Berichten
de sources archivistiques et histoire religieuse en France" een overzicht geeft van de
lotgevallen van de R.K kerkelijke archieven. Uit deze bijdrage spreekt zorg om het
behoud van de meer recente kerkelijke fondsen, die slechts zelden verantwoord
geborgen en beheerd worden.
Aflevering 91 bevat de weergave van het congres van 1975, dat gewijd was aan het
onderwerp "L'accès du public aux documents d'archives". Naar mate de afstanden
in een land groter worden, groeien ook de problemen van het gebruik van archief
stukken. Nog meer dan hier spreekt in Frankrijk de noodzaak om veelvuldig
gebruikte archieven te copiëren omdat het gebruik elders extra slijtage veroorzaakt.
Interessant zijn de mededelingen over de voortgang van de automatisering binnen
de Archives Nationales. Zo is het aanvragen door het publiek en de bezoekers
statistiek al sterk gesystematiseerd. Typisch Frans is de naamgeving aan de auto
matiseringsprojecten:
"Minotaure" voor de bewerking der notariële archieven en "Leonore" voor de
indicering van de dossiers van het Legioen van Eer. Tot de aanbevelingen van de
rapporteurs de heren Bernard en Mahieu behoren
snelle voorlopige bewerking van de nog onbewerkte archieven uit de periode
c. 1800-1940
richtlijnen voor de bewerking van archieven van na 1940
meer publiceren van inventarissen, b.v. ook in de vorm van microfilms voor
de verkoop aan (Amerikaanse) universiteiten.
Een ander artikel in deze aflevering komt van de hand van Vital Chomel. Deze
bespreekt nieuwe ontwikkelingen in de geschiedwetenschap en poneert vervolgens
dat de archivistiek meer gericht is op bewerking van archieven ten voordele van
archivarissen dan van gebruikers. Met andere woorden de oude bezwaren van
sommige historici doen weer opgeld.
Van de in 1974 verschenen catalogi en inventarissen wil ik speciaal vermelden
Catalogue général des cartes, plans et dessins d'architecture; pays étrangers.
Paris 1974. Samengesteld door M. Ie Moël en Cl. F. Rochat.
M. Jurgens, Documents du Minutier Central concernant l'histoire de la musique,
1600-1650, dl. II, Paris 1974.
B.W.
Gemeente- en waterschapsarchieven
Gouda. Het gemeentearchief aan de Patersteeg 1 werd m.i.v. 21 februari 1977 ge
sloten en gaat op 1 april open in de nieuwe behuizing, het Weeshuis Spieringstraat 1,
met als postadres Groeneweg 32. Het telefoonnummer blijft 01820-16135.
[94]
Enkhuizen, Hoogwoud, Hoorn. Medemblik en Obdam. Op 23 februari 1977 werd
het kantoor van deze gecombineerde archiefdienst aan de Westhaven 20 te Medem
blik gesloten. De volgende dag werd het nieuwe adres Stadskantoor, Nieuwe Steen1,
Hoorn, telefoon 02290-12121. Daar zijn van 1 mei af alle bezoekers welkom in de
nieuwe studiezaal, waar de archieven van de bovengenoemde gemeenten tot ca. 1925
geraadpleegd kunnen worden, met uitzondering van die van Medemblik welke
uitsluitend na telefonische afspraak te Medemblik te raadplegen zullen zijn. Het
Stadskantoor is gelegen aan de rand van de wijk Risdam en bereikbaar per stadsbus,
die aansluit op de aankomsttijden van de treinen.
Kampen. Op 9 februari 1977 werd het nieuwe gebouw van de openbare archiefbe
waarplaats van de gemeente Kampen, Molenstraat 28, telefoon 05202-9852, officieel
geopend door mr. R. Hotke, directeur-generaal voor Culturele Zaken van het
ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Dit gebouw was tot
1973 als laboratorium in gebruik bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Voor
1940 was in een gedeelte van het complex een sigarenfabriek gevestigd. Als architect
bij de verbouwing trad op het bureau Roebbers en Kleindouwel te Deventer.
Van 9 tot en met 12 februari werden open-huis-dagen gehouden, waarbij aan bezoe
kers een reproductie werd uitgereikt van een pagina uit het Digestum Vetus uit 1455
met pentekeningen van de stadssecretarissen Johannes Fabri en/of Petrus Henrici.
Genootschap "Uit leerzucht"
Het gemeentearchief Zutphen geraakte door aankoop in de veiling van Van Gendt
van april 1976 (catalogusnummer 1315) in het bezit van het volgende handschrift:
Staatsrechtelijke verhandeling, waarbij onderzocht wordt of de voorvorsten van
Gelderland en Zutphen willens en machtig geweest zijn de stad Zutphen met het
privilegie de non evocando te begunstigen? en of dusdoende aan de overige steden
van dit gewest rechtmaatige redenen tot klachten gegeeven zijn? aan 't Genootschap
"Uit Leerzucht" ingediend den 31 van wijnmaand 1777 onder de zinspreuk "Virtus,
repulsae nescia sordidae, intaminatis fulget honoribus"
De zinspreuk, althans de eerste vier woorden, wordt door J. I. van Doorninck (Ver
momde en naamloze schrijvers. 1, 1883, kolom 619) toegeschreven aan Willem
van Radeland.
Mijn vraag aan de lezers van het Archievenblad is, of iemand weet waar het genoot
schap "Uit Leerzucht" is gevestigd en wie Willem van Radeland is of wie anders
achter de zinspreuk schuil gaat.
C. O. A. Schimmelpenninck van der Oije,
gemeentearchief Zutphen
[95]