aangedragen vanuit de metropolitan landen. Vandaar dat de door hem geboden
samenvatting verre van volledig is. genoden
Waren archiefzorg en archiefbeheer vóór 1945 slechts in Europa, Noord-Amerika
en Australië redelijk geregeld, daarna heeft de dekolonisatie geleid tot een revo-
lonnaire groei van het archiefbedrijf in de nieuwe landen. Alleen al in Afrika
kwamen sinds de tweede wereldoorlog 21 staatsarchiefdiensten van de grond (1946-
Ghana m1971: Algarië). viera.a.en (Tchad, Liberia. Rwand, en Bnrnnd.l z!/„ ze
het arcWel™ s !"a,s'rchi«fdi™«° Zuid-Amerika wordt ook
et archief van Suriname genoemd, ressorterend onder de Eerste Minister en reeds
voorzien van een restauratieatelier. De rapporteur gaat verder in op de TlZZrl
bij de archiefdiensten van de ontwikkelingslanden voor klimaatregeling in de be
waarplaatsen, de bestrijding van insekten en mikroben, over de opSingsl/elit
heden, in Dakar en Accra ook financieel gesteund door de Unesco, over de regis-
Het pand van de vierde zitting waarvan mr. A.E.M. Ribberink deel uil maak,e.
tratie van mondelinge overleveringen (Gambia en Malawi), over publicatiemoge
lijkheden van de archiefdiensten (Kenya: ECARBICA JOURNAL) en over de
bittere noodzaak van versnelde opleiding van personeel en de snelle bouw van
nieuwe bewaarplaatsen en restauratieateliers. Het eerste deel van het rapport eindigt
met de peroratie: "Tous les pays sont en proie au problème de sa voir comment
obtenir le repatriement de leurs archives émigrées".
In het tweede deel van dit lezenswaardige verslag behandelt de heer Sowoolu de
situatie in de verschillende landen, waaruit blijkt, dat twee kleine Europese natie's
pas relatief kort over een eigen centrale staatsarchiefdienst beschikken en wel
Luxemburg sinds 1960 en Monaco sinds 1969.
De heer G. Cangah (Ivoorkust) is in de behandeling van het aan hem toevertrouwde
thema afgeweken van de procedure van de enquête. Hij heeft zich beperkt tot het
geven van een eigen visie (un exposé magistral!), daarin bijgestaan door zijn collega
Mbaye uit Senegal. Hij vraagt zich af wat eigenlijk wel het verschil is tussen het
gebruik van archieven in ontwikkelde landen en in ontwikkelingslanden. In wezen,
zo schrijft hij verder, is de taak van de archivaris met "jonge" archieven dankbaar
der omdat hij door de toelevering van documenten rechtstreeks betrokken is bij de
industrialisatie, ontginningen, ruimtelijke ordening, prijsontwikkeling enz. Aan de
andere kant is de aanwezigheid van relatief oudere bestanden belangrijk teneinde
te voorkomen dat opnieuw geprobeerd wordt wat in het verleden onder vergelijk
bare omstandigheden tot mislukking gedoemd bleek. In het culturele vlak draagt een
goed functionerende archiefdienst bij tot versterking van het zelfvertrouwen en de
nationale identiteit.
Het rapport van de Argentijnse archivaris dr. A. Tanodi zou eigenlijk door veel meel
vakgenoten moeten worden gelezen, dan tot op heden het geval is. Hier volgen enige
bijzonderheden over de hulp welke door België op internationaal niveau is en wordt
geboden: Er waren kontakten mei Zaire (Kinshasa), Senegal (Dakar), Chili (Santia
go), Tunis, Turkije, Urugay. De bijstand varieerde van het geven van colleges op
universiteiten, het onderwijzen van aankomende archivarissen, het ordenen van ar
chieven, het zenden van deskundigen, tot het inrichten van een ultra-modern "pho
tographic laboratory". België beijverde zich voor de totstandkoming van de "Guide
to the historical sources of the nations", waarvan de delen over Latijns Amerika en
Afrika ten zuiden van de Sahara gereed zijn, terwijl de publicaties over Noord-
Afrika, Azië en Oceanië in voorbereiding zijn.
Dit laatste geldt eveneens voor Nederland, dat uiteraard zeer geïnteresseerd is en op
een gelukkige wijze samenwerkt met collega's in de vroegere koloniën en in de
Nederlandse Antillen. Het gaat om deskundige hulp ter plaatse door archivarissen
van het Algemeen Rijksarchief. De restauratie van archieven, alsmede de ordening
daarvan staan hoog genoteerd.
Hier volgt de tekst van de bijdrage, die de Algemene Rijksarchivaris mr. A. E. M.
Ribberink als lid van het panel voor de vierde zitting heeft uitgesproken over ver
wante archieven:
[59]