opportuun voor al deze gevallen zelfstandige procedures aan te spannen nu de directeur-generaal voor Culturele Zaken van C.R.M. in zijn br.ef van 9 augustus 1974 heeft toegezegd de door onze vereniging gevraagde wijziging van artikel in handen te stellen van de commissie die zich bezig houd met de partiele technische herziening van de archiefwet. Tezamen met de voorstellen, die we naar ik vermoed op die gebied van de commissie archieven lagere overheden tegemoet kunnen zien, zullen dit soort oneffenheden kunnen worden weggestreken. Een prettig geluid in deze problematiek is het besluit van de gemeenteraad van Sittard van 19 december 1974 met ingang van 1 januari 1975 te starten met een ge meentelijke archiefdienst. Ik geloof, dat de houding van onze vereniging samen met de krachtige stellingname door de provinciale archiefinspecteur van Limburg op deze gelukkige koerswending van invloed zijn geweest. Meer in het algemeen zou ik voor de toekomst in dit soort affaires voor eensgezindsheid willen pleiten van hoog tot laag Van verdeeldheid in eigen kring maken anderswillenden onmiddelhj misbruik. Tevens zullen we er voor moeten waken dat er geen prestige elementen ,n het spel komen, die een gezonde oordeelvorming frustreren. Als aankomend ambte naar op het Bossche Stadsarchief, in contact komend met mijn chef, die afkomstig uit de generatie van vóór de wet van 1918 zich had moeten losvechten uit de ambte lijke banden met de secretarie, is mij met de paplepel ingegeven hoe belangrijk voor een archivaris-diensthoofd zijn onmiddellijke ondergeschiktheid aan B. en W. is. Daarom 'pas de retour avant la loi de mille neuf cents dix huif. En ten opzichte van alle gemeentesecretarissen houden wij vol: 'liberté, egalité maar graag ook fratermte Op andere wijze bundelden de gemeentearchivarissen-diensthoofden hun krachten door de oprichting van een Landelijke Kring van gemeente- en streekarchivarissen- diensthoofden onder voorzitterschap van collega Berkenvelder, gemeentearchivaris van Zwolle. Er is zoals indertijd met het dispuut van jonge chartermeesters ook ,n dit geval hardop gefluisterd, dat de gemeentearchivarissen tot de oprichting van deze Kring waren overgegaan omdat zij binnen de vereniging onvoldoende hun belangen konden behartigen. Onze vereniging zou immers zozeer gedoemd zijn om de kool en de geit te sparen een markante uitspraak in het reeds aangehaalde jongste nummer van Spiegel Historiael - dat zij tot kleurloosheid zou zijn veroor deeld Naar mijn vaste overtuiging is die kleurloosheid niet aantoonbaar tenzij gematigdheid wordt geïdentificeerd met gebrek aan ruggegraat. Met dit soort wanke le biologie houd ik mij echter niet op. In een naschrift bij het commentaar van Dr. J. Schimmel op een artikel van collega Fasel in jaargang 1972 van het Nederlands Archievenblad heeft het bestuur aangetekend dat alle contacten van vakgenoten niet persé via het bestuur hoeven te lopen en dat in sommige gevallen met geïnstitu tionaliseerd overleg de voorkeur verdient. Zo bestaan er archivarissenknngen in de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Holland. Het convent van rijksarchivarissen is als hoogste adviescollege van de algemene rijks archivaris bij de gecentraliseerde structuur van de Rijksarchiefdienst met vergelijk baar met de uiteraard meer vrijblijvende overlegsfeer tussen de provinciale archief - inspecteurs. Met deze groepering van inspecteurs is de Kring van gemeente- en streekarchivarissen-diensthoofden op één lijn te stellen. Het is alleen maar gezond 342 dat thans ook op het echelon van gemeenten tussen archivarissen onderlinge erva ringen kunnen worden uitgewisseld, structuren getoetst en belangen behartigd. Dit is geen wildgroei maar een teken van uitbloei van het gemeentelijk archiefwezen, dat wellicht in geen ander land zo ontwikkeld is als in ons land. Wel heeft de vereniging als dringende wens naar voren gebracht dat het een dienst- hoofdenoverleg zou zijn. Bij een breed geschakeerde uitbouw van de Kring zou de vereniging immers wel schade lijden. Wel nu, van meet af aan hebben de initiatief nemers dit standpunt van de vereniging geëerbiedigd. Bovendien hebben zij een echte reglementering vermeden. Alle gemeente- en streekarchivarissen, die als diensthoofd beschouwd kunnen worden, zijn ipso facto lid. Op deze basis is er geen concurrentie- element in het geding. Het is voor ons bestuur, maar ook voor het ministerie, de algemene rijksarchivaris en de archiefraad alleen maar gemakkelijk, dat het collectief van gemeentearchivarissen nu een adres heeft. Het bestuur van de Vereniging van Archivarissen zal dit adres ongetwijfeld weten te vinden. Slechts voor één ontwikkeling wil ik waarschuwen en wel voor de constructie van een kunstmatige antithese tussen de Rijksarchiefdienst en het gemeentelijk archief wezen. Uiteraard kunnen er tegenstellingen ontstaan tussen Rijk en gemeenten. Ik denk daarbij aan advies nr. 50 van de archiefraad. Een gezonde rivaliteit kan stimu lerend werken, maar een gekortwiekte Rijksarchiefdienst is niet in het belang van het nederlandse archiefwezen. De in de wet en het archiefbesluit toebedeelde taken bakenen de competenties rede lijk wel af. Naar mijn persoonlijke overtuiging moeten we ons daaraan houden. In bepaalde gevallen kan het fotocopiëren van archiefbescheiden de honger van de brullende nederlandse leeuw en van schreeuwende gemeentelijke soortgenoten, ade laars, ooievaars en andere wapenfiguren gelijkelijk stillen. Er is voer genoeg. Rijks Archiefschool en cursussen voortgezette vorming De betekenis van de Rijksarchiefdienst komt duidelijk naar voren in het aandeel van het Rijk bij de opleiding van hogere en middelbare archiefambtenaren. Ik moge U verwijzen naar het overzicht op blz. 305 e.v. in de vierde aflevering van jaargang 1974 van het Nederlands Archievenblad door de directeur van de Rijks Archief- school. Wel zal naar ik vertrouw in het cursusjaar 1975-1976 een oude wens van het bestuur van de vereniging worden ingelost doordat het Rijk een beurs beschikbaar zal stellen voor de opleiding van een z.g. stagiaire aan een gemeentelijke archief dienst. U ziet dat met geduld en af en toe eens zanikken de deur ook open gaat zonder dat deze beschadigd wordt. Het gebruik van een stormram leidt er alleen maar toe dat men ook voor de schade moet opdraaien. Het is hier verder de plaats niet het wel en wee van de Rijks Archiefschool gelukkig veel meer wel dan wee te schetsen. Wel wil ik hier graag met grote erkentelijkheid gewag maken van de belangrijke steun die de directeur onze vereniging biedt door met nadruk de aspiranten op het bestaan van de vereniging te wijzen en hen gelegenheid te geven de studiedagen mee te maken. De gezonde tam tam, die de directeur maakt, klinkt ons allerminst als ketelmuziek in de oren maar als een concert, dat naar de letterlijke betekenis van het woord met edele wedijver mag worden vergeleken. 343

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 8