Hoe goed is de toekomst voor een middelbaar archiefambtenaar De laatste jaren is er herhaaldelijk aandacht besteed aan de positie van de middel bare archiefambtenaren. Niet in het minst de vorige directeur van de rijks archief- school heeft er in brieven, interviews, folders e.d. op gewezen dat de vraag naar middelbare archiefambtenaren het aanbod overtreft. Soms wordt in een wervend artikel of folder opgemerkt dat iemand die de desbetreffende opleiding voltooid heeft, wel verzekerd is van een goede toekomst. In aflevering nummer 2 d.d. 23 janu ari 1976 van Interaktie, de personeelskrant van het ministerie van C.R.M., is bij voorbeeld een dergelijke bijdrage te vinden. Wie aldus optimistisch de opleiding aan de rijks archiefschool gaat volgen en de vacatures met het oog op die toekomst in de gaten houdt, komt al snel tot bepaalde conclusies. Want een begrip als goede toekomst is natuurlijk betrekkelijk vaag en de functies waarvoor vraag is naar middelbare archiefambtenaren zijn gevarieerd. Het valt echter op dat in de vacatures voor middelbaar archiefambtenaar in toenemende mate meer eisen gesteld worden dan alleen het bezit van het diploma dat aan de desbetreffende opleiding verbonden is. Vooral iemand met een of meer S.O.D.- diploma's wordt hoog aangeslagen. Ik heb er de vacatures die in een tijdsbestek van bijna twee jaren, eind maart 1975 december 1976, door V.A.N.-circulaires zijn verspreid eens bij gehaald en ben aan het tellen gegaan. Er waren in die periode tweeënveertig oproepen voor middelbaar archiefambtenaar, een aantal dat overigens niet overdreven groot genoemd kan worden als men in de Interaktie-bijdrage leest dat er per jaar ongeveer veertig of vijftig middelbare archiefambtenaren bij kunnen komen. In vijftien gevallen, en vooral de laatste tijd, strekte naast het middelbaar archiefdiploma het bezit van een of meer S.O.D.-diploma's, de akte G A. I of kennis van de moderne registratuur tot aanbeveling of stelde men het bezit daarvan als eis. In één geval werd zonder meer het middelbaar archiefdiploma alsmede de opleiding S.O.D. I en II verplicht ge steld. Een andere vacature noemde het bezit van de diploma's S.O.D. I en II als eerste vereiste terwijl de gegadigde bereid diende te zijn de opleiding aan de rijks archiefschool te volgen. Naar mijn idee hoort deze laatste oproep eerder thuis in een blad als Overheidsdocumentatie. Ook waren er buiten de vijftien genoemde geval len verscheidene advertenties waarin ofwel de opleiding voor middelbaar archief ambtenaar dan wel die aan een bibliotheekacademie e.d. gevraagd werd. Het blijkt derhalve dat bij meer dan een derde van alle vacatures voor middelbaar archief ambtenaar ook nog een of meer S.O.D.-diploma's gewenst of zelfs vereist zijn en ik [168] heb de indruk dat de vraag naar dergelijke combinaties van diploma's zich in de toekomst zal uitbreiden, vooral bij andere diensten dan de rijksarchiefdienst. De middelbare archiefambtenaren die zich aangesproken voelen door de goede toe komst waarvan herhaaldelijk sprake is, kunnen zich in veel gevallen waarschijnlijk van een nog betere toekomst verzekeren door de diploma's S.O.D. I en 11 te verwer ven. De hier gesignaleerde ontwikkeling geeft te denken. Natuurlijk staat het iedereen die van de archiefschool komt, vrij om de cursussen S.O.D. te volgen; men kan zich echter ook afvragen waarom er geen integratie van die cursussen in het programma voor de opleiding tot middelbaar archiefambtenaar plaatsvindt. Gemakkelijker is het de omgekeerde weg te bewandelen. Iemand die de S.O.D.-opleidingen, waar men met een mavodiploma reeds toegelaten wordt, met goed gevolg doorlopen heeft, kan dispensatie krijgen voor toelating tot de rijks ar chiefschool. Een registrator die op een gemeentesecretarie werkt en de kant van het oud archief op wil, kan dan in korte tijd, één jaar, aan de gestelde eisen voldoen. En het wordt voor zo'n registrator des te aantrekkelijker omdat hij al vaste voet heeft bij de gemeente, een van de grootste afnemers van archiefambtenaren. Hij kan ook een sterke troef in handen hebben bij een benoeming als archivaris, daar hij bij de desbetreffende gemeentesecretarie bekend is. Ik denk dat het hoog tijd wordt dat de rijks archiefschool, waarvoor men op z'n minst een havodiploma met een speciaal vakkenpakket moet hebben, het belang van de S.O.D.-opleiding voor toekomstige archivisten erkent door voor haar leerlingen de mogelijkheid te scheppen dat ze in het kader van genoemde school de S.O.D.- opleiding zonder al te veel belemmering kunnen volgen. Men kan, zoals in de ge noemde Interaktie-bijdrage, wel zeggen dat de archiefschool voor de opleiding tot middelbaar archiefambtenaar graag mensen aanneemt die na de middelbare school nog een paar jaar gestudeerd hebben, beloond wordt deze kennis niet. Dit dus in tegenstelling tot de studie voor de S.O.D.-diploma's, zodat men het tegenwoordig bijna aan zichzelf verplicht is om ten behoeve van de gememoreerde goede toekomst er na de archiefschool weer een paar jaar studie aan toe te voegen. In een opleiding met de duur van een jaar zal men slechts een basisvorming ver wachten. Het begint er echter op te lijken dat die basis voor de middelbare archief ambtenaar in de toekomst toch te smal zal blijken. Misschien is het daarom nodig de archiefopleiding facultatief te verlengen. Men voorkomt dan althans mogelijke teleurstellingen bij personen die na de rijks archiefschool ervaren dat die goede toekomst toch niet zo zeker was als men zich had voorgesteld en die zich daarom maar voor een cursus S.O.D. laten inschrijven, willen ze niet steeds vaker oproepen van de V.A.N. naast zich moeten neerleggen voor functies die er op het eerste gezicht wel aanlokkelijk uitzien, maar waarvoor ze niet in aanmerking kunnen komen. 15 januari 1977 SUMMARY The author reports on the position of the middle-grade archivist in the Netherlands. J. J. F. de Waal

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 37