ven en ook dagboeken bewaard uit de periode vóór 1940; de onderwerpen die in
de stukken aan de orde komen betreffen behalve universitaire zaken vooral
het staatsrecht en de buitenlandse politiek.
Van Tilanus zijn weinig brieven uit de vooroorlogse periode bewaard gebleven,
maar zoveel te meer uit de jaren 1945-1950 en daarna. Veel stukken betreffen in
terne zaken van de C.H.U., er zijn briefwisselingen over kabinetsformaties sinds
1946, en het archief bevat bovendien veel politieke brochures en teksten van rede
voeringen, alsmede aantekeningen over politieke kwesties vanaf 1906.
De raadpleging van beide archieven is voorlopig aan voorwaarden verbonden zo
als bij dergelijke relatief jonge archieven te verwachten is.
Van Gybland Oosterhoff
Ook Van Gybland Oosterhoff behoorde aanvankelijk tot de C.H.U., maar hij deed
later van zich spreken als medeoprichter van het Verbond voor Nationaal Herstel
in 1933. Tevens was hij secretaris van de indologische faculteit van de universiteit
van Utrecht en een fel voorstander van de rijkseenheid. Uit de inventaris krijgt
men de indruk dat zijn volledige politieke correspondentie uit de jaren 1927-1937
bewaard is gebleven. Daarnaast bevat het archief vele plakboeken en ander docu
mentatiemateriaal. Raadpleging van en publikatie uit het archief zijn tot 1980 aan
voorwaarden gebonden.
Logemann
De verhouding met Nederlands Indië komt in de drie hiervóór besproken inventa
rissen herhaaldelijk aan de orde. Het archief van Logemann betreft voornamelijk
dit onderwerp. Als lid van de "Stuwgroep" had hij echter wel een andere visie op
de problemen dan de hierboven genoemde politici. Over zijn politieke aktiviteiten
is overigens niet zo veel in het archief te vinden; het zwaartepunt ligt op de stuk
ken die te maken hebben met zijn hoogleraarschap in het staats- en administratief-
recht, eerst in Batavia, later in Leiden. De raadpleging van de stukken is aan
voorwaarden gebonden.
Huysmans
Met het archief van G. W. M. Huysmans komen we weer in Nederland terecht, al
had Huysmans uiteraard ook te maken met het beleid inzake de overzeese gebieds
delen. Hij was van maart tot juni 1945 minister van Financiën en van juli 1946
tot januari 1948 bekleedde hij de post van minister van Economische zaken. De
hier beschreven stukken hebben bijna uitsluitend betrekking op zijn aktiviteiten
in deze twee functies en zij geven nadere informatie omtrent de wederopbouw en
het economisch herstel van Nederland in de jaren 1945-1947. De publikatie van
gegevens uit het archief is aan beperkende bepalingen gebonden.
Delprat
De hier beschreven collectie is slechts een deel van de papieren van D. A. Delprat
306
die nog vele andere functies heeft vervuld. Hij was van 1947 tot 1956 lid van de
Conseil d'Administration van de Compagnie Universelle du Canal Maritime de
Suez, in welke raad van 32 leden hij voor Nederland optrad. Het archief bevat
dus stukken betreffende de laatste jaren vóór de sluiting van het Suezkanaal en er
komen tal van Nederlandse en internationale scheepvaartproblemen in aan de or
de. Men vraagt zich af of er nog archief van de Compagnie Universelle zelf be
waard is gebleven en waar dat berust.
Lipkens
Als voorloper op de inventarisatie van het archief van de Technische Hogeschool
te Delft verscheen de inventaris van de papieren van de eerste directeur van deze
instelling, in 1843 als "Koninklijke Akademie" te Delft gesticht. De naam werd in
1864 gewijzigd in Polytechnische school en in 1909 in de tegenwoordige naam.
Lipkens heeft de functie van directeur slechts kort vervuld en de hier beschreven
stukken hebben alleen betrekking op zijn voorafgaande loopbaan; hij was sinds
1831 adviseur voor zaken van werktuigbouwkunde bij het ministerie van Binnen
landse Zaken afdeling onderwijs, en in 1837 werd hij belast met de controle op
gewichten en balansen van 's Rijks Munt en haar kantoren van waarborg. Het ar
chief levert daarom een interessante bijdrage tot onze kennis van het wetenschaps
beleid van het ministerie van Binnenlandse zaken in het tweede kwart der 19de
eeuw.
Familiearchieven
Assendelft de Coningh
De meeste papieren in dit archief zijn afkomstig van een in Maassluis geboren
koopmanszoon, die later rentmeester en schout werd van Mijnsherenland van
Moerkerken. In 1764 verwierf hij deze ambachtsheerlijkheid door koop. Zijn zoon
Assendelft de Coningh was o.a. reder te Vlaardingen. Het archief van de am
bachtsheerlijkheid Mijnsherenland van Moerkerken berust sinds 1909 op het ARA,
maar in dit familiearchief kan men toch ook nog enkele stukken aantreffen. Daar
naast bevat het archief stukken betreffende de door leden der familie gedreven
handel en rederij te Vlaardingen. Stukken betreffende aangetrouwde families ont
breken ook in dit familiearchief niet: het tijdperk waarin deze families met het ge
slacht Assendelft de Coningh in aanraking kwamen bepaalde de volgorde waarin
de stukken in de inventaris beschreven zijn. Dat dit tevens een alfabetische volg
orde is, berust op toeval.
De genealogica zijn bij elkaar in één algemene afdeling geplaatst, alweer dus een
toepassing van het pertinentiebeginsel ten gerieve van de gebruiker van de inven
taris.
Van den Bergh
De zorgvuldige inventarisatie van dit vroeger slechts ten dele geordende archief
leidde er onder meer toe dat meer zekerheid kon worden verkregen omtrent de
307