Op de archieven van de kantongerechten Culemborg (1838-1877) en Geldermal- sen (1838-1933) na is geen van deze kantongerechtsarchieven voorzien van een eigen lijke inventaris in moderne zin, opgesteld door een hoger of middelbaar archief ambtenaar van de rijksarchiefdienst. Wel zijn ter gelegenheid van de overbrenging van deze archieven van de respectieve griffies naar het R.A. in Gelderland door griffieambtenaren103 soi-disant "inventarissen" vervaardigd en bijgevoegd, welke te beschouwen zijn als de door art. 18 lid 1 Archiefbesluit vereiste "specificaties". In wezen zijn het niet meer dan zgn. "magazijn-" of plaatsingslijsten, die in het gunstigste geval het totale archiefbestand indelen in enkele rubrieken met variëren de benamingen, bij elke rubriek het begin- en het eindjaar alsmede het totale aantal "pakken" of "dozen" vermelden en die als het heel mooi is een doorlopende nummering per jaar kennen. Mede aan de hand van deze lijsten is ten rijksarchieve in Gelderland een "Over zicht van de archieven van de Arrondissementsrechtbanken en Kantongerechten, 1838-1877" in getypte vorm vervaardigd. Dit overzicht, dat een doorlopende nummering kent en waarin de kantongerechtsarchieven in alfabetische volgorde gerangschikt zijn, vermeldt per kantongerechtsarchief gemiddeld vier tot zeven nummers. Elk nummer duidt een bepaalde rubriek uit zo'n kantongerechtsarchief aan met vermelding van de periode, welke zij beslaat en het totale aantal "pakken" of "dozen" waaruit zij bestaat104. Een van de grootste bezwaren van zowel de genoemde lijsten als het genoemde overzicht is het gebrek aan duidelijkheid en uniformiteit van de gebezigde rubrieks aanduidingen. Achter een aanduiding als "minuten van akten in civiele zaken" b.v. kunnen zowel minuten van p.v.'s en vonnissen in civiele contentieuze zaken als minuten van beschikkingen in zaken van voluntaire jurisdictie schuil gaan. En een aanduiding als "strafzaken" kan zowel slaan op processen-verbaal van terecht zittingen in strafzaken als op minuutvonnissen in strafzaken. Alleen steekproefs gewijze onderzoek kan in zulke gevallen nader uitsluitsel geven. Overigens: het prima vista tamelijk inaccessibele karakter van deze archieven blijkt in de practijk wel mee te vallen als men eenmaal enigszins op de hoogte is van het registratuurplan ervan. Dan zijn veelal drie a vier steekproeven per rubriek voldoende om de inhoud ervan te kunnen vaststellen. Als alleen al deze "hobbel" geëffend zou kunnen worden, zou reeds een aanzienlijke verbetering van de toegankelijkheid dezer archie ven worden bereikt. Wat ten slotte de toestand, waarin de onderhavige archieven verkeren, betreft: deze is redelijk tot goed te noemen. In het algemeen bestaan ze uit geweldige massa's losse stukken, die per rubriek in chronologische volgorde per jaar met een touwtje zijn samengebonden tot een "pak". Deze "pakken" zijn afhankelijk van hun omvang per gemiddeld drie a vijf in stevige kartonnen archiefdozen van het gangbare type opgeborgen. Op de "ruggen" van deze archiefdozen zijn ofwel de 103 Soms ook door ambtenaren van het Ministerie van Justitie. 104 B.v.: "55. Minuten van akten in civiele zaken, 1839-1877. 31 dozen" of "49. Minuten van akten in strafzaken, 1842-1875. 