s s m rke^rrsr.oh.,0 he, ,ys,e— juister eer, de serte Kanitz is gelezen, wijst op de moeilijkheid voor een niet-Geldersman de hier inheemse namen te kennen familie- en veld- -- even geslaagd, en correspondeert n.e gehee d.e - gy p deze in het tekstgedeelte ztjn opgesteld. Zo ttt,ld. Kg z „iet index niet, in de lijst van leengtredcren wel gao, vermoedelijk gecombineerd, zoals in Nederlandse indices mees alL h«t 8 eva houd. dit verband me, de Duitse ZJ£ c in he, alfabet verlengde klinkers staan wat verward door elkander, geplaatst wordt is niet steeds duidelijk. nummer waarnaar in de Een enkele keer wordt 'de inleiding wordt dit verklaard: index wordt verwezen, m svsteem gevolgd bij hun arbeid, zodat bij - -het verbonden zou zijn een verschoonbaar euvel Schilfgaarde 7 ij 1401 uitgegeven door S. Elte (f) en Drs. F. C dcOcntccnteUfhe Archiefdienst ren Z.nife, no. 2). Zwolle 1973, Vlll en 153 blzBerkenvelder *-»* 1975, Vlll en 159 blz- De serie 'Uitgaven van de Gemeentelijke Archiefdiensten met de uitgave van de oudste maan re deze uitgave, waarin N.A.B. 75 (1971), p.;140441 .^V^wordt^weergegeven, wat men onder een aan de hand van de inleiding in e o maandrekening van 1401 maandrekening verzorgde en onlangs in 1975 die van 1 Q2 niet bewaard uitgave in offset. De Zwolse maand,^„,ea,ciivaris Berken- gebleven. De maandrekening vaL gemaakt naar de aantekeningen velder, evenals die van 1399, voo, de ruk ger evanaf de van de heer Ei.e, die ook «^^e maarrJekemng van 1403 werd oudst bewaarde van 140~ uj ve hiervan ajleen op naam van [458] maandrekeningen uit te geven alvorens met de uitgave van de jaarrekeningen van Zwolle te beginnen. De inleidingen van de maandrekeningen van 1401 en 1403 zijn identiek aan die van de uitgave van 1399. Beide rekeninguitgaven worden gevolgd door een muntvaluatie, waarin enige kleine verschillen tussen 1401 en 1403 opvallen, en door een persoons- en plaatsnamenindex, terwijl die van 1403 nog een omrekening van de 13 politieke maanden van Zwolle bevat. Het is te verwachten dat de geleidelijke publikatie van de middeleeuwse stadsrekeningen van Zwolle, waartoe destijds werd besloten, wordt voortgezet met de uitgave van de maandrekening van 1405 (die van 1404 is niet meer voorhanden). P. H. J. van der Laan J. T. J. Jamar, Inventaris van het archief van het klooster der Kruisheren te Roermond, 1331-1784, Maastricht 1973. J. H. M. Wieland, Inventaris van het archief van het klooster der Predik heren te Maastricht, 1261-1796, Maastricht 1973. M. K. J. Smeets en W. E. S. L. Keyser-Schuurman, Inventaris van het ar chief van de Munsterabdij te Roermond, 1220-1797Maastricht 1974. Aan de Inventarisreeks van het Rijksarchief in Limburg zijn sedert 1972 inmiddels drie inventarissen van kloosterarchieven toegevoegd: J. T. J. Jamar inventariseerde het archief van het Kruisherenklooster in Roermond (14 blz. inleiding en noten; blz. 23-61 inventaris; blz. 65-129 regestenlijst; blz. 137-163 index), J. H. M. Wie- land bewerkte het archief der Predikheren te Maastricht (9 blz. ink; blz. 17-101 inv.; blz. 105-112 regesten; blz. 115-133 index; blz. 137-142 bijlagen) en de Rijksarchivaris M. K. J. Smeets en mevr. W. E. S. L. Keyser-Schuurman brachten samen de inventaris van het archief van de Munsterabdij te Roermond uit (13 blz. ink; blz. 23-41 inv.; blz. 47-126 regesten; blz. 129-155 index; blz. 159-170 bij lagen). Door toevoeging van de inventarissen van drie kloosterarchieven aan deze reeks, die met Haas' inventaris van het archief van het Kapittel van Sint Pieter te Sittard werd geopend en waarin nadien nog drie inventarissen van kloosterarchie ven verschenen, overwegen thans de kerkelijke archieven in deze reeks. Een reden te meer de drie laatst verschenen inventarissen van kloosterarchieven ge zamenlijk te bespreken. Met de pauselijke goedkeuring van 17 april 1422 zag de magistraat van Roermond haar verzoek om vestiging van een Kruisherenklooster in de mager gedoteerde kapel aldaar, gewijd aan de Hl. Cornelis, in gunstige zin beantwoord. Paus Mar- tinus V belastte Johannes de Novolapide, deken van het kapittel van St. Servaas te Maastricht, met de uitvoering van de stichting. Deze maakte kennelijk geen haast met zijn opdracht, zodat de magistraat van Roermond op eigen initiatief bij oorkonde van 21 augustus 1422 Johannes Vinck aanstelde tot procurator voor de stichting. Diezelfde dag nog weet Vinck de deken van St. Servaas in beweging te brengen, die daartoe eveneens op 21 aug. 1422 formeel een oorkonde uitvaardigde. Jamar schetst deze gang van zaken in zijn Inleiding (blz. 6). Maar dan had toch, corresponderend daarmee, in de regestenlijst reg. nr. 57 vóór reg. [459]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 26