Jaarverslag 1974fl975 van de Landelijke Kring van Gemeente
en Streekarchivarissen
Op 21 augustus 1974 is de Kring opgericht in aanwezigheid van 26 leden als een
informeel contact-orgaan van gemeentelijke archivarissen- diensthoofden of, bij af
wezigheid, van hun vervangers. De bedoeling is onderling overleg en informatie. Een
ieder blijft zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn dienst dragen. Een algemeen
standpunt zal na mondelinge of schriftelijke peiling van de meningen naar buiten
bekend gemaakt kunnen worden. Omgekeerd is het van belang dat de gemeentelijke
sector van het archiefwezen in Nederland op deze wijze gehoord en in overlegsitua
ties betrokken kan worden.
Elet aantal deelnemende diensten steeg tot 65 per 1 november 1975. De vergaderin
gen werden bevredigend bezocht, gezien de onmogelijkheid van vele éénmans be
drijven langdurig weg te zijn. Door schriftelijke informatie en raadpleging kon aan
dit onvermijdelijke bezwaar tegemoet gekomen worden. Gedurende de verslag
periode werd 5 maal vergaderd.
Op de eerste vergadering reeds werd het initiatief genomen tot de inrichting van een
data-bank van alle mogelijke noodzakelijke gegevens. Practisch alle archiefdiensten
hebben sindsdien de desbetreffende enquêteformulieren ingevuld teruggezonden. De
gegevens zijn verwerkt en voor alle leden binnenkort beschikbaar. Een tweede be
sluit van de eerste vergadoering was de inventarisatie van te behandelen onderwerpen
via schriftelijke behandeling. Uit de aldus opgestelde lijst zijn de volgende onder
werpen behandeld naast actuele punten.
Over het plan van de S.O.D. om een voortgezette vorming van gemeentelijke regis
tratuurambtenaren te organiseren werd op 28 januari 1975 een critisch standpunt
bepaald, dat met de V.A.N. en de Rijksarchiefschool verder behandeld is.
Over de dienstverlening en speciaal over de openingstijd werd een mening aan de
V.N.G. kenbaar gemaakt. Eloezeer uniformiteit wenselijk is, personeelssituaties en
plaatselijke omstandigheden staan gelijkschakeling in de weg.
In principe is instemming betoond met de voorbereiding van een stichting archief
restauratie door een daartoe aangezochte commissie.
In de V.W.A.O.-kwestie is door de leden van gedachten gewisseld. Een gezamenlijk
standpunt kon uiteraard in deze materie niet worden ingenomen.
[24]
De verfilming van genealogische bronnen in opdracht van het Centraal Bureau voor
Genealogie werd tot toekomstige behandeling uitgesteld.
De pogingen tot provinciale archiefgidsen te komen werden aan de leden medege
deeld. Op verzoek van de leden werd aan de Algemeen Rijksarchivaris verzocht te
gemoet te komen aan de gemeentelijke archiefdiensten inzake de hoge kosten bij
verzending van archivalia.
Een vraag van de Archiefraad over advies 70, verkorting van de termijn van over
brenging en openbaarmaking werd na schriftelijke raadpleging van de leden op 10
september 1975 beantwoord dat blijkens de ontvangen reacties instemming betuigd
kan worden met verkorting van 50 tot 30 jaar, op voorwaarde dat voldoende tege
moetkomingen op ruimtelijk, financieel en personeel terrein verleend worden.
Moderne methoden van personeelswaarderingen en functiebeschrijvingen vormden
een vruchtbare bron van informatie.
Belangrijk was de bewaargeving van Rijksarchiefbescheiden aan gemeentelijke be
waarplaatsen. Eenstemmig nam de vergadering op 28 januari 1975 na bespreking van
een daartoe strekkende discussie-nota het praktische standpunt in, dat Rijksarchief
bescheiden onmisbaar zijn voor de taakvervulling en dientengevolge in een locale
context dienen te worden geplaatst. Een commissie stelde een tweetal brieven aan de
Minister van C.R.M. op, die na de vergadering van 26 augustus 1975 na enige wijzi
gingen verstuurd zijn. De verdere behandeling van dit punt wordt voortgezet. Een
derde door de zelfde commissie opgestelde en na de vergadering verzonden brief be
trof de wens dat de Kring door de minister om advies gevraagd wordt in zaken, die
het gemeentelijk of het gehele archiefwezen aangaan.
Op bijna iedere vergadering was het concept-rapport Archieven Lagere Overheden
aan de orde. De bezwaren tegen de strekking ervan werden ter kennis van het
V.A.N.-bestuur gebracht. Na verschijning van het concept-ontwerp reorganisatie
binnenlands bestuur werd het bestuursstandpunt geformuleerd met decentralisatie
van het rijksarchiefbeheer en een beperkte nuttige centralisatie van het locale archief
beheer als uitgangspunten. Ook deze materie zal de komende tijd alle aandacht krij
gen. De oprichting van de Kring werd meegedeeld aan en met instemming ontvangen
door de Minister van C.R.M.de Archiefraad, het Convent van Rijksarchivarissen,
de V.A.N. en de V.N.G. Met de Archiefraad en het bestuur van de V.A.N. zijn reeds
de eerste gesprekken op bevredigende wijze gevoerd. Contacten met het Ministerie
van C.R.M. en het Convent van Rijksarchivarissen zullen binnenkort plaatsvinden.
De belangstelling, de discussie, de schriftelijke onderlinge contacten en de verhou
ding met andere instanties binnen het Archiefwezen wettigen de conclusie dat de
Kring een goede start gemaakt heeft en een vruchtbaar eerste levensjaar heeft afge
sloten.
[25]