Ad II.6. Archiefanalyses "Unter einer Bestandsanalyse versteht man die von den Erkentnissen der histori sche Materialismus ausgehende zusammenfassende Beurteilung der Auswertbar- keit eines Archivbestandes für geschichtswissenschaftliche Forschungen sowie für die Befriedigung aktueller Informations-bediirfnisse aus vorwiegend politischem und volkwirtschaftlichem Interesse"23. Ontdaan van de politieke lading blijkt, bij raadpleging van de in de Oostduitse "Archivmitteilungen" gepubliceerde "Bestandsanalysen" het te gaan om korte ver handelingen over een bepaald archief, waarin op de waarde van bepaalde bestand delen van het archief voor bepaalde vormen van historisch onderzoek wordt ge wezen. Uiteraard subjectief (zie de definitie!), maar naar mijn mening toch een goede "vertaling" van het archief voor de onderzoeker. Mentink heeft in zijn eerder genoemde schema een plaats gegeven aan een "in houdelijke vertaling" van een bepaald archief als geheel of van een gedeelte van een bepaald archief24. Zo'n inhoudelijke vertaling dient hetzelfde doel als een "Bestandsanalyse". Tijdens het symposion "De archieven en het wetenschappelijk onderzoek" in 1972 heb ik gesuggereerd25 dat degene die een archief geïnventariseerd heeft tevens een nota van enkele bladzijden maakt, waarin staat aangegeven wat men met het ar chief kan doen. Veel informatie waarover de inventarisator al werkend komt te beschikken kan niet in de inventaris worden ondergebracht, maar kan in zo'n archiefanalyse worden verwerkt. Juist omdat een archiefanalyse altijd subjectief blijft (nl. bepaald door wat de inventarisator belangrijk acht, afhankelijk van zijn of haar kennis van terreinen van onderzoek) moet deze niet bij de inventaris wor den gepubliceerd, maar afzonderlijk. Eventueel kan later, bij verandering van de vraagstelling, nog weer eens een analyse van hetzelfde archief gemaakt worden. Publikatie van archiefanalysen in het "Nederlands Archievenblad" heeft het voor deel dat ons tijdschrift ook voor niet-vakgenoten iets te bieden heeft, maar publi katie in b.v. "Bijdragen en mededelingen van het Nederlands Historisch Genoot- 22 Nederlandse archiefterminologie nr. 103. 23 A. KOBUCH, Analyse des Bestandes Ministerium der Justiz und Hauptabteilung Justiz der Landesregierung Sachsen (1945-1952), Archivmitteilungen 23 (1973) 127-131, met opgave van eerder verschenen Bestandsanalysen. Vgl.: Ordnungs- und Verzeichnungsgrundsatze für die staatlichen Archive der Deutschen Demokratischen Republik (Potsdam 1964) 213: "Die Bestandsanalyse lenkt den Benut- zer auf den Quellenwert des Bestandes hin. Sie hebt inhaltliche Schwerpunkte, bedeut- same Auswertungsmöglichkeiten, besondere Quellengattungen, nicht zu vermutende Quellen usw. hervor". 24 G. J. MENTINK, De memories van successie als bron voor de sociale geschiedenis, Mededelingenblad Nederlandse Vereniging voor Sociale Geschiedenis, juni 1970, 42-43. B. WOELDERINK, Het archief van de Centrale Administratie van de Dienst van Po litie te Rotterdam, 1845-1910. Mededelingenblad Nederlandse Vereniging voor Sociale Geschiedenis, juni 1970, 44-48. 25 NAB 76 (1972) 405-406. Het toen door mij met betrekking tot de aankondiging van inventarissen in de kroniek van de "Bijdragen en mededelingen" gebezigde woord "war taal" neem ik bij deze terug, met excuses aan prof. dr. H. P. H. Jansen. 256 schap" of "Tijdschrift voor geschiedenis" zou het voordeel hebben dat een ruimere kring van historici ervan kennisneemt. Ad 11.7Analytische inventarissen De analytische inventaris heeft in Frankrijk zijn hoogste vorm bereikt: van elke band en van elk deel worden de daarin opgenomen bescheiden afzonderlijk be schreven26. In ons land komt deze vorm wel voor27, maar m.i. terecht conclu deerde Fasel28: "Het is dan ook mijn stellige overtuiging dat degenen, die roepen om analytische inventarissen, ongelijk hebben. Als de gebruikers m.i. terecht kla gen, dat onze inventarissen te beknopt zijn, dan zullen wij aan dit billijk verlangen moeten voldoen door het maken van regestenlijsten, brievenlijsten, indices, bron nenpublicaties, die niet alleen uit wetenschappelijk oogpunt, maar ook uit vak technisch oogpunt het beste middel zijn om de gegevens in onze archieven zicht baar te maken." Ad 11.8. Regesten(lijsten) Men kan op verschillende wijze de inhoud van een archiefbestanddeel (stuk, serie) ontleden (analyseren) en samenvatten. De klassieke vorm is het regest, oorspron kelijk alleen van akten, later ook van brieven29. De term regest is nogal beladen door het accent op de vereiste (maar ofwel nietszeggende of teveel zeggende30) sa menvatting van de rechtshandeling. De door het Amsterdamse gemeentearchief vervaardigde analyses van notariële akten31 verschillen slechts van het regest, in zover de literair beschrijvende vorm is verlaten en het accent minder op de rechtshandeling, meer op de afzonderlijke gegevens valt. Niet ten onrechte worden deze dan ook een tussenvorm tussen het regest, het repertorium en de index genoemd32. 26 Elsevier's Lexicon of Archive Terminology nr. Ill: "inventaire analytique.lors- qu'il s'applique a chacune des pièces d'un article ou a chacun des actes d'un régistre". 27 Een vroeg voorbeeld J. C. OVERVOORDE - J. W. VERBURGT, Archief der se cretarie van de stad Leiden 1253-1575 (Leiden 1937) inv. nr. 424, waar een register met stukken betreffende geschillen over het privilege van de buitenneringen, 1521-1579 wordt ontleed in een opgave van alle afgeschreven stukken (in de inventaris IOV2 blz. beslaande, ongerekend de 116 regesten die dit deel oplevert). Zie nog b.v. inv. nr. 1188, 1241. Zie verder de serie Peellandse archiefinventarissen door E. J. Th. A. M. van Em- stede (zie volgende noot). 28 W. A. FASEL, De analytische inventaris, N.A.B. 75 (1971), 127-131. 29 B.v. A. P. VAN SCHILFGAARDE, Het archief van het huis Bergh. Regestenlijst van brieven 1419-1586 (7 dln.). 30 Dekker a.w., 368-369. 31 P. H. J. VAN DER LAAN, De praktijk van het indiceren, N.A.B. 77 (1973) 355- 356. 32 De ontsluiting van de notariële archieven 1842-1895. Verslag van commissie IV van de Archiefraad (Rijswijk 1973) 16. 257

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 9