SCHEMA 2. 306 SCHEMA 1. MODEL voor de indeling van een onder nemingsarchief, gebaseerd op de organi satie 1. Organisatie 2. Aandeelhouders 3. Raad van Commissarissen 4. Bestuur 5.1. Financiën 5.2. Eigendommen en duurzame productiemiddelen 5.3. Personeel 5.4. (Financiële) administratie 5.5. Research 6.1. Inkoop 6.2. Producerende afdeling(en) 6.3. Verkoop Indeling van de inventaris van het archief van Taminau's Conservenfabrieken N.V. te Eist (O.B.), 1898-1958 1. 2. Organisatie Aandeelhouders 3. Directie 3.1 Verslagen 3.2. Ingekomen en uitg. stukken 3.3. Financiering 3.4. Eigendommen 4.1. Sociale Zaken 4.2. Administratie 4.2.1. Bedrijfsadministratie 4.2.2. Financiële administratie 4.3. Laboratorium 5.1. Inkoop 5.2. Fabricage 5.3. Verkoop 6. (of 4.4.) Inlichtingen 7. Gedeponeerde archieven 7. Gedeponeerde archieven De organisatie van Taminiau's Conservenfabrieken heeft in de periode van haar bestaan diverse strukturen gekend. Het oudste in het archief aangetroffen organisa tieschema dateert uit 1921, het jongste uit 1946. Dit laatste schema is verkort weergegeven in schema 2. ORGANISATIESCHEMA VOOR DE CAMPAGNE 19U6 van Taminiau's Conservenfabrieken N.V. te Eist (O.B.) DIRECTIE partic zaken VERKOOP buitendienst binnendienst correspondentie .distributie statistiek factureren INKOOP SECRETARIAAT ADMINISTRATIE financiële adm. bedrijfsadm. loonadm. magazijnadm. calculatie regerings verantwoording ingaande post archiveren FABRICAGE LABORATORIUM kwaliteitscontrole receptuur research SOCIALE ZAKEN o.a. personeelszaken jam-fabriek stroop-fabriek campagne-fabriek confijterij wijn-afdeling. ketelhuis werkplaats kuiperij magazijn spoelerij etiketten-afdeling expeditie vriezerij Vanwege de geringe omvang van het archief en het ontbreken van administratieve cesuren, die samenvallen met de invoering van een nieuwe organisatie, is niet ge kozen voor een indeling volgens de diverse organisatiestrukturen. Gekozen is voor een indeling op grond van het organisatieschema uit 1946 (zie de indeling op schema 1, rechtergedeelte; p. 306)16. Gebleken is namelijk, dat de bescheiden het meest systematisch zijn onder te brengen in de afdelingen die de onderneming kende in 1946. Een probleem vormden de archiefstukken met een meersoortige inhoud. Dit pro bleem is opgelost door in de indeling op de inventaris de plaatsing van die stukken te verantwoorden en, waar nodig, bij de in aanmerking komende afdelingen ver wijzingen op te nemen. Bijvoorbeeld: in de beginperiode van de fabriek nam de oprichter-directeur, J. L. L. Taminiau, actief deel aan de nroduktie, hij stelde recepten samen en nam proeven met de produkten. De recepten, de resultaten van de proeven en verbeteringen van fabricagemethoden noteerde hij in één deel. Deze be scheiden zijn ingedeeld bij de afdeling Laboratorium. In een n.b. bij de afdeling Fa bricage wordt naar de betreffende inventarisnummers verwezen. Vergelijken we nu de afdelingen uit het model en de hoofdafdelingen uit het Taminiau-archief die in schema 1 op gelijke hoogte zijn geplaatst dan kan het volgende worden opgemerkt. De onderverdeling van 3. Directie, m.b.t. de punten 3.3 financiering en 3.4 ei gendommen: de financiering van de onderneming, de aankoop van gronden en de bouw en uitbreiding van de fabriek waren in deze onderneming geen taken van aparte afdelingen, doch uitsluitend een directie-aangelegenheid. De onderverdeling van de Administratie, die weergegeven is in het organisatie schema voor 1946, kan zonder bezwaren in de inventaris worden toegepast. Een afdeling Inlichtingen, of een daarmee vergelijkbare, komt niet voor in het model. Gelukkig is een model een vervormbaar geheel, waarvan men de delen naar behoefte kan weglaten, samenvoegen of waaraan men zelfs delen kan toevoegen. In de afdeling Inlichtingen zijn ondergebracht: literatuur, kranteknipsels, foto's, e.d. Bescheiden dus, die eigenlijk geen archiefstukken ziin. Toch bevatten deze stukken veelal onmisbare informatie voor de onderneming en vormen een hulp middel voor de taakuitoefening. Vandaar de vermelding in schema 1 van (of 4.4). De toegezegde mogelijkheden van onderzoek op grond van het archief17 moet ik u schuldig blijven, omdat de door mij verlangde spreektijd voor een behandeling daarvan geen ruimte laat. Een opmerking van I. J. Brugmans in zijn handboek 'Paardenkracht en Mensenmacht' wil ik u echter niet onthouden. Hij zegt daarin, op pag. 255 dat 'de ontwikkeling van de jamfabricage een vergeten hoofdstuk is 16 De organisatie van de onderneming is tussen 1946 en 1958 niet essentieel gewijzigd. 17 Zie: Archiefstudiedagen 13 en 14 maart 1975. Thema: Bedrijfsarchieven, p. 21. 307]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 46