Verdere maatregelen, te nemen in verband met de verhuizing (omstreeks oktober 1977), zullen tijdig worden bekendgemaakt. Op aller begrip voor het tijdelijk ongemak, uit deze maatregelen voortvloeiende, hoopt de rijksarchivaris te kunnen rekenen. Tegen het einde van 1977 zullen be zoekers in het nieuwe gebouw welkom zijn. Commissies De permanente commissie voor de post- en archiefzaken bij de rijksadministratie heeft in 1975 de herziening van het Besluit post- en archiefzaken bij de rijksad ministratie (K 425) aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken. Bij het opstellen van deze herziening heeft de commissie gestreefd naar aanpassing aan de Archiefwet 1962 en het Archiefbesluit, een meer volledige omschrijving van de taak van het centraal onderdeel belast met de post- en archiefzaken en het verbe teren van gebleken onduidelijkheden en vernieuwing van de terminologie. In het kader van de vernieuwing van de terminologie stelde de commissie voor het ge noemde centraal onderdeel voortaan aan te duiden als Algemene secretarie. Ver der zijn definities opgenomen voor ordeningsplan en archiefcode. De commissie zag als doelstelling van de Algemene secretarie het verschaffen van informatie door middel van stukken. Hieruit vloeien de volgende taken voort: het beheer van het archief, waaronder begrepen de archiefdocumentatie, de zuivering, de in ventarisering en de voorbereiding van de overbrenging; het vormen van het ar chief; de produktie en reproduktie van stukken; de registratie van stukken; het interne vervoer van stukken; het ontvangen en verzenden van de post en het be geleiden van de behandeling van de post- en archiefzaken bij de overige tot het departement behorende rijksorganen. Een en ander heeft ertoe geleid, dat voor gesteld wordt het bestaande hoofdstuk 4 te splitsen in drie nieuwe hoofdstukken t.w.: de administratie van post- en archiefzaken, het beheer van het archief en vervaardiging van stukken. In overleg met de algemene classificatiecommissie voor de overheidsadministratie stelde de commissie voor de positie van deze com missie opnieuw te regelen in het kader van het nieuwe besluit. De minister van Financiën verzocht ontheven te worden van het gebruik van het fiche-doorschrijf-systeem. Deze wijze van postbehandeling zou dan vervangen wor den door een reproduktiemethode. Betreffende minister is geantwoord, dat de commissie geen bezwaar heeft tegen de voorgestelde verandering van werkwijze, echter onder voorwaarde dat deze methode niet gebruikt zal worden voor de in schrijving van stukken die worden behandeld volgens de regels van het Beveili- gings-voorschrift II, 1961. De subcommissie Technische en materieelaangelegenheden stelde richtlijnen op 318 voor een goede voorbereiding op het fotografisch inschrijven van de post. Deze richtlijnen, die bedoeld zijn als een lijst om te controleren of alles wat nodig is, alvorens op het mechanisch inschrijven over te gaan, gedaan is, is als bijlage I bij het verslag opgenomen. Op verzoek van enige leden stelde de voorzitter een stuk samen betreffende de eventuele gevolgen voor de afdelingen post- en archiefzaken van de Auteurswet 1912 en het K.B. van 20 juni 1974 S.351, inzake het kopiëren van auteursrechte lijk beschermde werken. De tekst van dit stuk is als bijlage II aan het verslag toegevoegd. De commissie maakte haar bevindingen aangaande advies nr. 70 van de Archief- raad over de verkorting van de overbrengingstermijn van archiefbescheiden ken baar aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Zij is van mening dat het, gezien het huidige personeelsbestand, niet mogelijk is de over brengingstermijn te verkorten. Zou dit wel gebeuren, dan zou rekening gehouden moeten worden met de te verwachten nieuwe wettelijke maatregelen ter bescher ming van de persoonlijke levenssfeer en zou voorgeschreven moeten worden, dat alle ingekomen brieven van particulieren, waarvan de openbaarmaking krachtens de Auteurswet verboden is, afzonderlijk moeten worden behandeld. De heer A. Westra van het Ministerie van Landbouw en Visserij werd als voor zitter van de subcommissie Semi-statische archieven opgevolgd door de heer G. Gans van het Ministerie van Defensie. De algemene classificatiecommissie voor de overheidsadministratie zette in 1975 de aanpassing van de standaardcode aan de adviescode voort, alsmede de indeling van de rubriek milieuhygiëne. De commissie bleef met belangstelling de ontwik keling van de UDC volgen. Zij had bemoeienis met registratuurplannen van de ministeries van Binnenlandse Zaken, van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, met de archiefcodes voor de Provinciale raden voor de volksgezondheid, voor de waterschappen, veenschappen en veenpolders en voor de Gas-, Elektriciteits- en Waterleidingbedrijven in Ne derland. Bij de nabespreking van de archiefcode voor de Internaten voor bijzonder jeugd werk werd de commissie erop geattendeerd dat het Centraal Adviesbureu voor organisatie, documentatie, registratuur en personeelsbeheer (O.D.R.P.) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.) experimenteert met ordenings schema's die geen archiefcodes zouden zijn, maar structuurplannen. De commis sie heeft daarop verzocht om een bespreekstuk, waarin de O.D.R.P.-opvattingen over de door hen voorgestane wijze van archiefordening worden uiteengezet. In dat document zou dan tevens ingehaakt kunnen worden op de opvattingen over de organisatie van overheidslichamen, zoals die door O.D.R.P. worden uitgedra gen. De commissie constateert, dat omstandigheden buiten haar om het niet mogelijk maken archiefcodes van een groot aantal overheidsorganen in behandeling te ne men. 319

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 40