maar een zelfstandige dochteronderneming van de V.A.N., bepaald onduidelij
zijn. Het was ook voor het bestuur van de moedervereniging niet prettig te moeten
horen dat het met de in 1961 te Utrecht opgerichte V.W.A.O. minder goed gaat
omdat het de broeders in het vak blijkbaar zeer goed gaat. Er wordt immers zo
weinig een beroep om steun gedaan op de vereniging van wetenschappelijke archief
ambtenaren in overheidsdienst dat het bestuur van deze vereniging op 19 november
aan de leden voorstelde tot liquidatie over te gaan. Omdat een grote groep leden en
ook het bestuur van de V.A.N. de aangedragen alternatieven niet voldoende op hun
waarde konden schatten zal op 17 februari e.k. te Amersfoort overleg plaatsvinden
tussen de beide besturen.
Archief raad; commissie technische herziening; Middelburgse kwestieetc.
Buiten de vereniging om zijn ook andere organisaties actief voor de behartiging van
de belangen van het nederlands archiefwezen. Onder deze komt de Archiefraad op
de eerste plaats. Dit hoge College heeft in de zes jaren van zijn bestaan zeer veel
werk verzet, waarvoor het de erkentelijkheid van ons archivarissen ten volle ver
dient De minister van C.R.M. vroeg de mening van het bestuur van de vereniging
over advies nr. 70 van de Raad, handelende over de verkorting van de termijn na
afloop waarvan archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaatsen moeten worden
overgebracht.
Met de archiefraad is het bestuur van onze vereniging van mening, dat vervroegde
overdracht zinvol is maar dat verkorting van de overbrengingstermijn slechts dan
verantwoord is als de materiële middelen om deze overdracht vanuit onze verant
woordelijkheid te begeleiden en effectueren ons niet onthouden worden. Invoering
van deze verkorting alleen omdat de principiële kant zo aantrekkelijk is wijst de
vereniging van Archivarissen af. Indien de vervroegde openbaarheid door een
nieuwe wet op de openbaarheid wordt geregeld zonder dat de archiefwet tegelijker
tijd wordt aangepast dreigt er een scheuring te ontstaan tussen openbaarheid ener
zijds en overbrenging anderzijs met het risico dat ook de administratie er toe over
zou moeten gaan ruimten voor raadpleging van archiefstukken in te richten. Een
ander gevaar, ook door de archiefraad gesignaleerd, vormen de vele beperkende
bepalingen, die door verschillende departementen en andere overheidsinstanties
zullen worden getroffen om bepaalde archieven ook na overdracht aan inzage door
'onbevoegden' te onttrekken. Zulke wildgroei brengt de rechtsgelijkheid van de
burger in gevaar. Samenvattend is het oprechte 'ja' van de archivaris dan ook ge
koppeld aan een al even hartgrondig 'ja, maarDaarenboven zullen wij archi
varissen dan nog in veel nauwer contact komen met de administratie en met de pro
blemen van selectie en vernietiging. Laten we dat vooral niet vergeten.
Terugkomend op de archiefraad verdient de gedachte overweging of het geen goede
zaak zou zijn aan de vereniging een kwaliteitszetel toe te kennen in de Raad dan wel
op zijn minst aan de vereniging het recht toe te kennen een waarnemer te mogen af
vaardigen. Teneinde mogelijke fricties te voorkomen zal er in de toekomst tweemaal
per jaar een uitwisseling van gedachten plaats vinden over bepaalde actuele proble-
men tussen delegaties uit de Raad en uit ons bestuur. Een eerste overleg heeft op
17 januari j.l. plaats gehad.
Vergelijkbaar met deze ontwikkeling is de wens van de vereniging betrokken te
mogen zijn in de werkzaamheden van de departementale commissie tot technische
herziening van de archiefwet. Ons verzoek daartoe aan het departement werd niet
ingewilligd op grond van de overweging dat geen nieuwe principiële wijzigingen in
deze commissie aan de orde waren. Naar de vaste overtuiging van het bestuur zal
op den duur een wezenlijke aanpassing van de wet onontkoombaar zijn. Het is
dunkt mij dan een even onontkoombare consequentie de vereniging daarbij in te
schakelen.
Over beginselen ging ook de discussie tussen de provinciale archiefinspecteur van
Zeeland en het Zeeuwse college van Gedeputeerde Staten over de aanstelling van
een bevoegd archiefambtenaar ter secretarie belast met het aanleggen van een do-
cumentatieverzameling maar ook met de verzorging en beschrijving van de archie
ven van de in 1966 bij Middelburg geïncorporeerde voormalige gemeenten Sint
Laurens en Nieuw- en Sint Joosland. De inspecteur stelde dat het afhankelijk maken
van deze bevoegde archiefmedewerker van de gemeentesecretaris niet in overeen
stemming was met art. 25 van de archiefwet. Ook de vereniging deelde dit stand
punt en achtte de door de gemeente Middelburg voorgestelde afhankelijke positie
van de archiefambtenaar strijdig zoal niet met de letter de formulering van de
wet is n.l. niet geheel waterdicht dan toch zeker met de geest van de wet en met
de sinds 1918 en de ministeriële uitspraak van 1928 gevolgde rechtspraktijk.
Nu kan men zeggen en het is ook tot in de hoogste regionen gezegd dat de
vereniging zich al te gemakkelijk solidair heeft verklaard met een medebestuurslid
en dat de hele zaak is opgeklopt en het schuim niet waard is temeer omdat het
gemeentebestuur voor de toekomst een eigen huisvesting voor het archief c.a. en
een benoeming van een zelfstandige archivaris in het vooruitzicht heeft gesteld.
Natuurlijk is het mogelijk dat een anders geaard inspecteur een wat soepeler houding
had kunnen aannemen en tot andere resultaten was gekomen. Maar dat geldt voor
ieder van ons. De heer Scherft draagt zelf de verantwoordelijkheid voor zijn daden
en wil ook niet anders. Hij staat op de zelfde wijze in voor de publicatie van alle
gevoerde correspondentie in de afgesloten jaargang van het Nederlands Archieven
blad al heb ik er begrip voor dat enige scribenten er wat ontstemd over zijn, dat zij
van deze openbaarmaking niet op de hoogte waren gesteld.
Tot in de laatste fase was de voormalige zeeuwse archiefinspecteur consequent toen
hij aan Gedeputeerde Staten van Zeeland zijn ontslag aanbood. Maar dat de vereni
ging krachtig en blijkens de op 17 mei 1974 aangenomen motie eenstemmig zou rea
geren was te verwachten. Reeds het voorstel tot benoeming van een bevoegd archief-
deskundige tot beheerder van het gemeentelijk archief van Sittard als ambtenaar ter
secretarie had in onze kring tot scherpe reacties geleid met als gevolg, dat het
secretariaat oproepen voor dit soort afhankelijke archivarissen niet langer verspreidt.
Een gelukkige, maar in diepste wezen eigenlijk ongelukkige bijkomstigheid van
deze zaak is de constatering, dat er meer van dit soort foutieve constructies naar
boven zijn gekomen bij gemeenten en waterschappen. Het bestuur acht het niet
[341]
[340]