oktober gehouden op de ochtenden en middagen, waarop geen plenaire congres
zittingen plaatsvonden. Van de ingediende voorstellen, die soms pas na langdurige
debatten werden aanvaard, waren de belangrijkste:
1. Het voorstel tot contributieverhoging voor alle categorieën van leden. In de
categorie "A" (Staatsarchiefdirekties/Nationale Archieven) zag Nederland zijn
contributie stijgen van 327 naar 1162. In de categorie "B" gaat de contributie
voor de verenigingen van archivarissen van 50 naar 100 per jaar. De contri
butie voor instellingen (b.v. gemeentearchieven of rijksarchieven in de provincie
werd gebracht op 40 en die voor individuele personen op 25 per jaar.
2. Het voorstel tot herziening der statuten. Dit voorstel heeft voornamelijk betrek
king op het aantal leden van het uitvoerend comité en het aantal stemmen door
federale staten uit te brengen in de Assemblée Générale, te weten drie i.p.v. twee.
3. Het voorstel tot instelling van een fonds ten behoeve van de ontwikkeling van
het archiefwezen in de derde wereld. Voorafgaande aan de stichting van dit
fonds waren de afgelopen jaren reeds schenkingen ontvangen die de voortzetting
van stimuleringswerkzaamheden in Afrikaanse en Aziatische landen mogelijk
gemaakt hebben.
In de laatste zitting van de Assemblée Générale kwamen nieuwe aanbevelingen ter
tafel, die ter goedkeuring aan het congres voorgelegd werden. Zo aanvaardde het
congres in de slotzitting resoluties die de komende jaren de aandacht zullen richten
op b.v.
de ontwikkeling van een op het contemporaine gebeuren toegespitste archiefter
minologie;
de ontwikkelingen in de informatica, zo mogelijk met bibliotheken en documen
tatiecentra;
de wettelijke status van microfilms e.d.
en werd het plan goedgekeurd om in 1977 een internationale archiefweek te organi
seren.
De vorming van sekties waarin landen uit een bepaalde niet Europese regio
samenwerken werd goedgekeurd voor het Caraïbische gebied, een groot gedeelte van
Latijns-Amerika en voor Zuid-West Azië. De vorming van andersoortige sekties
werd goedgekeurd ten aanzien van archivarissen werkzaam bij internationale organi
saties en ten aanzien van verenigingen van archivarissen.
Tenslotte werd besloten het volgende congres in Londen te houden. De tegenwoor
dige vice-president van de Conseil International des Archives (C.I.A.) lames B.
Rhoads, archivist of the United States, werd verkozen tot voorzitter als opvolger
van de Rus dr. F. I. Dolgih. Tot vice-presidenten werden gekozen I. Ede (Groot-
Brittanië) en S. N. Prasad (India). Van de verkozen leden van het uitvoerend
comité vermelden we nog mevrouw Soemartini (Indonesië) en prof. dr. Hans Booms
(West-Duitsland) beiden met ingang van 1978.
Een aantal bekende archivarissen werd vanwege langdurige verdiensten voor de in-
[62]
ternationale samenwerking onderscheiden met het erelidmaatschap. Hier noemen we
0.m. de heren Bein (Israël), Chain (Polen), Dubosq (Frankrijk) en Jörgensen (Dene
marken).
Verslag van de bijeenkomst van vertegenwoordigers van archief-
verenigingen. Rapporteur drs. B. Woelderink.
Thema "Samenwerking van verenigingen van archivarissen".
Begin 1976 heeft dr. Helmut Dahm (West-Duitsland) een enquête gehouden op in
stigatie van het uitvoerend comité van de I.C.A. onder alle verenigingen van archi
varissen, op dat moment aangesloten bij de internationale organisatie of uit ande
ren hoofde bekend. Tijdens het congres te Washington is in de vorm van een rapport
het resultaat van deze enquête besproken in een aparte bijeenkomst van de afge
vaardigden der verenigingen. Zoals uit de vraagstelling in de enquête al duidelijk
was geworden, beoogde de I.C.A. de verenigingen te peilen over een mogelijke ver
groting van hun aandeel in de internationale werkzaamheden. De bereidwilligheid
van veel verenigingen tot vergroting van de invloed der leden "categorie B" resul
teerde in een concept-voorstel van dr. Dahm. Daarin stelde hij voor om de beroeps
verenigingen op grond van art. 34 van de statuten te laten samenwerken in een ver
band, dat als een sektie binnen de I.C.A. zal funktioneren. Dit voorstel is door de
aanwezige vertegenwoordigers der verenigingen aanvaard en door het congres over
genomen. Het uitvoerend comité is verzocht om een werkcommissie te willen be
noemen bestaande uit vertegenwoordigers van verenigingen uit West-Duitsland, En
geland, Nederland (voorzitter V.A.N.), Polen, Israël, de Verenigde Staten van Ame
rika en Brazilië. De vertegenwoordiger van West-Duitsland dr. Dahm is bereid het
voorzitterschap van de werkcommissie op zich te nemen, terwijl het secretariaat in
de beginfase zal worden waargenomen door het bureau van de Association of
American Archivists.
Het is het voornemen om de bijeenkomsten van de werkcommissie en vervolgens van
de sektie vergaderingen te koppelen aan de bestaande internationale bijeenkomsten
zoals de Table Ronde en het vier-jaarlijkse archiefcongres. Ook wordt gedacht aan
publicaties van de sektie hetzij via "Archivum" of via mededelingenbladen.
Met deze nieuwe aanpak worden voornamelijk twee zaken beoogd:
1de bevordering van de samenwerking tussen de beroepsverenigingen,
2. de versterking van de invloed van niet politiek gebonden organisaties binnen de
I.C.A. als tegenwicht tegen de sterkere politisering van de grote internationale
organisaties.
De slotzitting van het congres was vol van de gebruikelijke plichtplegingen. Veel
dank werd terecht gebracht aan de organisatoren. "Tot ziens in Londen" waren de
afscheidswoorden van de voorzitter, die met alle aanwezigen kon terugzien op een
zeer geslaagd symposium, dat overal in de wereld van de archiefmedewerkers de
volle aandacht verdient. Misschien horen wij binnenkort iets over de zogenaamde
evaluatie. Want daar komt het ook nu weer op aan.
[63]