™nerrPreker"- P' KurantOV Uit de SovJet Unie wa* er in geslaagd een verhaal
an 60 pagina s over de wetenschap van de archieforganisatie archival manage
ment science samen te stellen, waarin hij de gegevens, die hij via een enquête van een
aantal staats-archieven verkregen had, zeer uitgebreid meedeelt. Hij besteedt boven-
len ruime aandacht aan de huidige situatie op dit gebied in de Sovjet Unie zodat
de lengte van zijn bijdrage hiermee wel verklaard is. Vanzelfsprekend moest hij zich
m zijn betoog op de zitting zelf beperken, gezien de spreektijd die er voor iedere
spreker gereserveerd was. Drie aspekten van de archief-organisatie-leer haalde hij
naar voren. In de eerste plaats de interne organisatie van de archiefdiensten vooral
met het oog op het meest optimale gebruik van het aanwezige materiaal, geld en
arbeid. Hij achtte daartoe een economische analyse, gecombineerd met gedetailleer
de een- en vijfjarenplannen het beste middel. Ten tweede noemde hij de invloed,
die de resultaten van ander wetenschappelijk onderzoek buiten het archiefwezen od
e archiefdiensten uitoefenen. De veranderde wetenschappelijke vraagstelling stelt
nu eenmaal andere eisen aan de "waardering" van archiefstukken (dé Duitse term
Bewertung" en het Engelse "appraisal" staan voor ons "vernietiging", een totaal
ander gezichtspunt). Kurantov meent, dat het hele "waarderings"-probleem veel
wetenschappelijker aangepakt zou moeten worden, zodat met name vanuit de
archiefdiensten de administraties meer beïnvloed worden. Ook op andere gebieden
hoewei aanvankelijk niemand verplicht was de opgenomen archiefstukken te vernietigigen
werd in dc praktijk de mogelijkheid tot vernietiging tot een verplichting.
Er zou geen tijdelijke bewaring van archiefbescheiden moeten zijn in het vagevuur (limbo)
tussen het dynamische en het statische stadium: zodra de archiefstukken niet meer door
de administratie gebruikt worden, zouden de bescheiden, die voor vernietiging in aan-
pï/h Tf ^°men' afëezonderd moeten worden voor de vernietiging. De selektie zou even
goed als de vernietiging moeten worden uitgevoerd bij de administratie, hoewel zij het
advies moet opvolgen van de daartoe aangewezen archiefbeheerder.
Om m de praktijk te kunnen werken hebben alle departementen lijsten vastgesteld voor
de vernietiging van archiefbescheiden, die de goedkeuring behoeven van de Minister van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. De meest gebruikte lijst is de algemene lijst
voor gemeentelijke archiefbescheiden, die dateert uit 1948. Omdat de opsomming volgens
°nbrU,kbaar bleek te z'in bugon een werkgroep van de Vereniging van
dcrlandse gemeenten met het ontwerpen van een nieuw stel lijsten op basis van een
ander principe, dat de archiefbescheiden moesten worden samengevoegd volgens hun
funkties binnende administratieve organisatie. Vernietiging op grond van officiële lijsten
strafii U'ts,Ultend PIaats blJ dle archiefbescheiden, die nog onder het beheer van de admini
stratie berusten. Archiefstukken, die reeds aan een archiefdienst zijn overgedragen kunnen
alleen vermetigd worden met de machtiging van de Minister van Cultuur Recreatie en
Maatschappelijk Werk en/of van het overheidsorgaan dat deze stukken naar een archief
bewaarplaats heeft laten overbrengen. arcmcr-
mohiimneSCheid? °Uder.dan het iaar 1813 (of. eigens de mening van anderen vóór
archivarissen"" Vemietlgd W°rden V°Igens het a|gcmene oordeel van de Nederlandse
Verslag van de tweede zitting
Rapporteur mr. F. Keverling Buisman te Assen. Thema "The technological
Revolution".
[52]
ziet hij invloeden van de resultaten van andere wetenschappen b.v. bij de bescher
ming en restauratie van archivalia, bij de bouw van archief-bewaarplaatsen en bij de
acquisitie en inspektie.
Als derde punt stipt Kurantov de snelheid aan, waarmee onderzoeksresultaten, be
paalde ontwikkelingen en/of praktijkervaringen zowel nationaal als internationaal
hekend gemaakt worden. Het meest geëigende middel hiertoe acht hij vanzelfspre
kend de verschillende tijdschriften. Tenslotte wijst hij nog op de tekortkomingen in
de huidige archief terminologie; hij stelt voor een geheel nieuwe terminologie samen
te stellen, waarin alle termen in de archiefwereld gebruikelijk opgenomen worden,
ook die betrekking hebben op gebouwen, depóts e.d., opdat bij internationale bijeen
komsten daarover geen misverstanden meer ontstaan. Een aanbeveling van die
strekking werd op de slotzitting aangenomen. In zijn laatste zinnen stipt Kurantov
nog even het probleem aan van het gebruik van de computer in de archieven (vooral
het punt van de aanschaf).
Eigenlijk was dit het terrein van de tweede spreker, L. Bell (Groot-Brittanië), die
het belang van "machine-readable records" zou toelichten. De volledige titel van
zijn voordracht luidt The archival implications of machine-readable records. Bell
maakt een onderscheid tussen computerbanden die door de administraties aangelegd
worden en die door wetenschapsmensen bij het verwerken van archiefmateriaal
worden samengesteld.
In zijn speech doelt hij alleen op de eerste banden. Hij gaat in op de technische
aspekten van de banden (levensduur, toegankelijkheid en gebruik) en besteedt daar
naast aandacht aan het "psychologische" probleem, dat bij een groot aantal archiva
rissen een zekere onwil om zich met de computer problematiek bezig te houden be
staat. De archiefdiensten zullen dat in zijn ogen echter wel moeten gaan doen, om
dat anders andere instellingen de taak van de archieven op dit punt aan zich zullen
trekken. Daarbij komt natuurlijk de kwestie van het technische personeel, dat nodig
is om een computer te bedienen; er moeten zijns inziens archief-computer-deskundi
gen komen. Tenslotte noemt Bell nog de problematiek van de "Bewertung" van
computerband.
Als laatste van deze tweede zitting beklimt madame Carmen Crespo (Spanje) het
spreekgestoelte. Zij geeft een opsomming van de technische verbeteringen die in de
afgelopen jaren mogelijk zijn geworden in de bescherming en restauratie en verme
nigvuldiging van archivalia. In haar betoog besteedt zij aandacht aan de archief
depots, mogelijkheden tot bescherming van het materiaal en de inrichting van de
depots. Tevens geeft zij een overzicht van de bestaande restauratietechnieken en de
inrichting van restauratie-ateliers; ook spreekt zij over het nut van een centraal on
derzoekslaboratorium. Tenslotte wijdt zij nog enige woorden aan de inrichting van
reproduktie-afdelingen in archieven, en het gebruik en de vermenigvuldiging van
microfilms en andere microvormen.
Van de bijdragen van de vier panelleden vallen vooral de betogen van Poole (V.S.)
en Rambusch (Denemarken) op. De eerste gaat voornamelijk in op de bijdrage van
madame Crespo: hij noemt verschillende mogelijkheden voor het blussen van ar-
[53]