Vrï>- In 1974 honoreerde de Rijks Archiefschool het verlangen van een groot aantal leden van de vereniging door het geven van cursussen voortgezette vorming op enige deelgebieden van ons vak. Dertien archivarissen namen deel aan de cursus com puters en archieven, zestien collegae verdiepten zich in een cursus archiefwet terwijl de cursus methodiek van de gemeentelijke archiefinspectie door de grote belang stelling moest worden gesplitst in twee groepen van respectievelijk achttien en veer tien deelnemers. Voor de nabije toekomst staan er twee cursussen voor het beheer van prent- en kaartverzamelingen op het programma, een cursus beschrijving van zegels, een cursus voor het beheer van een archief bibliotheek en een herhaling van de computercursus. De directeur beoogt met name voor wat het laatste onderwerp betreft samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Bedrijfsarchivarissen. Kostbaar studiemateriaal bevat voor ons allen ook de jongste jaargang van het Nederlands Archievenblad. Samenwerking met S.O.D. Maar 'quod licet Iovi non licet bovi' zo zou ik badinerend mogen zeggen ten aanzien van de weerstand in eigen kring tegen de voortgezette vorming op het erf der regis- tratoren. Maar ging het er juist niet om dat wij meenden, dat de verwanten uit de registratuur op óns erf kwamen. Eigenlijk zou ik er nu niet teveel over moeten zeggen omdat vanmiddag de zaak uitvoerig aan de orde zal komen. Maar ik ben U wel verantwoording verschuldigd voor de vorderingen die het bestuur in 1974 op het pad der deugd verzoening is toch een deugd nietwaar heeft gemaakt. Het is op vijf dagen na juist vier jaar geleden dat het bestuur van de vereniging, toen nog onder voorzitterschap van mijn zeer gewaardeerde voorganger Drs. Ruud Renting, door de algemene rijksarchivaris die dat mag hier gezegd worden hiertoe in het geheel niet verplicht was werd gepolst over de vraag aan welke criteria een inventaris moest voldoen, die krachtens de verplichting, vervat in art. 49, tweede lid van het archiefbesluit, diende te worden gemaakt en daarna toegevoegd aan archie ven of gedeelten van archieven, die door de administratie aan in dit geval het Alge meen Rijksarchief of de rijksarchieven in de provincie werden overgedragen, een en ander nadat krachtens de verplichting in artikel 21, tweede lid van het Besluit Post en Archiefzaken rijksadministratie K425 vernietiging van overtollig archiefmateriaal had plaats gehad. Tjonge jonge ik onthoud mij zorgvuldig van krachttermen wie zegt mij dit na tenzij mijn vakbroeder Van Meerendonk. De problemen begonnen pas echt toen de term beschrijvende inventaris werd inge voerd en deze formulering werd getoetst aan het criterium van de wetenschappelijk heid van zulk een inventaris. Toen traden pas echt de scholastici uit beide kampen in het krijtperk. De pittige reactie ik blijf voorzichtig van de voorzitter van de S.O.D. op de aan deze materie gewijde passage uit de jaarrede van onze voorzitter van 24 februari 1972 leidde een proces van vervreemding in, dat voor de zaak onge zond was. Langzaamaan herstelde de sfeer zich zodanig, dat een gesprek mogelijk werd. In 1974 werden deze gesprekken voortgezet en wel op 23 augustus en 17 okto ber. De onderhandelingen leidden tot een accoord tussen de besturen. In bijlage 3 344] bij de agenda van deze jaarvergadering is door de secretaris dit accoord onder woorden gebracht. Elke daarin genoemde partij en wel S.O.D., V.A.N., Rijksarchief dienst, Rijks Archiefschool en het overlegorgaan van provinciale archief inspecteurs middels het I.P.O. wijst één vertegenwoordiger aan in de begeleidingscommissie. Van meet af aan heeft het bestuur van onze vereniging gesteld, dat de vertegenwoor diger van de V.A.N. in de kring van het gemeentelijk archiefwezen moet worden gezocht. Ons bestuur wil zich vanmiddag zonder enig tegenstribbelen op deze verklaring laten vastpinnen. Ik hoop van harte, dat na 1972, 1973 en 1974 in 197.5 voor het laatst op dit punt van meningsverschil tussen S.O.D. en V.A.N. moet worden ingegaan alhoewel ik er geen spijt van heb dat de soep soms heet werd opgediend. Misschien waren in een minder strijdlustige sfeer te veel principiële punten in het midden gelaten. Na een goed gevecht kan de handdruk des te krachtiger zijn. Wel vraag ik mij af welke autoriteiten en persorganen door óns moeten worden ingeschakeld bij de uitreiking van bij voorbeeld de Duparc-prijs wanneer ik zie met hoeveel decorum op 3 decem ber 1974 de getuigschriften werden uitgereikt aan zestien registratoren van departe mentale afdelingen Post- en Archiefzaken, die met goed gevolg de eerste cursus voortgezette vorming archiefbeheer hadden afgesloten met een gunstige beoordeling van hun inventaris. Dan komen de leerlingen van onze Rijks Archiefschool er maar bekaaid af. Maar wie de pers haalt haalt de toekomst. Nieuwbouw plannen; tentoonstellingen De pers haalde dit jaar ook en meermalen het Algemeen Rijksarchief maar het waren mineuraccoorden die de melodie aangaven. Soms had men het gevoel dat de publiciteit, bedoeld om de aandacht op de slechte huisvesting te richten, ave rechts ging werken en zich tegen de initiatiefnemers ging keren. Het is daarom van ganser harte te hopen dat de algemene rijksarchivaris de grote inspanningen van hem zelf en van vele medewerkers beloond ziet met de concretisering van de plannen tot realisering van een nieuw gebouw. Het zou geweldig zijn. De D.A.C.W. snelde de rijksarchivaris in Friesland te hulp. In Leeuwarden is men aan het bouwen. Overijssel heeft betere kansen dan ooit tevoren1 en voor Noord-Brabant is door de minister van C.R.M. opdracht gegeven aan de Rijksgebouwendienst tot het maken van een ontwerp op het reeds aangekochte citadelterrein. Wie weet verandert de kreet van 'Algemeen Rijksarchief in de vernieling' in 'Bij Rijswijk begon de victorie'. Het Gemeente-Archief van Utrecht startte met de bouw van een nieuwe vleugel en in Rotterdam werd de grote bouwcampagne van de laatste jaren afgesloten met de inrichting van een nieuwe studiezaal. Amsterdam ontwerpt nieuwe uitbreidingen en de Gemeentelijke Archiefdienst van Groningen kon voorlopig provisorisch de poorten weer openen. In Maastricht zijn de plannen voor een nieuwe huisvesting van Stadsarchief en Stadsbibliotheek in een definitieve fase gekomen. Het gonst overal van nieuw leven. Bij het afdrukken van deze tekst bleek, dat inmiddels ook het plan voor een nieuw gebouw van het Rijksarchief in Overijssel als D.A.C.W.-project in uitvoering is genomen. 345

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 9