Boek bespreking
over het Nederlandse archiefwezen ten behoeve van het leader. Dit was in Poznan
mogelijk omdat iedereen als vreemde taal het Duits beheerste. In Warschau was de
talenkennis veel gespreider. De meeste Poolse intellectuelen beheersen wel vreemde
talen, maar converseren in de regel in niet meer dan één vreemde taal: onder de
archivarissen is dit in de regel Duits of Frans. De kennis van het Russisch is vaak
alleen passief. Het land doet in veel opzichten westers aan en het is in gesprekken
merkbaar dat men kontakt met het Westen erg op prijs stelt. De openheid waarmee
de Polen de bezoeker tegemoet treden, maakt dat dit kontakt ook voor die bezoeker
een groot genoegen kan zijn.
G.W. van der Meiden
SUMMARY
The author reports on his visit to the State Archives at Warsaw, Poznan and Gdansk
and provides references pertaining to relations between Poland and the Netherlands.
[174]
Hoeven, H. van der, Gijsbert Karei van Hogendorp conservatief of liberaal?
Groningen, H.D. Tjeenk Willink, 1976 (Historische studies uitgegeven vanwege het
Instituut voor Geschiedenis der R.U. te Utrecht, XXXII) X 203 blz. f 27,50
De beantwoording van de vraag die de titel van dit proefschrift waarop de auteur
te Utrecht de doctorstitel verwierf stelt, zal de argeloze beschouwer misschien
koud laten. Ten onrechte. Van der Hoeven heeft zich in zijn systematisch opgezette
en helder geschreven boek als thema gesteld "in hoeverre Gijsbert Karei van Hogen
dorp kan gelden als voorman van het Nederlandse liberalisme, of dat hij moet
worden beschouwd als de vertegenwoordiger van overwonnen conservatief-aristo-
cratische principes" (p.V.).
Uitdrukkelijk wordt de lezer ervoor gewaarschuwd geen volledige biografie te
verwachten als vervolg op Verbernes Leerjaren. Neen, het gaat hier om "een kritisch
overzicht van de ontwikkeling van Hogendorps ideeën over de staatkundige en
maatschappelijke inrichting van de staat, vooral in zijn latere levensjaren." Een
thematische aanpak wordt geënt op een periodisering van GK's leven in drie voor
de hand liggende fasen: tot 1787, van 1787-1814 en tenslotte tot zijn dood in 1834.
Archiefonderzoek ligt aan de studie niet ten grondslag. De auteur heeft kunnen
volstaan met een verificatie van de Brieven en Gedenkschriften in de collectie-Van
Hogendorp op het ARA. Incidenteel konden stukken uit die verzameling worden
gebruikt ter verduidelijking van het geschetste beeld.
Het boek valt in vier gedeelten uiteen. Een uitermate nuttige Inleiding over het
Hogendorp-beeld in de historiografie gaat vooraf. Hieruit blijkt al duidelijk met
wie de auteur het meest overhoop zal liggen. Immers, in de vijver van consensus in
de geschiedschrijving over GK, "de eerste waarachtige liberaal in Nederland"
(Colenbrander), de staatsman grotendeels in spe, overigens die een ontwik
keling had doorgemaakt van conservatief naar liberaal, heeft De Wit in zijn originele
en veel omvattende, en dus sterk bekritiseerde, dissertatie1 met een luide plons een
steen geworpen. De Wit heeft Colenbranders visie afgewezen: GK werd beheerst
door de gedachte de aristocratische standenstaat te herstellen; het liberalisme be
stond niet voornamelijk in het beperken van de vorstelijke regeringsmacht en bij
gevolg kan GK niet als de grondlegger van het liberalisme beschouwd worden. Wat
is daarvan aan?
Van der Hoeven heeft terecht gemeend en dat maakt zijn boek m.i. zo aantrek
kelijk dat de gestelde problematiek niet in een beperkt Nederlands kader be
schouwd kan worden, al was het maar vanwege het feit dat GK zich zijn leven lang
intensief heeft beziggehouden met het politieke denken buiten zijn landje. Het eerste
1 C. H. E. de Wit, De strijd tussen aristocratie en democratie in Nederland 1780-1848.
Kritisch onderzoek van een historisch beeld en herwaardering van een periode. Heerlen
1965 (diss. Amsterdam).
[175]