Archief en politiek Op 26 mei 1975 werd in Portugal een pamflet verspreid, afkomstig van leden van een commissie, belast met het onderzoek en het beheer van archieven van de PIDE en de DGS, de beruchte geheime politie van de dictatoren Salazar en Caetano. Dit archief viel na de staatsgreep van 25 april 1974 in handen van de Beweging van de Strijdkrachten M.F.A., die deze commissie oprichtte om vervolging van voor malige geheime politie-agenten mogelijk te maken. Binnen de commissie was nu een geschil gerezen naar aanleiding van het ontslag van twee commissieleden uit de M.F.A., waarbij een derde militair zich eveneens uit soli dariteit terugtrok. De vrees bestond, dat het archief van de geheime dienst, compleet met de dossiers van personen, die door deze dienst ooit zijn vervolgd, in handen raakte van de Communistische Partij en dat controle op het beheer van buitenaf on mogelijk werd. Dit zou betekenen, dat de Communistische Partij, wanneer zij zuive ringen zou willen uitvoeren binnen linkse groeperingen die haar onwelgevallig zijn (socialisten, Moaisten, sociaalrevolutionairen en anarchisten), zij hetzelfde onder drukkingsapparaat kon hanteren, dat tevoren de facisten ten dienste stond. Noch over de vervolging van ex-agenten, noch over het beheer van dit archief waren regelingen vastgesteld. Er was geen enkele garantie, dat de rechten en belangen van individuen, die voor hun maatschappelijke overtuiging vervolgd waren geweest, zou den worden gewaarborgd, integendeel. Ook de rechtzoekende burger zou onder dit beheer geen enkel belang bij het archief hebben. De opstellers van het pamflet stelden dan ook: 'dat de documenten die in de archieven van de fascistische organisaties be rusten voornamelijk refereren aan elementen van de arbeidersmassa en de anti fascisten in alle politieke stromingen', 'dat dit materiaal uiterst belangrijk is voor politieke machten, die een politieke politie willen instellen die als onderdrukkings apparaat moet dienen voor het Portugese volk en alle progressieven van dit land' en eisten onder meer 'de onmiddellijke vernietiging van alle informatie over de anti fascisten die in de archieven van de voormalige PIDE en DGS berust' De archiefbeheerder gaat er in de regel van uit, dat het onder hem berustende archief, weerslag van de administratie van overheidslichamen een instrument is van een rechtsgemeenschap, waarin het recht wordt ondersteund door een zo groot mogelijke openbaarheid van de archieven. De rechtzoekende burger kan en moet zijn bewijsstukken in de archieven vinden. De openbaarheid kan dus een vorm van be- 386] scherming van burgerrechten zijn tegen eenzijdige meningsbeïnvloeding door tech nocraten. Er bestaat hierbij het gevaar dat, vooral bij archieven recenter dan 50 jaar, de alge hele bekendheid van zekere feiten schade kan berokkenen aan de rechten en be langen van nog levende personen. In incidentele gevallen worden archieven over gedragen met zodanige beperkende bepalingen, dat de archiefbeheerder mede de verantwoording draagt voor de publicatie van de feiten. Het is niet denkbeeldig, dat een beheerder dan voor gewetensvragen komt te staan, waarbij het algemeen belang van publicatie soms politiek te interpreteren tegenover de belangen van het benadeelde individu komt te staan. De probleemstelling wordt nog verscherpt, wanneer op een of andere wijze de rechtsgemeenschap wordt opgeheven of van bovenaf wordt ondermijnd. Bepaalde archiefbestanddelen kunnen in handen van politieke machten, een gevaar opleveren voor het individu. Hoe onschatbaar de waarde van deze bestanddelen ook voor de geschiedschrijving kan zijn de PIDE-dossiers kunnen onvervangbare informatie bieden over het antifascistisch en ondergronds verzet in Portugal en bijdragen tot de verklaring waarom die verzet feitelijk zo massaal is geweest de bescherming van tal van personen kan gebieden, dat dergelijke documenten van de aardbodem verdwijnen. Het is te verwachten dat wat op dit moment in Portugal actueel is (en in het open baar op straat wordt bediscussieerd!) in Nederland voorlopig een theoretisch pro bleem zal blijven. Toch kunnen ook de Nederlandse overheidsarchieven elementen bevatten, die aan dergelijke vraagstellingen onderworpen zijn. Ook de archivaris kan hierbij niet als 'neutraal' bewaarder van historische schatten blijven toezien, maar zal ook in zijn bewaringsbeleid stelling moeten nemen. J. A. A. Bervoets. SUMMARY Archives and politics On May 26, 1975 leaflets circulated in Portugal which were produced by members of a M.F.A.-commission in charge with the administration of archives of the ex- PIDE/DGS (the secret police of the Salazar-Caetano-regime). They protested against the dismissal of two colleagues, fearing that the archives, and consequently the files of these persecuted bij the P1DE/DGS, might be controlled by one bureacratic party, which might use them for the purpose of purges. Hence they demand 'the immediate destruction of all information about antifascists in the archives of the ex-PIDE/DGS'. The fact has been published in order to start a discussion about the archivist's res ponsibility of recent sources of historial importance, whose existence might endanger vital interests of individuals alive. 387

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 30