860, 868, 1087, 1169 en 1685.1 De index op de correspondentie van de Staatsse- cretarie bevat korte omschrijvingen van de door de koning gevoerde correspon dentie, die onder bepaalde hoofden is gerangschikt. De pagina's waarnaar ik door de klapper werd verwezen, hadden voor het merendeel de hoofden "Fabrieken en trafieken".2 Een dergelijke rubrieksgewijze indeling is bijzonder geschikt voor on derzoekingen op een breder terrein; de pagina's van de indices verwijzen naar el kaar en kunnen ook via speciale hoofdenlijsten worden opgespoord. Voor mijn de tailonderzoek waren echter de verwijzingen naar de data en nummers van corre spondentie zelf belangrijker: achter de "exhibita" 6 maart, nr. 12; 7 juni, nr. 3 en 29 juni, nr. 95 op pagina 860 van de index las ik bijvoorbeeld, hoe de aardewerk fabrikant Bernard Francois Lammens in Andenne een voorschot vroeg aan de ko ning, hetgeen van de hand werd gewezen. Op pagina 2300 vond ik dat op de da tum 5 november 1822 onder het nummer 94 een rapport van "Onderwijs" over de porseleinfabrikant Frederik Faber in Brussel was gedeponeerd ter notificatie Wanneer ik alle via de indexpagina's verkregen exhibita in de verbalen op ging zoeken, merkte ik, dat de stukken waren geborgen op de laatste datum, omdat daarop het uiteindelijke besluit werd genomen. Stukken die een eerdere datum verwijzing hadden, werden niet op hun "eigen" plaats aangetroffen, maar als bij lagen bij de latere stukken.3 Dit kan men al opmaken uit de verwijzingen in de indices. Voor mijn onderzoek heb ik verdere aanknopingspunten gevonden, doordat mij de namen van enkele aardewerk- en porseleinfabrikanten bekend zijn geworden. Uiteindelijk vond ik in de andere jaren ook nog Henri de Bettignies en Francois Peterinck in Doornik, Fourmij en Louis Winand in Andenne en Louis Neullens in Nimy (bij Bergen in de provincie Henegouwen). Het viel mij op dat De Bettignies soms als Debettignies onder de letter D is ge klapperd: Het onderzoekingswerk vergt dus wel enige inventiviteit, maar het loont de moeite. Ik vernam hoe fabrikanten vermindering van accijns probeerden te krij gen of benoemd werden tot lid van een der Kamers van Koophandel, en kon op deze manier alleen al uit het archief van de Staatssecretarie een geschiedkundig overzicht van de Belgische aardewerk- en porseleinindustrie samenstellen! Ik vond echter in de indices en de correspondentie ook verwijzingen naar archieven van de onder de koning ressorterende ministeries en trok hieruit de conclusie, dat zich daar wellicht aanvullende gegevens zouden bevinden. Welnu, ik ben niet in mijn verwachtingen bedrogen. Het archief van de Nationale Nijverheid Tot 1825 is het archief geordend volgens een numeriek dossierstelsel, waarvan de 1 Archief van de Staatssecretarie van Koning Willem I, inventarisnummer 5169. 2 Archief van de Staatssecretarie van Koning Willem I, inventarisnummer 5078 en 5079- 3 Archief van de Staatssecretarie van Koning Willem I, inventarisnummer 1445, exh. 29 juni 1822, nr. 95; inventarisnummer 1469, exh. 29 juli 1822, nr. 67; inventarisnum mer 1532, exh. 5 november 1822, nr. 94. t 260 cijfers door de jaren heen tot ver in de 10.000 doorgaan. Deze dossiers zijn per jaar geklapperd, een index ontbreekt. Ik heb in het jaar 1822 vergeefs naar de trefwoorden "aardewerk" en "porselein" gezocht, maar dank zij mijn kennis, ver worven in het archief van de Staatssecretarie van Koning Willem I, kon ik voort: onder het hoofd "Fabrikanten" trof ik de namen Debettignies (tien verwijzingen)4, Faber (twee verwijzingen)3, Lammens en Peterinck (beiden één verwijzing)6 aan. Voorzover de dossiers aanwezig waren, kon ik ze rechtstreeks volgens deze aanwij zingen lichten. Het archief van de afdeling Onderwijs van het departement van Binnenlandse Zaken Tot 1852 behandelde deze afdeling de octrooi-aanvragen van uitvinders, dus ook van industriëlen, die hun nieuwe vindingen op de markt wilden brengen. Voor mijn onderwerp bevat het archief van deze afdeling dus waardevol materiaal. Op nieuw moeten de gegevens via klappers en indices worden opgespoord: de klap pers bevatten namen van personen en plaatsen, de indices een uitgebreide rubriek "Uitvindingen en Octrooien". In de klapper van het jaar 1838 bevindt zich de naam P. Regout. Het is de bekende Maastrichtse aardewerkfabrikant Petrus Re- gout (1801-1878), die in dat jaar een octrooi aanvroeg voor de oprichting van een kristalglasblazerij. De klapper verwees naar pagina 273 van de index, en daar werd ik weer doorver wezen naar de pagina's 288 en 398. De op deze pagina's vermelde exhibita wer den alle op de aangegeven plaats aangetroffen.7 Het archief van het departement van Koloniën Het archief van het departement van Koloniën kan op dezelfde manier worden geraadpleegd. Op deze manier kwam ik aan belangrijke informatie over leveranties van Petrus Regout van aardewerk aan het Nederlands-Indische leger op Java, aan de Shogun van Japan en aan Javaanse vorsten. Vanaf 1840 zijn de archieven per half jaar geïndiceerd en geklapperd. De klapper van het tweede halfjaar van 18458 verwees mij, wanneer ik het trefwoord Regout nasloeg, naar de indexpagina's 391 en 392 (hoofd: "Benoodigdheden voor O. Indië") en 445 (hoofd: "Leverantiën9). 4 Archief Nationale Nijverheid, dossiernummer 9393, 10048, 10166, 10302, 10627, 10687, 10688, 10762, 11038, 11410. 5 Archief Nationale Nijverheid, dossiernummers 10205, 11520. 6 Archief Nationale Nijverheid, resp. dossiernummers 10524 en 11636. 7 Archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Onderwijs, exh. 13 april 1838, nr. 62; 2 mei 1838, nr. 89; 10 mei 1838, nr. 157; 11 juni 1838, nr. 131; 21 juni 1838, nr. 102; 26 juni 1838, nr. 154; 17 juli 1838, nr. 69; 21 juli 1838, nr. 171; 3 no vember 1838, nr. 65. Deze exhibita zijn te vinden in de inventarisnummers 1119-1120, 1122-1123 en 1127. 8 Archief van het departement van Koloniën, 1813-1849, inventarisnummer 2175. 9 Archief van het departement van Koloniën, 1813-1849, inventarisnummer 2127. De pagina's verwijzen naar de exhibita 14 juli 1845, nr. 7; 18 juli 1845, nr. 7; 22 augustus 1845, nr. 8; 2 december 1845, nr. 18 (inventarisnummers 1643, 1644, 1651 en 1673). 261

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1977 | | pagina 11