plannen tot reorganisatie van het binnenlands bestuur en de ontkoppeling en op heffing van de VWAO memoreert. Zowel dr. Pirenne als drs. Caminada hebben ieder op hun eigen wijze de werkzaamheden met volledige inzet verricht. Namens de zittende bestuursleden overhandigt drs. B. Woelderink aan beiden een geschenk. Mede namens drs. Caminada dankt dr. Pirenne voor de woorden van dank en het geschenk. Firma Louis Pirenneen Co (Ig Caminada), sinds de vergadering aan het Westeinde een stille zaak. Foto: Verzameling Gemeente Archief van 's-Gravenhage. Dr. L. P. L. Pirenne geeft gelegenheid voor de rondvraag. Drs. J. N. T. van Albada geeft een korte toelichting op het uitgereikte stuk betref fende de Vereniging van Archiefmedewerkers in Overheidsdienst. Hij verzoekt de diensthoofden t.z.t. zorg te dragen voor de verspreiding ervan onder het personeel. Drs. J. J. Temminck informeert naar de nieuwe schaalindeling van restauratoren bij de rijksarchiefdienst, waarover dr. Pirenne in zijn jaarrede heeft gesproken. Dr. Pi renne zegt hierover een bericht gelezen te hebben in het ARKA-blad. Drs. Woelde rink zegt toe na te gaan hoe de regeling precies luidt. Drs. Van Albada merkt op, dat het zijns inziens gewenst is de status van de redacteur van het Archievenblad nader te regelen, eventueel in een redactiestatuut. Hij vraagt zich eveneens af, of het vanwege het groeiend aantal leden niet gewenst is de redactie uit te breiden. Drs. B. Woelderink antwoordt, dat de redacteur geheel onafhankelijk werkt. Hij maakt wel gebruik van advies, wanneer hij het nodig acht. Een uitbreiding van de redactie acht drs. Woelderink niet nodig, gezien de voortreffelijke wijze waar- [84] op de redacteur zijn werk verricht. Drs. Van Albada zegt, dat naar zijn mening de onafhankelijkheid van de redacteur in het geding is. Op die grond acht hij een re dactiestatuut gewenst. Drs. H. Bordewijk vraagt aan de redacteur mr. J. H. van den Hoek Ostende, of er wel ooit artikelen zijn geweigerd. De redacteur antwoordt hierop, dat er geen artikelen zijn geweigerd. Wel is een ongevraagde boekbespreking niet opgenomen, omdat er bezwaren waren tegen gebruikte formuleringen. Na overleg met het be stuur werd hiertoe besloten. Drs. Bordewijk acht een weigering in deze tijd van openbaarheid niet op zijn plaats. Het Archievenblad is een forum, waar vrijheid van schrijven aan geen beperking is onderworpen. Mr. Van den Hoek Ostende merkt op, dat het betreffende stuk geen faire bespreking was. Mr. A. E. M. Ribberink zegt, dat ook hij de betreffende boekbespreking heeft gelezen. Hij meent, dat het stuk terecht is geweigerd, en verzoekt de diskussie hier over te staken. De heer Th. J. Poelstra zegt hierop, dat de mogelijkheid om zich uit te spreken over verenigingszaken niet afgekapt mag worden. Drs. B. Woelderink sluit de diskussie met de opmerking, dat ook motief voor de afwijzing is geweest, dat het stuk inhoudelijk niets nieuws bracht. De auteur heeft al verschillende malen in het Archievenblad zijn opvattingen kenbaar gemaakt en in deze bespreking bracht hij geen nieuwe denkbeelden naar voren. Drs. H. R. van Ommeren zegt het niet eens te zijn met de door het bestuur gevoerde handelwijze inzake het bij brief van 2 december 1975 uitgebrachte advies aan de minister van C.R.M. Over deze belangrijke zaak had het bestuur een buitengewone ledenvergadering moeten beleggen of de minister moeten berichten op zo korte termijn niet te kunnen adviseren. Drs. Woelderink zegt, dat het technisch niet moge lijk was nog een ledenvergadering te organiseren. Bovendien zou in het toen gevorderde stadium de diskussie vruchteloos geweest zijn. Wanneer het concept ontwerp als ontwerp van wet aan de Staten Generaal zal zijn aangeboden, zal de ledenvergadering ruimschoots gelegenheid krijgen haar mening te geven over het rapport van de Commissie Archieven Lagere Overheden. Drs. Van Ommeren zegt nogmaals de handelwijze van het bestuur onbevredigend te vinden. Naar aanleiding van een vraag van mr. Ketelaar antwoordt mr. J. D. Chr. de Vries van het ministerie, dat de minister alle ingekomen adviezen betreffende de reorgani satie van het binnenlands bestuur gebundeld doorgezonden heeft naar de minister van Binnenlandse Zaken, en daarbij gevoegd heeft zijn eigen advies. Mr. De Vries zegt geen bezwaar te hebben tegen publikatie van het advies van de minister in het Archievenblad.2 De heer J. A. Masselink vraagt of het batig saldo van de VWAO aangewend kan worden ten gunste van de VAO. Dr. Pirenne zegt, dat dit statutair niet mogelijk is. Mr. F. C. J. Ketelaar zegt het gewenst te achten, dat het bestuur vóór 3 april a.s. een standpunt inneemt en kenbaar maakt inzake de VAO i.o. De gemeentearchivaris van s-Gravenhage, drs. H. M. Mensonides, heet, reeds vooruitlopend op het mid- 2 Dit advies is inmiddels vertrouwelijk toegezonden aan het bestuur van de VAN en in handen gesteld van de commissie ALO. Het zal t.z.t. tezamen met het rapport van deze commissie in behandeling kunnen komen. [85]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 3