nu als weinig sociaal te boek staande en vervallen buurt honderd jaar geleden spe ciaal voor de kleine burgerij gebouwd werd. En dit was de enige foto, die dat zonder meer duidelijk maakte. Meer dan afbeeldingen van de voor een deel van de wijk kenmerkende ornamentering van de huizen of een lang verhaal dat ge kund hadden. Was het in de Schilderswijk de bedoeling de bewoners met de sociale geschiede nis van hun wijk in kennis te brengen, voor de tentoonstelling in het Laakkwar tier-Noord gold een ander thema: hoe hebben kunstenaars (in de meest ruime zin van het woord) dit gedeelte van Den Haag gedurende drie eeuwen in beeld ge bracht en hoe zien weer andere kunstenaars hetzelfde gebied nu? Het is logisch, dat het makkelijker maar ook noodzakelijk was de keuze van prenten, tekenin gen en foto's voor deze tentoonstelling door een werkgroep uit de buurt te laten maken. Wij stuurden hoogstens bij, wanneer er teveel bruine foto's of tekeningen van de La Largues uitgezocht dreigden te worden. Voor iedereen was dit een bevredigende manier van werken: wij konden later nooit het verwijt van een ver keerde keuze krijgen en wie kennen tenslotte de buurt beter dan de bewoners zelf! De bijdrage van het archief blijft bij deze tentoonstellingen niet beperkt tot het te exposeren materiaal en de selectie daarvan. Voor drie van de vier genoemde wijk- tentoonstellingen heeft de fotograaf van het archief zelf veel foto's in de buurt gemaakt, steeds met een andere opdracht; de eerste twee keren min of meer vol gens een tevoren opgesteld draaiboek en in het Laakkwartier helemaal naar eigen inzichten, omdat hij één van de beeldende kunstenaars was, die (zij het in dienst van het archief) zijn visie op de "wijk-nu" moest geven. In de Archipel lag het accent van zijn fotografie op de fraaie laat 19e eeuwse or namenten van de huizen, op de restauraties, die de bewoners zelf hadden uitge voerd en op hun (meestal sterk veranderde) interieurs. In de Schilderswijk kon een actuele fotoreportage niet anders zijn dan een aaneenschakeling van verkrot ting, kaalslag en nieuwbouw. Voor de tentoonstelling "Kunstenaars zien een wijk" heeft hij zelf zijn onderwerpen uit kunnen zoeken. Het resultaat was verrassend en vele beheerders van prentenverzamelingen zullen zijn foto's van overal in de wijk achtergelaten boodschappenkarretjes nauwelijks nog als atlasfoto's beschouwen. Tenslotte gaat ook de vormgeving van deze tentoonstellingen niet ongemerkt aan ons voorbij. Het ontwerpen van een affiche, het maken van een tentoonstellings krant of catalogus en het inrichten van de tentoonstelling gebeurde bij al deze tentoonstellingen door de samenstellers en de technische staven van archief en museum. Wat zijn nu de voordelen en de gevolgen van een dergelijke manier van werken? Het maken van dergelijke exposities kost bijzonder veel tijd en zal dus een zeker rendement op moeten brengen. Dat doet het ook. Er is na elke tentoonstelling een toename van het aantal atlasbezoekers te constateren en het archief krijgt publici teit, iets waar archieven meestal niet teveel van krijgen. Maar er is meer. De sa menstellers van de tentoonstellingen leren de wijken, waar ze tijdelijk moeten werken grondig kennen, topografisch, zowel als sociaal-historisch en architecto nisch. Ze komen in aanraking met de buurtbewoners, waardoor hun kennis niet [188] Gemoderniseerd interieur in de Haagse Archipelbuurt (Malakkastraat 28). Deze foto werd door de fotograaf van het Haagse gemeentearchief gemaakt voor de wijktentoon- stelling "Archipel Archipel" foto Paul Kempff). [189]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 15