Archieven in Japan
De maanden september en oktober 1975 heb ik op uitnodiging van prof. M. Ka-
nai, verbonden aan het Historiografisch Instituut van de universiteit van Tokyo,
en anderen doorgebracht in Japan. In de eerste plaats om assistentie te verlenen
bij het voorbereiden van de uitgave van de Nederlandse tekst van het Dagregistei
gehouden te Hirado. (De originelen bevinden zich in het Algemeen Rijksarchief te
Den Haag.) Ten tweede om enkele lezingen te houden.
1. Akamon of Rode Poort, toegang tot het terrein van Tokyo Universiteit met daar
achter het Historiografisch Instituut.
276
Van de vele zaken die ik tijdens mijn verblijf heb gehoord en gezien, wil ik er
slechts enkele bespreken, die voor dit tijdschrift het meest in aanmerking komen,
nl. de archieven, de Hollandse Studieën die nauw verband houden met archieven,
en de activiteiten van het Historiografisch Instituut te Tokyo. Aangezien een be
schrijving per instelling het meest practische leek, zijn de bezochte instituten in ap
pendices beschreven, niet in het algemene gedeelte.
Onder de titel "Archives in the Netherlands" heeft mr. H. Hardenberg een inlei
ding over opzet, organisatie en inhoud van de Nederlandse archieven geschreven.
Een gesloten systeem van rijks- en gemeentearchieven, van archieven van veen-
polders en waterschappen. Ieder die weet, hoe een administratief of wetgevend
lichaam gewerkt heeft, kan met enig denken en met enige kennis van de histori
sche achtergrond zijn weg en zijn papier vinden. Een wet en een uitvoeringsbe
sluit regelen zaken als openbaarheid, overdracht, vernietiging en uitlening. De Ne
derlandse archiefwereld is een geordend geheel, terwijl inventarissen, gemaakt met
de Handleiding op de achtergrond en de Terminologie in de hand, een zekere uni
formiteit in de beschrijving van het materiaal behoren te vertonen. De archieven
in Nederland blijken geen los zand, maar onderdelen in een systeem te zijn.
Gebruikt men de titel "Archieven in Japan", dan moet men dit beeld van een ge
sloten systeem uit het hoofd zetten. Japan kent geen archiefwet en er is geen band
tussen verschillende archiefbeherende instellingen, behalve op basis van vrijwillig
heid en van persoonlijke relaties. Ieder werkt op zijn manier, beheert op zijn ma
nier en vernietigt naar eigen inzicht. Zo ontbreken dus regelingen voor onderwer
pen die wij zo belangrijk achten, als vernietiging, overdracht en openbaarheid. Tot
1959 heeft deze ongebondenheid bestaan; toen is men voor de papieren van de
rijksoverheid gaan denken aan een zekere regelinig, die uitmondde in de oprichting
van het Nationaal Archief van Japan (zie appendix 3) dat met de departementen
over de genoemde zaken regelingen trof. Voor stukken van prefecturale- en ge
meente diensten bestaan deze officieel niet.
Om enig inzicht in de materie te krijgen, is kennis van de geschiedenis van de
staatsinstellingen onmisbaar, derhalve volgt hier een overzicht.
Tot 1868 werd Japan in feite geregeerd door de shogun, een erfelijk rijksbestuur
der, met op de achtergrond de figuur van de keizer. Het was een feodale struc
tuur, waarbij verschillende ambten erfelijk waren binnen een bepaalde daimyo fa
milie. Sommige taken, bijvoorbeeld de regeling van de handel met China, werden
toegewezen aan tempels. Nu hebben wij hier reeds vier archiefvormende figuren
of instellingen, namelijk de keizer, de shogun, de daimyo en de tempel. Zij vormen
archief met betrekking tot hun functie, maar evenzeer als familie of als tempel op
zichzelf. Officiële stukken en stukken betreffende particuliere aangelegenheden
raken zo gemengd.
In 1868 vindt de grote verandering plaats door afzetting van de shogun. Keizer
Meiji (1868-1912) neemt zelf het bestuur in handen. Dit is het beginpunt voor de
modernisering van het land en onder invloed van vele buitenlandse adviseurs komt
men tot de vorming van een staatsbestel, waarin de macht van de keizer groot is,
maar waarin ook een kabinet optreedt en een parlement.
277