecht.
[251]