ven van deze diocese. Het zou wat vermetel zijn om te vragen om meer biografi
sche bijzonderheden over de personen wier "archieven" in deze inventaris zijn
samengebundeld op te nemen aan het begin van de inventaris van ieder archiefje.
Dit zou een monnikenwerk geweest zijn, maar alleen de bewerkers van deze inven
taris zouden het hebben kunnen volbrengen.
Deze inventaris, die met zoveel gewetensvolle eruditie werd opgebouwd is een pas
send monument voor Port Royal, waar men geweten en eruditie op zijn waarde
wist te schatten.
B. J. Slot
Inventarissen van persoonlijke-, familie- en huisarchieven
Persoonlijke archieven
R. A. M. Loontjes, Inventaire des archives de Honoré de Pontevès surnommé
Clairville, directeur de théatre a Maestricht 1774-1780. Rijksarchief in Limburg,
Maastricht 1974. 65 blz.
A. M. Tempelaars, Inventaris van de papieren van Prof. Jhr. Mr. B. C. de Sa-
vornin Lohman en van enige van zijn familieleden. Algemeen Rijksarchief, ['s-Gra-
venhage1975. 48 blz.
G. H. de Kinkelder, Inventaris van de papieren van Hendrik Willem Tilanus
(1884-1966) en van enige van zijn familieleden. Algemeen Rijksarchief, ['s-Gra-
venhage], 1975. 58 blz.
W. L. ARoessingh, Inventaris van het archief van Mr. Dr. H. H. A. van Gybland
Oosterhoff en van enige van zijn familieleden. Algemeen Rijksarchief, ['s-Graven-
hage], 1975. 70 blz.
Carla M. Lont, Inventaris van de papieren van Prof. Dr. J. H. A. Logemann
(1892-1969). Algemeen Rijksarchief's-Gravenhage 1975. 31 blz.
J. AA. Bervoets, Inventaris van de papieren van Dr. G. W. M. Huysmans (1902-
1948). Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage 1975. 46 blz.
P. J. Aalders, Inventaris van de papieren van Daniel Apollonius Delprat, hoofd
zakelijk betreffende zijn bemoeienissen met de Compagnie Universelle du Canal
Maritime de Suez. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage 1975. 47 blz.
J. A. Bruggemans, Inventaris van het archief van Ir. H. A. Lipkens (1782-1847)
1829-1845Technische Hogeschool Delft, 1975. 10 blz.
Familiearchieven
C. M. van Aalst, Archief van de familie Van Assendelft de Coningh 1645-1959.
Rijksarchieven in Holland, Inventarisreeks nr. 4. 's-Gravenhage, 1975. IX en 54
blz.
G. H. A. Venner, Inventaris van het archief van de familie Van den Bergh te
Roermond. Rijksarchief in Limburg, Maastricht 1975. 199 blz.
P. F. A. Vrolijk, Inventaris van het familiearchief Repelaer. Gemeentelijke Ar
chiefdienst Dordrecht, 1973. Ill en 63 blz.
300
A. P. van Schilfgaarde, Inventaris der archieven van de familie Van der Capellen.
Rijksarchief in Gelderland, Arnhem 1974. X en 232 blz.
C. O. Abaron Schimmelpenninck van der Oye, Inventaris van het archief van de
familie Van Spaen, tak Biljoen. Rijksarchief in Gelderland, Arnhem, 1973. XI en
66 blz.
Huisarchieven
A. P. van Schilf gaarde, Inventaris van het archief van het huis Hackfort. Rijksar
chief in Gelderland, Arnhem 1974. IV en 176 blz.
A. P. van Schilf gaarde, Het archief van het huis Keppel (1272-1853). I. Inleiding,
Inventaris en Kaartenlijst. II. Regestenlijst en Index. Rijksarchief in Gelderland,
Arnhem 1975. 2 din. XIV en 223 en 344 blz.
F. Keverling Buisman, Inventaris van de archieven van het huis te Westervelde en
van de oudste tak van het geslacht Tonckens. Rijksarchief in Drenthe, [Assen],
1974. XVI en 111 blz.
F. Keverling Buisman, Inventaris van het archief van het huis Overcinge te Ha-
velte. Rijksarchief in Drenthe, Assen 1975. XXXI en 105 blz.
Zoals uit de hierboven gegeven lijst kan worden afgeleid bevindt zich een stapel
inventarissen op mijn tafel en het wordt tijd dat hiervan een bespreking in het
Archievenblad verschijnt. Er wordt sneller geïnventariseerd dan een recensent kan
schrijven. Wat meer is, er wordt ook goed geïnventariseerd, maar daarover straks.
Algemene opmerkingen
Het grote aantal inventarissen dat jaarlijks verschijnt is deels het gevolg van een
veranderde instelling in het archiefwezen, waardoor men meer de noodzaak in
ziet van publicatie en men zich niet meer tevreden stelt met een manuscript-inven
taris op de archiefdienst. Elke stagiaire moet een inventaris inleveren en daardoor
kunnen er jaarlijks tientallen inventarissen het licht zien. Zij moeten zich echter
beperken tot een archief dat binnen het jaar geordend kan worden. Niet alle ar
chieven lenen zich daartoe. Onder persoonlijke, familie- en huisarchieven is echter
nog steeds wel iets te vinden en zo komt het misschien dat vooral de Tweede af
deling, met haar vele recente aanwinsten, een belangrijke bijdrage levert tot de
hierboven genoemde stapel inventarissen. Natuurlijk is het toe te juichen dat van
de archieven van 20ste-eeuwse politici reeds kort na de schenking of deponering
een inventaris verschijnt en ongetwijfeld is het goede propaganda en gaat er een
zekere wervingskracht van uit, zodat nog meer politici en andere vooraanstaande
personen op de gedachte komen hun archief op het ARA in bewaring te geven.
We blijven dan echter wel voortdurend in de 20ste eeuw en bij archieven die voor
het merendeel nog niet onbeperkt toegankelijk zijn. De 19de eeuw komt er als
in de tijden van Muller wederom bekaaid af. Ik denk hierbij in het bijzonder
aan de zeer grote archieven van de hoge colleges van Staat en van de departe
menten, waarop meestal wel getypte ingangen bestaan, maar die daarmee door-
301