Congres, I.A.D.A. In het Rijksarchief te Kopenhagen werd van 25 t/m 29 augustus 1975 het derde congres gehouden van de Internationale Arbeitsgemeinschaft der Archiv-, Blbliotheks- und Graphikrestauratoren, kortweg I.A.D.A. genoemd. Dit is de zustervereniging van onze Vereniging Restaurateurs Oude Archieven en telt 600 leden. Het congres werd bezocht door 120 personen waaronder archivarissen, conservatoren en restaurateurs uit vele Europese landen en twee uit Amerika. Een conservator uit de ons omringende landen is niet gelijk aan een Nederlandse conservator; er moet eerder onder verstaan worden een persoon met een hogere of academische opleiding, gespecialiseerd in kunsthistorie en restauratietechnieken. Hit ons land waren zeven deelnemers aanwezig, waarvan ondergetekende, door het Haagse Gemeentearchief uitgezonden, als enige binnen het Nederlandse archief wezen werkzaam is. Dr. A. D. Baynes-Cope, hoofd van het Research Laboratory of the British Mu seum, hield een voordracht getiteld Science, Chemistry and Conservation, een lezing over samenwerking tussen wetenschap, bewaring en restauratie van voor werpen. De spreker, reeds 25 jaar chemicus waarvan meer dan 15 jaar in de sector materiële verzorging en restauratie werkzaam, liet zijn onderwerp in drie delen uiteenvallen: I. conservering die wel doordacht en goed uitgevoerd wordt, 2. die, slecht gepland en slecht uitgevoerd wordt en 3. die waarvan de doelmatigheid de drijvende factor is omdat er nu of in de nabije toekomst geen betere materialen of methoden beschikbaar zijn. Alle punten werden met voorbeelden uit zijn praktijk toegelicht waarbij hij verschillende verklaringen met gemaakte proeven bewees. Een volgende lezing hield Prof. Otto Wachter, hoofd van het Institut für Res- taurierung an der Österreichischen Nationalbibliothek in Wenen, getiteld: Die Restaurierung und Konservierung von Miniaturen, een wetenschappelijke ver handeling over de belangrijkste pigmenten en kleurstoffen gebruikt bij miniatuur schilderingen in oude handschriften, hun verval en hun restauratie, het geheel verduidelijkt met vele lichtbeelden. Een derde lezing werd gehouden door Ludwig Ritterpusch uit Marburg. Ritter- pusch heeft zich gespecialiseerd in het restaureren van perkamenten oorkonden. Hij liet lichtbeelden zien van door hem uitgevoerde restauraties, vertelde welke methoden hij toepaste en welke materialen hij gebruikte. Laatstelijk ontwierp hij een vacuumtafel waarop hij door brand verharde charters weer strekte. Ook [428 van deze methode liet hij lichtbeelden zien en vertelde hij welke recepten hij daarbij gebruikte. Ook werd een lezing met lichtbeelden over het restaureren van palmbladen in Berlijn gegeven en ten slotte werd een film vertoond over restauratie van Japanse kamerschermen in Amerika. Na iedere lezing of demonstratie werd een discussie gehouden over de voor- en nadelen van het getoonde en werden gerezen vragen beantwoord. Uit de gegeven demonstraties kan vermeld worden de reeds wereldvermaarde ontzuringsmethode van W. J. Barrow, Virginia U.S.A. De hier gedemonstreerde methode was iets uitgebreider dan de indertijd door Barrow ontworpen methode: er werd een iets hogere concentratie calciumhydroxide gebruikt om het verlies door CO2 in het water te compenseren. Bij het bezoek aan het Landsarchief voor Sjaelland werd een demonstratie gege ven met een voor velen van ons geheel nieuwe methode van kaartenrestauratie. Toen dit archief in 1966 naar een nieuw gebouw verhuisde moest o.a. voor de kaartenverzameling een oplossing gevonden worden. Zoals meestal elders was ook hier de verzameling opgerold bewaard, in en op kasten of open rekken. Besloten werd de kaarten liggend te bewaren in laden 127 x 93 cm met een hoogte van 4 cm. Verder werd besloten de kaarten niet op katoen te plakken maar ze met stevig Japans papier te versterken, uitgezonderd de te grote formaten 2% van het totaal) die op een zo gunstig mogelijke plaats werden doorge sneden om ze vervolgens met een tussenruimte van 5-7 mm op katoen te plakken en op de breuklijn te vouwen. De nieuw ontworpen manier van kaarten versterken met Japans papier werd voor ons van begin tot eind gedemonstreerd en er werd duidelijk getoond welke materialen en gereedschappen werden gebruikt. Hierna werd door een specialist een demonstratie gegeven in het handmarmer maken waarna de binderij en het restauratie-atelier van dit archief werden bezocht. Ook vermeldenswaard is een demonstratie in het opvullen van gaten in perkament met Japans papier welke methode werd toegepast in het Rijksarchief te Kopen hagen. Met autobussen werd een bezoek gebracht aan de Deense conservatorenschool. Deze school, in 1973 opgericht, is gevestigd in een geheel aangepast gebouw. Er is een centrale installatie voor waterbehandeling zodat alle lokalen onthard water kunnen tappen, het gebouw is voorzien van air-conditioning en tegen brand be schermd door rookmelders. Hoewel alles nog niet geheel is uitgebouwd kreeg men van het geheel toch de indruk dat kosten noch moeiten gespaard worden. De oplei ding zal 2, 3 of 5 jarig zijn: Restaurierungstechniker (2 jaar), Konservierungs- techniker (3 jaar), Konservator (5 jaar) en Restaurator (2 of 3 jaar). Uit het bovenstaande, niet complete verslag, moge reeds het belang van dit congres blijken. Een compleet verslag zal over enige tijd verschijnen zodat een ieder het behandelde rustig kan bestuderen. Wat daarin echter niet verhaald kan worden zijn de persoonlijke contacten van de deelnemers. Hier waren bijeen 120 mensen, zijnde de meest vooraanstaande personen uit het vakgebied verzorging en res- [429]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 11