Leesch noemt een dergelijk overzicht een "Kurzübersicht of Bestandliste De Fransen noemen dit een "état sommaire" of "etat par fonds (état des fonds) Ik stel voor deze toegang een staat van aanwezige archieven te noemen. ad 1.2. Archiefgidsen Wanneer de staat van aanwezige archieven wordt uitgebreid met meer of minder uitvoerige gegevens over inhoud en structuur, historische toelichting enz. ontstaat een "Bestandsübersicht" of "guide d'archives": Plus etoffe, 1 état sommaire de- vient le guide d'archives"6. Leesch legt het verschil tussen het onder 1 bedoelde Kurzübersichten het hier te behandelen "Bestandsübersicht" hierin, dat de laatste niet alleen gegevens le vert over omvang en periode van de bestanden, maar ook over de inhoud van de afzonderlijke archieven. Zo beslaan de gegevens over de in het Staatsarchiv Mün- ster bewaarde archieven van het Fürstentum Oranien-Fulda in het (in noot 4 genoemde) Kurzübersicht drie regels, in het Bestandsübersicht7 acht bladzijden. In ons land treffen we zowel de term overzicht als archiefgids aan voor een der gelijke uitgewerkte staat van aanwezige archieven. De grens met de onder 1 be doelde staat van aanwezige archieven is echter vloeiend: vaak treft men in een archiefgids of overzicht summiere en uitvoeriger gedeelten door elkaar aan. Voorbeelden van dergelijke mengvormen: J. E. J. GESELSCHAP - G. 'T HART, De archieven berustende in de archiefbewaar plaats der gemeente 's-Gravenhage (z.pl. 1963); A. GRAAFHUIS - J. G. RIPHAAGEN, Gids voor de Utrechtse stedelijke archieven en verzamelingen (Utrecht 1968); L. P. L. PIRENNE, P. VAN ITERSON en P. G. J. M. WAGENAAR, De rijksarchie ven in Nederland, 2 dln. ('s-Gravenhage 1973). De term "overzicht" zou ik, in navolging van de "Nederlandse archiefterminolo gie" (nr. 101) en Leesch, willen reserveren voor het genus: deze term overkoepelt de staten van aanwezige archieven en archiefgidsen (hoofdvormen) en de bijzon dere vormen: archiefgidsen per depot enz., overzichten van archiefinventarissen en magazijnstaten (zie schema). 4 Twee voorbeelden: H. RICHTERING, Die Bestande des Staatsarchivs Munster, Kurzübersicht (Munster 19712); Die Bestande des Hauptstaatsarchivs Düsseldorf. Kurzübersicht (Düsseldorf 1974). Opgemerkt moet worden dat dit laatste Kurzübersicht voor de periode tot 1794 met opzet beknopt is gehouden, daar voor de archieven uit die periode verwezen kan wor den naar het uitvoerige Bestandsübersicht (zie hierna onder II. 1): F. W. OEDIGER, Das Hauptstaatsarchiv Düsseldorf und seine Bestande (Düsseldorf 1970). Het Kurzübersicht van de nieuwe archieven is uitvoeriger. 5 DUCHEIN t.a.p.; M. BAUDOT, Les instruments de recherche, Manuel d'archivisti- que (Paris 1970) 243-293 (met vele voorbeelden). BAUDOT, a.w., 254. 7 W. KOHL - H. RICHTERING, Das Staatsarchiv Münster und seine Bestande. I. Behörden der Übergangszeit 1802-1816 (Münster 1964) 95-102. 250 De term "archiefgids" is in ons land ingeburgerd voor wat Leesch een "Bestands übersicht" noemt. Het lijkt me goed deze term te blijven gebruiken, daarbij aan sluitend bij de Franse praktijk waar de archiefgids zijn hoogste vorm heeft bereikt waarin de term "guide d'archives" gebruikt wordt als aanduiding zo wel voor de hoofdvorm als voor de bijzondere vormen (zie ad II.3). Leesch reserveert (als ik hem goed begrijp) de term "Archivführer" voor een ge schrift van meer algemeen karakter, gericht op de propaganda voor wat het archief doet. Een Nederlands voorbeeld daarvan is de Nijmeegse archiefgids8, een weg wijzer die een mengvorm is van wat Leesch onder "Archivführer" en "Bestands übersicht" verstaat. De kleinste vorm van het type "Archivführer" is volgens Leesch de archiefpros pectus. Wij kennen wel archiefprospectussen9, maar deze geven, anders dan Leesch veronderstelt, geen informatie over de aanwezige archiefbestanden. ad 1.3. Lijsten De eerste vorm van toegang tot een afzonderlijk archief is vaak een niet-systema- tisch ingedeelde beschrijving van de archiefbestanddelen, b.v. de lijst behorend bij het proces-verbaal van overbrenging of inbewaringgeving. Iets verder in de rich ting van een inventaris gaat wat in het overzicht van het Sociaal-Historisch Cen trum10 heet een overzichtsstaat: "een lijst van de formele aard der stukken, ge groepeerd in een niet definitief gestructureerde volgorde". Vele "voorlopige inven tarissen" of "inventarissen in handschrift" zijn (helaas ook wel: blijven) in de fase van "lijst'. Ad 1.4. Inventarissen De "Nederlandse archiefterminologie" (nr. 100) geeft een sobere definitie van een inventaris: een systematisch ingedeelde beschrijving van de bestanddelen van een archief of een fonds. In het spraakgebruik omvat een inventaris echter, behalve de eigenlijke systematisch ingedeelde beschrijving van de archiefbestanddelen, een inleiding (waarin de beschrijving van de archiefvorming en de lotgevallen van het archief, de geschiedenis van de archiefvormende "instantie", de verantwoor ding van de inventarisatie), met literatuuropgave, een index en een inhoudsopgave (zie "Handleiding" 64) en eventuele bijlagen als een opgave van vernietigde stukken, concordanties enz. In het overzicht van het Sociaal-Historisch Centrum wordt de term inventaris in deze uitgebreide zin gebruikt. Ook Leesch noemt als kenmerken van de inventaris de wetenschappelijke bewerking en toelichting. 8 Uw gemeentearchief. Wegwijzer voor geïnteresseerden in en gebruikers van de ar chieven en verzamelingen, berustend in het gemeentearchief van Nijmegen (z.pl. 1971). 9 "Wegwijs in openbare archieven" (uitgave C.R.M.), de folder van het gemeente archief te 's-Gravenhage en de bijzonder aardige folder van het Delftse gemeentearchief. 10 TH. P. M. HUIJS (red.), Overzicht van de inhoud van de archiefbewaarplaats van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, in: Studies over de sociaal-economische geschiedenis van Limburg 19 (1974) [Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg45-202, citaat op blz. 64. 251

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 6