voor een logge bestuurslichamen zullen in feite het beleid inzake het beheer van het conglomeraat bepalen! Het is duidelijk, slechts in vier provincies kan men het conglomeraat inbedden in het regionale cultuurbeleid. Men kan zich in dit verband zelfs afvragen of door de territoriale herindeling niet juist een mogelijkheid verloren gaat om de rijksarchieven in de provincies om te vormen tot provinciale diensten. Er is daarom voor het conglomeraat geen regeling mogelijk, die simpelweg uitgaat van het systeem van het Concept-ontwerp: uitdeling van rijkstaken aan de provin cies zonder doeluitkeringen. Het Concept-ontwerp lijkt de mogelijkheid van toe wijzing van rijkstaken in combinatie met doeluitkeringen wel niet geheel uit te sluiten, maar die oplossing zou het bovengesignaleerde bezwaar van rijksinmenging met zich meebrengen. Op grond van het voorafgaande is het zeer de vraag of het wenselijk is het conglo meraat aan de provincies nieuwe stijl over te dragen. Als er anderzijds uitgegaan wordt van beheer van het conglomeraat door het rijk middels de huidige rijksarchief bewaarplaatsen in de provincie doet zich de vraag voor wat er moet gebeuren met de archieven, die gevormd zullen worden door de provincies n.s. Is het doelmatig, dat daarvoor in elke provincie n.s. een aparte archiefbewaarplaats komt ofwel moet er worden gedacht aan samenwerking van meerdere provincies n.s. of aan onderbrenging in bestaande rijksarchiefbewaarplaatsen? Hoewel het concept-ontwerp van wet in het algemeen wijst in de richting van beheer door de provincies n.s. van hun eigen overgedragen archieven, kan er op grond van doelmatigheidsoverwegingen van die gedachte afgeweken worden, zodat t.a.v. de provincies n.s. een regeling getroffen wordt overeenkomstig de thans voor de huidige provincies vigerende. Een bezwaar tegen deze laatste oplossing ligt in de "exterritorialiteit", d.w.z. dat van een aantal provincies n.s. de archieven na overbrenging beheerd zullen worden in rijksarchiefbewaarplaatsen buiten die provincies. Enerzijds kan men hieraan door stichting van nieuwe rijksarchiefbewaarplaatsen tegemoet komen, anderzijds kan er gewezen worden op de alom geaccepteerde exterritorialiteit van gemeentelijke ar chieven bij deelname in een streekarchief". Schema II de zorg38 voor het conglomeraat berust bij de zorg38 voor de archieven van de provincies n.s. berust bij 1. provincie provincie 2. rijk provincie 3. rijk rijk Men bedenke dat pas over 50 jaar de eerste overbrenging plaats zal moeten vinden- bouw toe zijn versch,llende bestaande rijksarchief bewaarplaatsen (weer) aan nieuw- Zorg hier weer gebruikt in de betekenis van noot 31. [28] Slot Er moeten twee hoofdkeuzen gemaakt worden: 1de zorg voor het conglomeraat bij het rijk of bij de provincie n.s.; 2. de zorg voor de archieven der gemeente bij de provincie n.s. of de gemeente; deze keuze wordt bemoeilijkt door de onzekerheid die bestaat inzake het medebewind der gemeenten. Men kan nu de mogelijke oplossingen voor de zorg voor de overgebrachte archieven als volgt in schema brengen39: Schema III de zorg voor het conglomeraat berust bij de zorg voor de archie ven van de provincies berust bij de zorg voor de archieven van de gemeente berust bij 1provincie provincie gemeente 2. rijk provincie gemeente 3. provincie provincie aprovincie b. provincie met medebewind gemeenten40 4. rijk provincie a. provincie b. provincie met medebewind gemeenten40 5. rijk rijk gemeente 6. rijk rijk provincie met medebewind gemeenten40 Het centrale probleem van de hier behandelde materie is, dat men met een samen gestelde keuze te maken heeft. Men kan niet kiezen voor één simpel model. Men moet twee preferenties bepalen betreffende het conglomeraat en betreffende de gemeente en daarna vaststellen, welke totale oplossing men verkiest. Wie meent dat de zorg voor de archieven der gemeenten het beste in handen der provincies berust, daarnaast meent dat het nieuwe bestel zal meebrengen dat de provincie n.s. haar eigen archieven beheert, verder voelt voor decentralisatie van de rijksarchief dienst, behoeft nog niet te kiezen voor model 3, omdat hij tenslotte kan menen, dat zelfs wanneer het medebewind der gemeenten wordt toegepast het Neder landse archiefwezen dan tezeer een zaak van de zo verschillend geïnteresseerde pro vincies zal zijn. Wie voorstander is van het voortbestaan van de rijksarchieven in de provincies, en ook van een gemeentelijke archiefzorg, behoeft nog niet geporteerd 39 Het toezicht op de zorg en het beheer (inspectie) is buiten beschouwing gelaten ten einde de zaak niet nog ingewikkelder te maken. De commissie meent dat in ieder model de inspectietaak goed geregeld kan worden en dat dit facet bij het maken van een keuze uit de verschillende modellen slechts een ondergeschikte rol speelt. 40 Voor de verschillende vormen waarin dit medebewind kan voorkomen zie p. 23. [29]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 18