Nota Stichting Audiovisueel Archief
Reeds verscheidene jaren houdt een aantal gemeentearchivarissen zich intensief
bezig met de problematiek rond het behoud, de documentatie en de bewaring van
audiovisueel materiaal van historische waarde. Het spreekt vanzelf dat van het
begin af contact opgenomen is met de Stichting Film en Wetenschap verte
genwoordigd door dr. R. L. Schuursma, drs. John H. Th. Jansen en (tot voor
enige jaren) mevrouw drs. Joke Rijken en met het Nederlands Filmmuseum
vertegenwoordigd door de heren J. de Vaal en H. de Smidt.
Later zijn er andere instanties bijgekomen, onder welke de Rijksarchiefdienst en
de NOS. In gezamenlijk overleg, waaraan in het bijzonder deelnamen de genoem
de vertegenwoordigers van Film en Wetenschap, mr. F. C. J. Ketelaar en onder
getekende, is een nota gereed gekomen, die namens de Stichting Audiovisueel
Archief (in oprichting) SAVA op 12 mei 1977 onder meer toegezonden is
aan diverse ministers en staatssecretarissen. Ook de Archiefraad heeft er zich over
gebogen en de voorstellen gunstig ontvangen, waaruit hoop geput mag worden
dat de pogingen om tot archivering te komen uiteindelijk vrucht zullen afwerpen.
Inmiddels is ook van de zijde van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen
aandacht gevraagd voor de zelfde zaak: weliswaar worden de accenten daar meer
gelegd op het gebruik van audio-visuele materialen ten behoeve van onderwijs,
vorming en recreatie, terwijl de SAVA is uitgegaan van het historische-weten-
schappelijk belang van audio-visuele documenten in het algemeen. In de SAVA-
nota gaat het om de openbaarheid van die documenten ten behoeve van het on
derzoek, van het onderwijs en van de vorming. Uitgangspunt van de nota, die
door een ambtelijke werkgroep is samengesteld en waarmee de ministers van On
derwijs en Wetenschappen en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
zich in grote lijnen verenigd hebben, is de vraag naar audio-visuele media vanuit
het onderwijs en het vormingswerk en die van particulieren. De ministeriële nota
is bekend als de Nota Documentatie, Distributie en Voorlichting Audio-visuele
Materialen of kortweg als WAM-nota (Werkgroep Audio-visuele Materialen).
Het ligt in de bedoeling tot nadere uitwerking te komen middels een speciale
werkgroep Centraal Archief Audio-visueel Materiaal waaronder radio- en tele
visiemateriaal". Ongetwijfeld zullen de oplossingen, die de SAVA-nota aangedra
gen heeft, in de overwegingen van deze Werkgroep Centraal Archief betrokken
worden. Wellicht kan een gemeenschappelijk standpunt bepaald worden, dat alle
belanghebbenden bevredigen zal.
[210]
Van belang is voorts dat een aantal archivarissen en andere met geluidsarchive-
ring belaste personen op 16 december 1976 overgegaan zijn tot oprichting van
een Nederlandse afdeling van de International Association of Sound Archives
(IASA), die een belangwekkend Phonographic Bulletin uitgeeft en jaarlijks inter
nationale congressen van hoog wetenschappelijk gehalte in 1976 te Bergen,
Noorwegen, in 1977 te Mainz organiseert.
Op 29 juni 1977 organiseerde de Nederlandse afdeling van IASA een excursie
naar de NOS-fonotheek te Hilversum.
Voorzitter is dr. R. L. Schuursma, secretaris de heer T. Tonkes, hoofd van de
afdeling geluidsdocumentatie van de Gemeentelijke Archiefdienst van Rotterdam,
die gaarne bereid is nadere inlichtingen te verstrekken (tel. 010-775166, toestel
18).
De collega's worden opgewekt aan het werk zowel van de SAVA als van de IASA
actief te gaan deelnemen.
Hierbij wordt U in kennis gesteld van de inhoud van de door de werkgroep SAVA
samengestelde nota en van de begeleidende brief aan de daarvoor in aanmerking
komende ministers en staatssecretarissen.
R. A. D. Renting
Utrecht, 12 mei 1977
AAN: De Minister van Algemene Zaken
De Minister van Binnenlandse Zaken
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen
De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
De Minister voor het Wetenschapsbeleid
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen
De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
In toenemende mate krijgen archiefdiensten, musea, instituten van wetenschappe
lijk onderzoek en instellingen van onderwijs en vorming de beschikking over
audiovisueel materiaal in de vorm van films, videobanden, geluidsbanden en zo
meer. Evenals handschriften en gedrukte media van allerlei aard, prenten en
kaarten, vervullen deze audiovisuele media een rol bij onderzoek en onderwijs,
vorming, voorlichting en instructie ten behoeve van een uitgebreide reeks van
publieksgroepen.
In veel gevallen is het om reden van efficiëncy niet mogelijk en gewenst, dat de
betreffende instellingen zelf beschikken over archiefruimte, waarin het materiaal
volgens de daarvoor geldende normen van klimatisering zou worden opgeslagen.
Bovendien beschikken de meeste instellingen niet over voldoende personeel en
deskundigheid om zelfstandig te voorzien in de bijbehorende verwerving en ver
werking van informatie betreffende audiovisuele media.
Gezien bovenstaande overwegingen heeft een werkgroep van vertegenwoordigers
van de Rijksarchiefdienst, verscheidene Gemeentelijke Archiefdiensten, de Neder
landse Omroep Stichting, de Stichting Nederlands Filmmuseum, de Stichting
[211]