11 pakken". Soms worden nog de in zo'n rubriek ontbrekende jaren vermeld. [150] rubrieksaanduiding met de erin opgeborgen jaren ofwel bij magazijnlijsten met een doorlopende nummering de erin opgeborgen lijstnummers vermeld. Alleen de stukken van de kantongerechtsarchieven van Nijmegen en vooral Zaltbom- mel bleken van vocht te lijden gehad te hebben; sommige pakken vertoonden sporen van schimmel, souvenir van vroegere, minder geschikte bewaarplaatsen ter respec tieve griffies. Nochtans waren ook deze stukken nog goed leesbaar en te gebruiken. III.2. Steekproeven in afzonderlijke kantongerechtsarchieven. III.2.a. Archief Ktgr. Geldermalsen. De meest uitgebreide steekproeven werden gedaan in het archief van het Ktgr. Geldermalsen, lopende over de periode 1838-1933 (43m.). Niet alleen is dit archief zeer uitgebreid en vrijwel volledig105, maar daarenboven is het in de jaren 1968-'69 door een adjunct-archivist van het A.R.A. geïnventariseerd of, zo men wil, her- geïnventariseerd bij wijze van proefproject106. Na de opheffing van dit kanton gerecht in 1933 werd het archief overgebracht naar de archiefruimte van de griffie van het Ktgr. Utrecht, alwaar het ten tijde van de inventarisatie nog berustte. Nadien werd het Geldermalsense kantongerechtsarchief in october 1969 overgebracht naar het R.A. in Gelderland te Arnhem. De inventaris kent 824 nummers107 en is inge deeld in vier hoofdrubrieken, t.w. "Algemeen", "Civielrechtelijke zaken", "Extra- judiciële zaken" en "Strafrechtelijke zaken". De twee grootste "massa's" in de hoofdrubriek "Civielrechtelijke zaken" worden gevormd door respectievelijk 139 omslagen met "civiele akten en vonnissen" (1839-1933)108 en 24 omslagen met "audiëntiebladen van civiele vonnissen" (1838- 1920)109. De subrubriek "civiele akten en vonnissen" bleek bij het nemen van een vijftal steekproeven110 alleen maar acten betreffende extra-judiciële zaken te bevat ten, t.w. minuten van beschikkingen van de Ktr. op ingekomen verzoekschriften en p.v.'s van buitengerechtelijke ambtshandelingen van de Ktr., o.m. p.v.'s van los pje inleiding van de inventaris vermeldt, dat "wegens tijdgebrek" geen vernietiging heeft plaatsgevonden van archivalia uit dit archief. Wellicht een niet zo ongelukkige omstandigheid nu een nieuwe bezinning ten principale op deze problematiek gaande is. Overigens is ook dit archief niet geheel volledig; blijkens de inventaris zou er b.v. een "gat" zitten in de p.v.'s van terechtzittingen in strafzaken tussen de jaren 1865 en 1887. Een verificatie kon wegens tijdgebrek niet plaatsvinden. 106 Inventaris van het archief van het Kantongerecht Geldermalsen door R.C.M. Jacobs, 's-Gravenhage, maart 1969 (getypt, 1 21 pp). Hoewel het titelblad uitsluitend de naam van de heer Jacobs vermeldt, heeft hij in feite slechts het werk van enige voorgangers met betrekking tot dit archief afgerond. In de inleiding wordt vermeld, dat deze "als voor beeld" bedoelde proefinventarisatie verband hield met een in 1965 door de Minister van Justitie gedane adviesaanvraag aan de algemeen rijksarchivaris en een als gevolg daarvan door de IVe afdeling van het A.R.A. ingesteld onderzoek "naar de moge lijkheid tot vernietiging van archiefstukken uit gerechtelijke archieven", meer in het bij zonder die van arrondissementsrechtbanken en kantongerechten. 107 Nog vermeerderd met twee later toegevoegde nummers. 108 Inv. nrs. 59-197. 109 Inv. nrs. 198-221. 110 Onderzocht werden de jaren 1839 (inv. nr. 59), 1844 (inv. nr. 64), 1854 (inv. nr. 74), 1892 (inv. nr. 134) en 1933 (inv. nr. 197). [151

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 28