De Poolse archivaris Stanislaw Nawrocki behandelt tenslotte het archiefwezen van zijn land (k 663-676). De oudste centrale archiefinstelling in Polen is gesticht naar Frans voorbeeld te Warschau in 1808. Met de Poolse onafhankelijkheid in 1918 en na het einde van de 2de wereldoorlog braken voor het Poolse archiefwezen telkens nieuwe perioden van belangrijke ontwikkelingen aan. De tegenwoordige huisvesting van het centraal geleide en over het hele land vertakte archiefwezen is volgens de auteur doorgaans nog ouderwets. Met de inventarisatie heeft men de afgelopen jaren wel veel vordering gemaakt. De grens van de openbaarheid ligt doorgaans op 1949. Bijzondere aandacht wordt er in het Poolse archiefwezen besteed aan het op wekken van de belangstelling van de bevolking voor de historische schatten die de archieven herbergen. B. W. Het Franse archievenblad 'La Gazette des Archives' verscheen in 1973 weer vier maal; de afleveringen zijn genummerd 80-83. In het eerste nummer merken we een bijdrage op van Michel Duchein 'La Revolution archivistique'. In algemene zin duidt Duchein op de veranderingen in de archiefwereld die veroorzaakt worden door de nieuwere archieven, hun massa en hun vorm; veranderingen door technische ontwikkelingen in de bewaring van archieven en veranderingen in het gebruik van archieven veroorzaakt o.m. door nieuwe methodieken in het historisch onderzoek. Dit artikel stelt geen nieuwe zaken aan de orde maar gezien de verdere publicaties in deze jaargang zou het als een redactioneel thema voor deze afleveringen gegolden kunnen hebben. Ik doel daarmee op de volgende artikelen die ieder voor zich een deel van de omwentelingen in het archiefvak belichamen: Jean Quéguiner, Le dépot de préarchivage de la Cité administrative de Mélun (nr. 80). De schrijver is als direkteur van het departementaal archief van de Seine en Marne belast met de organisatie en het beheer van dit tussendepot. Een groot aantal nationale en depar tementale diensten en afdelingen werken samen in dit tussendepot, dat tot de ge meenschappelijke voorzieningen van het administratieve centrum behoort. Het ieder voor zich' ten opzichte van de niet meer dynamische archieven is vervangen door het 'één voor allen'. De schrijver ziet veel in dit systeem en bepleit het o.a. ook voor de kamers van notarissen en het bedrijfsleven. Ferréol de Ferry, Le dépöt central de microfilms d'Espeyran (nr. 82). Een aan de staat geschonken kasteeltje in de omgeving van Nimes is ter beschikking gesteld van de Direktie van het Archiefwezen. Deze heeft op het terrein de bouw gerealiseerd van een nieuw depot (sous-sol) en laboratoria bestemd voor de bewaring en het beheer van de collectie microfilms van het Nationaal Archief, ruim 2K miljoen km. voornamelijk veiligheidsverfilming. Was de collectie voorheen ondergebracht in verschillende departementale inrichtingen thans kan de nieuwe centrale vestiging ook diensten verlenen aan de departementale archieven. Het artikel verschaft voorts technische inlichtingen over de bouw van het gespecialiseerde depot, dat als een belangrijke uitbreiding voor het Franse archiefwezen beschouwd wordt. L'équipement photographique des archives de France, résultats et enseignements d'une enquête (nr. 83). Een tweetal kaartjes geven snel een indruk van de te Parijs en in de departementshoofdsteden aanwezige apparatuur op het gebied van de fotocopiëring en de microfilm. Ten aanzien van de microfilmopname en -leesappa- ratuur zijn de Franse archieven goed voorzien. Wel kampt men met het probleem van de veroudering van in een vroeg stadium aangeschafte apparaten. Francis Denel, Une experience de microfilmage de substitution (nr. 83). De auteur geeft een interessante berekening van de kostenbesparing van de toepassing van microverfilming van dossiers met een langdurige vernietigingstermijn die in zijn geval afgewogen moest worden tegen nieuwbouwkosten. Franpoise Durand, Presse et documentation automatique, bilan d'une expérience (nr. 80). Dit artikel gaat in op de opzet van een modern documentatiecentrum voor het regionale dagblad 'La Nouvelle République du Centre Ouest (te Tours). Op de vraag of een dergelijke bijdrage in een archievenblad past en de archivarissen daar niet door worden afgeschrikt, antwoord de schrijfster met overtuiging ontkennend. Van de verdere bijdragen uit deze jaargang vermelden we nog het verslag van de discussies die in regionale groepen gehouden zijn over de dienstverlening van de archieven aan het publiek (nr. 83). Grondslag voor de dienstverlening is een bepaling in het reglement voor de departementarchieven van 1921 dat o.m. stelt dat de archi varis behoudens bijzondere bepalingen de bezoeker de stukken moet verstrekken, hen moet inlichten over de hulpmiddelen en in algemene zin moet laten profiteren van zijn kennis; maar hij is niet gehouden te doen de onderzoekingen waartoe de aanvragers zelf in staat zijn. De meeste archivarissen gaven toe dat er in de praktijk verschil van behandeling is tussen de universitaire onderzoeker die het hoogst geno teerd staat en de genealoog die er doorgaans bekaaid vanaf komt. Jean Paul Babelon en Guy Putfin analyseren het tentoonstellingsbezoek aan de ex positie 'Coligny' die in het Nationaal Archief van oktober 1972 tot januari 1973 gehouden is (nr. 81). Constateren zij enerzijds een nogal vergrijsd publiek, ander zijds bleek dat veel bezoekers voor het eerst kennis maakten met de exposities van het archief. De auteurs vermoeden dat de oorzaak voor deze verheugende constate ring te vinden is in de gerichte aandacht die de protestantse pers aan deze expositie gewijd heeft. Jean Waquet bespreekt de betekenis van het archief van de Napolitaanse Bourbons (nr. 80) naar aanleiding van het verschijnen van de tweedelige inventaris van dit in het staatsarchief te Napels bewaarde fonds. Het jaarverslag 1970/71 en 1971/72 van de departementale archieven tenslotte dat over twee nummers van deze jaargang verspreid is geeft aanleiding om op te merken dat de bepaling van 1970 inhoudende de verplichting voor kleine gemeenten om archieven van een bepaalde ouderdom aan de departementale archieven over te dragen vruchten begint af te werpen. In vrijwel alle departementen is de uitvoering van het voorschrift op gang gekomen. B. W. [471] [470]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 32