Archiefrecht XVI
Uitlening
Ia deze rubriek XV NAB 79 (1975) 198) werd de nieuwe lijst van archiefbewaar
plaatsen, bibliotheken en andere instellingen waaraan de beheerder van een archief
bewaarplaats ingevolge artikel 23 van het Archiefbesluit verplicht is archiefbeschei
den uit te lenen gepubliceerd. Aan de lijst zijn inmiddels toegevoegd de archief
bewaarplaatsen van de gemeenten Etten-Leur en Tholen (ministeriële beschikkingen
MMA/Ar 179.623 I van 8 april 1975, Stcrt. 73 en MMA/Ar 179.843 I van 29 juli
1975, Stcrt. 148). Met Etten-Leur is voor de eerste maal een archiefbewaarplaats
van een tot een streekarchivariaat (nl. De Markkant) behorende gemeente krachtens
artikel 23 is aangewezen. Men raadplege hierover advies nr. 54 van de Archiefraad
(verslag 1973, 68-69) en deze rubriek XII, NAB 78 (1974) 74.
Vernietiging
In de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van
waterschappen, veenschappen en veenpolders is één cijfer gewijzigd desondanks
een belangrijke wijziging. De in 1955 vastgestelde lijst gaf de bevoegdheid tot ver
nietiging van de bijlagen van de rekening na verloop van 40 jaren. Deze termijn is
thans verkort tot 10 jaren (beschikking van de ministers van cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk en van verkeer en waterstaat van 14 maart 1975 nr. MMA/Ar
177.839, Stcrt. 82).
T arieven
De voor de rijksarchiefdienst sedert 1972 geldende tarieven voor onderzoekingen,
het verstrekken van afschriften en uittreksels en het maken van afbeeldingen (zie
deze rubriek IX en X, NAB 76 (1972) 299-305, 77 (1973) 141-142) zijn onlangs ge
wijzigd bij ministeriële beschikking van 27 juni 1975, nr. MMA/Ar 179.308, Stcrt.
125 (zie bijlage 1 hierna).
De kosten voor het maken van een afschrift of uittreksel (artikel 7, tweede lid.
Archiefwet 1962) worden niet langer berekend 'per bladzijde van ongeveer 27
regels, elk van ongeveer 30 letters', maar per half uur. Hiervoor en voor onderzoek
ten behoeve van derden bedraagt het tarief thans 12,50 per half uur (was 10,—
per uur of een gedeelte daarvan). De prijs van één uur ambtelijke tijd is dus met
150 gestegen!
(400]
Aan onderzoek dat een zuiver wetenschappelijk beoogt (zulks ter beoordeling van
de rijksarchivaris) zijn geen kosten verbonden.
De tarieven voor xerokopieën en microfilms zijn ongewijzigd gebleven; de foto
tarieven zijn gewijzigd. Nieuw is het tarief voor afdrukken door middel van een
reader-printer. Het blijkt aanzienlijk goedkoper een xerokopie van het origineel te
laten maken dan door middel van een reader printer een afdruk van de microfilm
van het origineel.
Met genoegen zullen vele collegae ervaren dat het tot nu toe binnen de rijks
archiefdienst en voor de rijks archiefschooi geldende interne tarief nu ook van
toepassing is voor het maken van afbeeldingen ten behoeve van een beheerder van
een archiefbewaarplaats in de zin der wet, van overheidsinstellingen en van organi
saties werkzaam op het gebied van het archiefwezen.
De rijkstarieven zijn ook van toepassing ten aanzien van door het rijk in bewaring
gegeven archiefbescheiden. Dit staat in de toelichting op de beschikking. Bovendien
bepaalt artikel 14, tweede lid, van het Archiefbesluit dat ten aanzien van inbewaring
gegeven rijksarchieven de in artikel 7, tweede lid, van de wet bedoelde kosten (voor
het maken van afbeeldingen, afschriften en uittreksels) berekend moeten worden
naar een door de minister vast te stellen tarief. Het Archiefbesluit zegt niets over
de tarieven voor onderzoek. In deze rubriek IX is daarom verdedigd dat burge
meester en wethouders een hoger of lager tarief mogen vaststellen. Sedert enige jaren
echter wordt aan elke inbewaringgeving als voorwaarde verbonden 'Op de in be
waring gegeven archiefbescheiden is zowel het bepaalde in het tweede lid van artikel
14 van het Archiefbesluit van toepassing als het tarief vermeld in de bijlage van
de beschikking van de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk van 20 september 1972
Begrijpelijk is het wel, dat men verder gaat dan de bepaling van artikel 24, tweede
lid, Archiefbesluit. De ratio van deze bepaling is immers (zie Duparc, II.l.c-20) te
voorkomen dat de onderzoeker hogere tarieven moet betalen dan wanneer de m
bewaring gegeven archieven nog in een rijksarchiefbewaarplaats zouden berusten.
En dit geldt natuurlijk evenzeer voor het verrichten van onderzoek als voor het
maken van afbeeldingen, afschriften en uittreksels. Toch zou het goed zijn, in de
genoemde bepaling van het Archiefbesluit ook de kosten van onderzoek op te nemen.
Begrip archiefbescheiden
Naar aanleiding van de aanbevelingen van de door het bestuur van de Vereni
ging van archivarissen in Nederland ingestelde werkgroep automatisering (zie NAB
77 (1973) 241-243, zie ook mijn 'Moderne media als archiefbescheiden in de zin der
wet', NAB 78 (1974) 54-60) verzocht het bestuur in 1974 de minister van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk zich tot de overheidsorganen te richten om deze
erop attent te maken dat ook niet-schriftelijke registratievormen, zoals b.v. com
puterbescheiden, onder het begrip archiefbescheiden in de zin van de Archiefwet
1962 zijn te rekenen.
[401]