Berichten
drijfsarchieven aanwezig in de overheidsdepots zijn van genationaliseerde bedrijven
en van gefailleerde ondernemingen. Daarenboven is er geen sprake van dat de
thans aanwezige fondsen een evenwichtige verdeling naar bedrijfstak en naar
regio te zien geven.
Wel signaleert Mme Brot bij de grote bedrijven een verbetering van het archief
klimaat zowel t.a.v. het oudere archief als van het lopende archief. Haar aanbe
velingen zijn:
verbeteren van het contact archiefwezen-bedrijven; het principiële probleem
is de argwaan van de ondernemer tegenover de staat, derhalve acht zij het
intermediair van de wetenschappelijk onderzoeker van gewicht, daar deze vaak
beter toegang tot de archieven heeft,
het ontwikkelen van een opleiding voor bedrijfsarchivarissen,
meer aandacht van het archiefwezen voor de staatsbedrijven, waar een pri
maire missie te volbrengen is.
De aanbevelingen van Chomel luiden:
overdracht van alle statistische en economische informatie van de bestuurs
apparaten naar het archiefwezen,
systematische verzameling van economisch drukwerk naar het voorbeeld van
het Zwitserse Wirtschaftsarchiv te Bazel,
aktief acquisitiebeleid,
een aanpassing van de opleiding van de Franse archivarissen met het oog op
de kennis van het 19/20ste eeuwse economische bestel.
In afl. no. 86 wordt de aandacht getrokken door een bijdrage van J. Y. Mariotte
over de departementale archiefgidsen onder de titel 'En marge des guides
d'archives'. Van 17 departementen zijn thans gidsen verschenen. Eerst in 1969
werden door de Directie van het Archiefwezen de principes voor deze vorm van
publicatie in een circulaire vastgelegd. Volgens de auteur loopt men het gevaar
uitgaande van de vastgestelde regels om zich te zeer te richten op de universitaire
althans geschoolde onderzoeker. Hij pleit voor een benadering in de richting van
de debutant met o.m. een lijst van verklarende begrippen b.v. wat betekent het
begrip archief, wat is de betekenis van een inventaris of een repertorium.
Uit afl. 87 is vermeldenswaard een artikel van Franqoise Flieder en Michel
Duchein onder de titel 'La désinfection des documents d'archives attaqués par les
microorganismes et les insectes'. Van archiefbederf door insecten zal men in
Nederland weinig meer te lijden hebben. Aantasting door microorganismen,
waaronder de schimmels gerekend worden, is hier niet onbekend.
Tenslotte vindt men in deze aflevering de tekst van een motie aangenomen op de
vergadering van de vereniging van Franse archivarissen op 23 november 1974
gericht aan het adres van de verantwoordelijke staatssecretaris met het verzoek,
vrij uitgedrukt, om eens wat meer aandacht te schenken aan het achterblijvende
Franse archiefwezen. B. W.
[60]
Gemeente- en waterschapsarchieven
Alkmaar. De vorming van een streekhistorisch centrum begon in 1974 op gang te
komen. De gemeenteraad van St. Pancras besloot de archieven van St. Pancras en
Koedijk over te brengen naar het gemeentearchief van Alkmaar en de gemeenteraad
van Bergen besloot hetzelfde t.a.v. het archief van Bergen. Met Schermer en andere
gemeenten wordt in deze overleg gevoerd.
Een begin werd gemaakt met het klapperen van de doop-, trouw- en begraafboeken
van de voormalige gemeente Oudorp. Het ligt in de bedoeling klappers te maken
van alle gemeenten in Noord-Kennemerland.
Begonnen werd met het vormen van een geluids- en filmarchief.
Het aantal bezoekers bedroeg 374 (v.j. 401), die 1462 (v.j. 1607) bezoeken brachten.
Amersfoort. Als gevolg van de ontruiming door het gemeentebestuur van het stad
huis aan de Westsingel onderging de huisvesting van het gemeentearchief in 1974 een
aanzienlijke verbetering wat de werkruimte en de ruimte voor de handbibliotheek
betreft. Met de opbergruimte voor de collecties buiten de archiefbewaarplaats is
het minder goed gesteld, terwijl de toestand van de archiefbewaarplaats, ondanks
een geringe vooruitgang inzake de bergruimte, in hoge mate zorgwekkend blijft.
Het archief van de per 1 januari 1974 bij Amersfoort gevoegde gemeente Hoogland
kon nog niet naar de archiefbewaarplaats worden overgebracht wegens ruimte
gebrek. De plannen om het Observantenklooster voor het archief in te richten
kwamen niet verder tot uitwerking.
Het aantal bezoekers bedroeg 128 (v.j. 169).
Amsterdam. Na de vele jaren waarin aan het archiefcomplex aan de Amsteldijk
gebouwd, verbouwd en gerestaureerd werd, was 1974 een jaar, waarin ten volle
geprofiteerd kon worden van de nieuwe ruimten en accomodaties. Archieven en
collecties namen ondertussen toe met een lengte van ongeveer 300 meter, het aantal
bezoekers steeg met 3500. Derhalve blijft het ruimteprobleem toch de verdere ont
wikkeling van de dienst beheersen. Ook speelt een rol, dat voor de 6000 meter
archiefstukken, die thans zijn ondergebracht in het gebouw Ceres aan de Nieuwe
[61