De methodiek van de inventarisatie van bedrijfsarchieven kan m.i. nauwelijks spe
cifieke moeilijkheden opleveren.
Een geheel andere vraag is of dit met de inhoud van de bedrijfsarchieven, het geval
is.
Ook op dit punt is het artikel van Den Teuling illustratief. Hij heeft een archief
onder handen van 9 m waarvan 3% m boekhouding.
Zijn boekhoudkundige kennis schiet te kort om het 'systeem te ontrafelen' en hij
is dus genoodzaakt een uitgebreide literatuurstudie te verrichten incl. die op het
gebied van de historie van het boekhouden.
Na dit alles is hij in staat de boekhoudkundige stukken in hun samenhang te
ordenen en verantwoord in de inventaris op te nemen.
Zonder iets af te doen van het belang van een dergelijke studie is het duidelijk dat
een groot karwei is verricht voor het inventariseren van een klein archief. Zou
men zich voorstellen dat het zou gaan om een bedrijfsarchief uit 1975 dat bijvoor
beeld 900 m groot zou zijn en waarin 350 m stukken aanwezig zijn waarvan de
samenhang niet duidelijk is en deze stukken bovendien zouden handelen over alle
takken van wetenschap en techniek waarmee het moderne bedrijfsleven zich bezig
houdt, dan is duidelijk dat geen enkele archivaris achteraf nog in staat is de ont
brekende samenhang alsnog in de stukken aan te brengen. Tijd en kennis zouden
hem hiertoe ten enenmale ontbreken. Dit is geen dorre theorie; niemand verplicht
de ondernemer zijn archief goed te beheren, laat staan de stukken in hun samen
hang te ordenen en het is zeer wel denkbaar dat u t.z.t. een dergelijk archief krijgt
aangeboden. Statistisch gezien is die kans zelfs vrij groot. Een bedrijf zal er eerder
toe komen een slecht toegankelijk archief af te stoten dan een archief dat goed
wordt beheerd en goed toegankelijk is. Men geeft nu eenmaal eerder iets weg waar
men niets aan heeft dan iets waar men wel wat aan heeft.
Het probleem is trouwens ook niet zó specifiek voor bedrijfsarchieven. De inhoud
van moderne overheidsarchieven is zeker niet minder gevarieerd dan die van mo
derne bedrijfsarchieven. Wel heeft men de wettelijke garantie dat de archieven
goed worden beheerd, maar wat deze garantie in de praktijk waard is vermag ik
als bedrijfsarchivaris niet te beoordelen.
Men kan tegenwerpen dat inventariseren volgens de Handleiding, helemaal niet in
houdt dat men stukken in 'hun samenhang' moet ordenen.
Inventarisatie betekent niets anders dan het herstel van de oorspronkelijke orde.
Inderdaad is dit restauratiebeginsel altijd het sterke punt van de klassieke inventaris
geweest. Herstel van de oorspronkelijke ordening is in het algemeen aanzienlijk
minder arbeidsintensief dan herordenen en vergt en dat is belangrijk aan
zienlijk minder kennis van de inhoud van de stukken. Het restauratiebeginsel is
echter ook het zwakke punt van de inventarisatie. Kitsch wordt geen kunst door het
te restaureren en een ontoegankelijk archief wordt niet toegankelijk door een on
deugdelijke ordening te herstellen. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom de
inventaris in de zin van de Handleiding in bedrijfsarchieven waar de scheiding
tussen registratuur en oud archief niet bestaat nooit erg populair is geworden.
[220]
Als het archief goed toegankelijk is, heeft men de inventaris eigenlijk niet nodig en
als de toegankelijkheid slecht is, heeft men aan de inventaris weinig, tenzij men
bereid is tot een aanzienlijke herordeningsarbeid.
Ook macro-economisch gezien is het weinig aantrekkelijk een grote hoeveelheid
energie te stoppen in het toegankelijk maken van archieven op het moment dat de
raadplegingsfrequentie tot bijna nul is gedaald, het ligt veel meer voor de hand
dit te doen op het moment dat de stukken hoogfrequent worden geraadpleegd,
d.w.z. direct na het ontstaan van de stukken. Dit alles betekent voor de archivaris
dat hij zal moeten trachten tot een deal te komen met registratoren en bedrijfs-
archivarissen om de noodzaak van herordening achteraf te voorkomen. Anders
gezegd de archivistische oecumene dient met kracht te worden nagestreefd ook al
verloopt hij nog moeizamer dan met de echte oecumene het geval is. De aanwezig
heid op deze studiedagen van archivarissen van diverse pluimage is intussen een
hoopvol teken.
Misschien heeft u het gevoel dat wij nu van het onderwerp afdwalen. Mijn bedoe
ling is niets anders geweest dan aan te geven dat m.i. het probleem van de bedrijfs
archieven waarvoor u nu staat, geen probleem in isolatie is, maar de fundamenten
van uw vak raakt.
De kleine zondvloed van bedrijfsarchieven die nu over u komt is slechts een af
schaduwing van de grote zondvloed die over u zal komen als de moderne overheids-
en bedrijfsarchieven u zullen bereiken.
Ik stel u voor nu onmiddellijk over te gaan tot bespreking van de problemen van
de kleine zondvloed en ik verklaar de studiedagen daartoe gaarne voor geopend.
ilNGEN
Telegram Adres,-''
KRAUNGSCHE TAPfJTFABRIEK
ROTTERDAM
Telefoon N*2M3
[221]