SS£S5~"=«="5= SS?SS~=E3?S sr"?tot h"Kempe"" ïhe:c^^~tke;rekkinvot het Bekken van ™ercl™dmriizarChieVenibetreffende het BekkenUv'an ChaTero\LdeteLraegnehen "csd™*n«"i«™ Mr""™d20°rUn'f°Ffra''toatiu'e t™"'"'1""- Bijdragen tot de Mededehngen het Centrum voor Bedrijfsgesch'edeni,Ge,chieA ™dd"^V« k'd m;"inMi0n!"e oné„„m gehele he van haar oprichting d.i. 1850 tot 1914. Voor de oeriode 1940* MkK '"It h ehieven van de Emissiebank ov,rgemaakt M ^43 Centrum. Ze waren dus bestemd voor het Rijksarchief m n X pss=s=s zodra de omstandigheden het toelaten worde i™ maar het f°nds zaI Hasselt. He, gaa, om he, archte van H M °ve'8OTMk' het Rijksarchief ,e werd opgericht en zestig jaar later in liq„ida,i glT Be™8en' "°7 ^P grond van d,e diverse mijnarchieven ga, he, thans geer goed mogelijk gijn „m •an België. iShmdeïm^var/d' BronneTéJVroblmMkkJHETf','iS0',e 0e!chie<|enis m Brussel ,7-1, „71 „J&"i^™«f he, Collo- f272] een vergelijkende historische studie te maken over de mijnbouw in België. Voor kort werden tenslotte nog in het Rijksarchief te Luik behalve het archief van de Charbonnage d'Espérance et Bonne Fortune te Montegnée, ook dat van de oude wapenfabriek Etablissements Georges Laloux neergelegd. Maar niet alleen de mijnbouw en de metaalindustrie zijn in het Rijksarchief verte genwoordigd. Andere bedrijfsarchieven worden er eveneens bewaard. In de loop van 1973 werd het depot te Luik verrijkt met het historische archief van de Société Anonyme des Cristalleries du Val-Saint-Lambert. De onderneming werd opgericht te Seraing in 1826 en werd voor enkele jaren genationaliseerd. Zij kwam in de laatste tijd in het nieuws wegens de financiële moeilijkheden, waarmede ze te kampen heeft en waardoor ze met liquidatie wordt bedreigd. Voor de Vervierse wolindustrie zijn in hetzelfde depot een drietal representatieve bedrijfsarchieven voorhanden. Daarnaast komen nog andere voor met betrekking tot het bankwezen, de pers, de uitgeverij en de chemische industrie. Het Rijksarchief te Luik is van alle openbare archiefbewaarplaatsen het rijkst aan bedrijfsarchieven voor zover ze tenminste door de ondernemingen zelf zijn overge maakt. We wezen er reeds op dat de rechterlijke instanties insgelijks firma-archieven heb ben overgedragen. Onder de belangriikste kunnen daar nog aan toegevoegd worden: het omvangrijke archief van de zaak Langrand-Dumonceau, die in 1870 failliet is gegaan. De bescheiden werden overgemaakt door het Hof van Beroep te Brussel aan het Algemeen Rijksarchief en dienden als basis voor het magistrale werk, dat professor G. Jacquemyns aan die merkwaardige financier en zakenman heeft ge wijd16. De Rechtbank van Koophandel te Brugge heeft eveneens een interessant bankarchief neergelegd, nl. dat van de Bank Dujardin te Brugge, dat zoals de zaak Langrand-Dumonceau inmiddels aanleiding heeft gegeven tot een publicatie, zij het op meer bescheiden schaal. Maar het moet worden toegegeven dat de zaak minder allure had dan die van Langrand-Dumonceau17. Tenslotte dienen nog enkele bibliotheken en musea te worden vermeld, die binnen hun muren eveneens bedrijfsarchieven bewaren. Het Centrum voor bedrijfshistori- sche studie van de Universitaire Faculteiten van Sint-Ignatius te Antwerpen, het Museum Plantin-Moretus en de Universiteitsbibliotheek te Gent kwamen reeds ter sprake. Daaraan kan worden toegevoegd het Nationaal Scheepvaartmuseum te Antwerpen, waar belangrijke archieven met betrekking tot de scheepsbouw, de scheepvaart en de rederij zijn ondergebracht. Het museum bezit bovendien een indrukwekkende collectie van nu reeds meer dan 5.000 foto's van scheepsmodellen, die een bijna dagelijkse aangroei kent. 16 G. Jacquemyns, Langrand-Dumonceau, promoteur d'une puissance financière catho- lique. U.L.B. Inst. de Soc. Centre d'Hist. écon. et soc., Brussel, 1960-1965, 5 dln. 17 A. Maertens, Leven en Dood van een Bank in de XlXe eeuw. Een bijdrage tot de studie van het economisch vervat en herleven van Brugge en omstreken in de tweede helft van de XlXe eeuw toen Brugge een financieel Centrum was door toedoen van de Bank Dujardin, z.j. (1947). [273]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 29