briefkaarten, dia's, negatieven en affiches apart kunnen catalogiseren. Omdat dik
wijls speciaal naar b.v. dia's of affiches gevraagd wordt, is het handig deze in af
zonderlijke afdelingen van de catalogus bijeen te hebben.
8. Prentbriefkaarten.
Meestal zijn dit topografica en ze kunnen dan ook zonder bezwaar in de desbetref-
lende afdeling van de catalogus opgenomen worden. Brengt men de prentbriefkaar
ten m een afzonderlijke verzameling bijeen, dan is de alfabetische volgorde gemeente
- plaats wijk) straat het meest voor de hand liggend. Voorstellingen van
een veel voorkomend gebouw, uit diverse windrichtingen bekeken, kunnen desge
wenst alfabetisch worden tussengevoegd op naam van het gebouw, eventueel kan
men een rubriekje 'gebouwen' maken. Afbeeldingen van gebeurtenissen komen chro
nologisch te staan; voor prentbriefkaarten met trams, brandweer, schepen enz.
maakt men speciale rubrieken.
Uitvoerige beschrijvingen zijn bij prentbriefkaarten niet vereist; door het uniforme
en handzame formaat kan men ze op overzichtelijke wijze in dozen of laden be
waren, waarin ze ook zonder gebruik van de catalogus op gemakkelijke wijze te
raadplegen zijn. Wel is het gewenst (vooral in verband met de datering) gegevens
van de achterzijde, ook van het poststempel, over te nemen, alvorens de prentbrief
kaarten te laten opzetten.
9. Dia's
Ook dia's kunnen naar de aard van hun voorstelling als een bijzonder soort van
topografische, historie- enz. afbeeldingen beschouwd worden en in de betreffende
afdelingen van de catalogus worden ondergebracht. Een diaverzameling kan grote
documentaire waarde hebben. Het gebruik van dia's is over 't algemeen anders dan
dat van de andere afbeeldingen in de verzameling; daarom is een aparte catalogi
sering gewenst. Overigens kan de wijze van ordening analoog zijn aan wat hiervoor
al voor topografische, historie- en andere soorten afbeeldingen is aanbevolen.
Vaste nummers voor de dia's zijn zeer gewenst, om een eenmaal vertoonde serie
later weer bijeen te kunnen brengen. Heeft men een diakast, waarin de dia's op
ramen tegen een verlichte achtergrond bekeken kunnen worden, dan is een uitvoerige
beschrijving en een tot het uiterste doorgevoerde systematische catalogisering niet
strikt nodig. Men kan dan de dia's over een aantal rubrieken verdelen als stadsge
zichten, kaarten, gebeurtenissen, verkeer, luchtopnamen e.d. (die elkaar wel eens
zullen overlappen) en dan, staande voor de kast, een keuze (laten) maken, zonder
raa pleging van een catalogus. Is een dia een reproductie van een andere afbeelding,
dan kan dat aangetekend worden in de catalogus op de plaats waar de beschrijving
van het origineel is opgenomen. In de diacatalogus kan naar de beschrijving van
het origineel verwezen worden.
10. Negatieven van foto's.
Soms bestaat de behoefte aan een catalogus van negatieven. Met name zal dit het
[378
geval zijn als men over een belangrijk aantal negatieven beschikt, waarvan (nog) geen
afdrukken gemaakt zijn. Is in zo'n geval vergroting van de negatieven niet gewenst
of te duur, dan zou men door middel van contactafdrukken een visuele catalogus
kunnen maken. De ordening kan plaats vinden uit het oogpunt van de voorstelling,
van de auteur of desnoods van de volgorde van verwerving.
In de regel zal men volstaan met het negatiefnummer van een opname of repro-
duktie op het beschrijvingsfiche van de afdruk of van de originele afbeelding te
noteren.
11Affiches18
Deze kunnen in de meeste gevallen wel bij de afdeling historie of bij maatschappelijk
leven ondergebracht worden. Brengt men ze in een aparte verzameling bijeen, dan
kan men rubrieken vormen voor b.v. commerciële affiches, die betreffende culturele
of sportieve evenementen, toerisme, overheidspublicaties enz., waarbij elke rubriek
naar behoefte kan worden onderverdeeld.
DOCUMENTATIE
Naast het beschrijven en catalogiseren van het afbeeldingenbestand van de verza
meling zal de atlasbeheerder ook enige tijd besteden aan het bijeenbrengen van docu
mentatie. Doel van deze documentatie is:
le. steun voor de atlasbeheerder bij beschrijving en catalogiseren,
2e. verstrekken van informatie aan anderen.
Het zal alle beheerders van topografisch-historische atlassen ontbreken aan tijd om
de hierna te noemen vormen van documentatie volledig te maken. Vaak echter
worden gegevens verkregen door onderzoek, voor eigen werk of voor derden. Het
is van belang deze soms met veel moeite bijeengebrachte kennis voor later gebruik
vast te leggen. Veel vragen komen later terug.
De te verzamelen documentatie heeft betrekking op:
a) De auteurs van de afbeeldingen. Levensjaren, plaatsen van werkzaamheid, onder
werpen, stijl, catalogi en andere literatuur zijn belangrijk om te noteren. Veel ge
gevens kunnen ontleend worden aan kunstenaarslexicons (zie hiervoor de literatuur
lijst in 'Het beheer van topografisch-historische atlassen'), encyclopedieën enz. Ge
gevens en verwijzingen betreffende in de atlas vertegenwoordigde auteurs kan men
op fiches noteren. Daarnaast is het van belang gegevens over lokale tekenaars,
grafici, fotografen e.d. te verzamelen, ook als men geen afbeeldingen van hen
bezit. De ervaring leert, dat de atlasbeheerder vaak vragen over in zijn regio werk
zame auteurs te beantwoorden krijgt.
b) De afgebeelde objecten: straten, gebouwen, personen, gebeurtenissen e.d. Boeken
over lokale geschiedenis, plaatsbeschrijvingen, werken over kastelen, kerken, molens
en andere soorten gebouwen, biografische woordenboeken enz. leveren nuttige ge-
18 Affiches zijn niet in de eerste plaats, soms zelfs in het geheel niet, als afbeeldingen
te beschouwen. In vele gevallen zullen ze daarom in bibliotheken ondergebracht worden.
379]