IT* T'"' Maar d°°r "e beSChdd» en
van de zakew™ d=
ckrv: 1^93""van de i8e eeuw tot aan de
Het voorbeeld van de familie de Pauw werd vanaf 1931 nagevolgd door Jean Voort
man en enkele jaren nadien door de n.v. Florida, nadat de onderneming in liqui
date was gesteld. De beide archieven omvatten bovendien bedrijfsdocumenten
GentsèTkatoe h L°USbergS en de Hemptinne, alle pioniers van de
Gentse katoennijverheid, maar die ook hun stempel hebben gedrukt op de verdere
evolutie van die mdustrie. Zodat thans in het Stadsarchief van Gent een rijke do
cumentatie beschikbaar is voor de studie van de katoennijverheid vanaf haar op-
Voor de lijnwaadindustrie zijn in het Stadsarchief van Kortrijk een aantal bedrijfs-
cumenten voorhanden. Ze betreffen uitsluitend de oude handweverij en de
handelstransacties daarmede verbonden9.
Uit wat voorafgaat blijkt dat de eerste bedrijfsarchieven vooral in de Stadsarchieven
Zk Pk neC.rg efd' Naderhand w'jzigde zich de toestand en werden ze hoofd
zakelijk ondergebracht in het Rijksarchief.
De oudste bedrijfsdocumenten, die in het Rijksarchief worden bewaard, maken er
deel uit van grote fondsen als de Rekenkamer, de Raad van Financiën of van
hike7 heiT Tn alS d0 Raad Va" Namen' dC Raad Van Vlaanderen en derge
lijke. Ze hebben allen betrekking op het Oude Regiem dus van vóór 1789 Maar het
g a enkel om fragmenten van bedrijfsarchieven. Men treft er ook aan in familie
hieven, ,n sommige gevallen maken ze er zelfs het hoofdbestand van uit
De belangrijkste aanwinst van hedendaagse bedrijfsarchieven verwierf het Algemeen
gen die ,n Belgie bedrijvig waren voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog en die
a de wapenstilstand van 11 november 1918 onder sekwester werden geplaatst Die
ocumenten zijn in de eerste plaats van belang voor de studie van de economische
betrekkingen tussen België en Duitsland gedurende het laatste kwart van de 19e
eeuw en de twee eerste decennia van de 20e eeuw. Een tweetal re,kt zelfstel 0
zH ook m WTer Van eeonomische sectoren- d'e de verzameling bestrijkt geeft
zo ook inzicht in de economische evolutie van de tijd op breder vlak"
De toen nog jeugdige Etienne Sabbe, de latere algemeen rijksarchivaris werd met de
inventarisatie van die gesekwestreerde archieven belast. Die taak brlZlZJi
evis d,e Etienne Sabbe door z„n universitaire vorming was, blijvende belangstelling
dg °eAfbrmaham Voortman gebZ!^^ afkomst' In "83 ves-
richtte er in vennootschap iet X foJkon^f,™ Td Ho,!land' zic}l te Gent en
kerij op. De Lousbergs waren herkomstig van A/r a^r, ^e. ^os e^n katoendruk-
1790 een katoenspinnerijteGent3eSsVn' ?°k °mstreeks
197™n'»CrS'la'r Cen'™m Hedendaagse CaSïS
,e Kor,ri*-
K SS.00™""'
[270]
bij voor de hedendaagse economische archieven. In 1934 publiceerde hij een eerste
bijdrage, waarin hij betoogde dat in België te weinig aandacht werd besteed aan de
economische archieven in het algemeen, en aan de bedrijfsarchieven in het bijzon
der11. Doch veel weerklank heeft zijn betoog op dat ogenblik niet ondervonden en
nog het allerminst in de kringen van de zakenwereld zelf. De practische of daadwer
kelijke resultaten bleven dan ook uit. De tijdsomstandigheden waren immers weinig
gunstig om bij de bedrijfsleiders interesse voor hun oude bescheiden op te wekken.
Hun aandacht was er in de eerste plaats op gericht om hun zaken weer vlot te
krijgen en opnieuw expansie te geven na de economische crisis van het begin der
dertiger jaren, die in intensiteit en ruimte alle voorgaande depressies had over
troffen. Bovendien rezen nieuwe problemen op die verband hielden met het drei
gende oorlogsgevaar en tenslotte de Tweede Wereldoorlog zelf.
Het zou nog duren tot 1955 vooraleer Etienne Sabbe met een nieuw artikel getiteld
The Safekeeping of Business Records in Europe andermaal de aandacht vestigde
op het probleem12. Na zijn benoeming tot algemeen rijksarchivaris richtte hij
een rondschrijven aan de voornaamste firma's van het land om hen opmerkzaam te
maken op de waarde van hun bedrijfsdocumenten voor het wetenschappelijk onder
zoek en op de mogelijkheid om de bescheiden, die voor de onderneming geen prac-
tisch nut meer hadden over te maken of in bewaring te geven in het Rijksarchief.
Onder zijn impuls werden ook door de conservatoren in de provincie, vooral in de
provincies Henegouwen en Luik, alsmede door de inspectiedienst van het Algemeen
Rijksarchief contacten gelegd met de bedrijfswereld om de inbewaargevingen te
stimuleren. Bovendien vond hij steun bij het Interuniversitair Centrum voor Heden
daagse Geschiedenis en bij het Verbond van de Belgische Nijverheid.
In 1957 stelde het Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis
een uitgebreide enquête in naar de firma-archieven, die in de privé sector werden
bewaard. Dank z'j het bemiddelend optreden van het Verbond van de Belgische
Nijverheid en inzonderheid van de Groupement des Hauts Fourneaux et Aciéries
Beiges werden in de sector van de zware industrie enkele positieve resultaten be
reikt. Inderdaad verschillende onder de belangrijkste metaal- en constructiebedrij
ven van het land bleken bereid om hun archief open te stellen voor de wetenschap
pelijke navorsing13. Dank zij die begripvolle houding werd de grondige studie
van de Industriële Omwenteling in het Luikse 00 basis van bedrijfsdocumenten
mogelijk.
Ingevolge onderhandelingen met het Algemeen Rijksarchief heeft ook de N.V.
Intermills, belangrijke groep voor de fabricage van papier en andere produkten
samengesteld uit houtderivaten, een zelfde liberale houding aangenomen. De docu
menten. die opklimmen tot het jaar 1667 worden bewaard in haar hoofdkantoor in
Ter Hulpen en mogen nu aldaar door navorsers worden geconsulteerd.
11 E. Sabbe, Les archives économiques. Archives, Bibliothèques et Musées de Belgique,
1934, dl. XI, blz. 7-33.
12 Het artikel verscheen in: The American Archivist, jan. 1955, dl. XVIII, nr. 1, blz.
31-45.
13 R. Demoulin, Archives des entreprises industrielles. Rapport preliminaire. Inter
universitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis, Mededelingen I, 1957, blz. 40-43.
[271]