4. Heel belangrijk is de onvoldoende informatie over de archieven zelf. We ver tellen in dit overzicht de naam van het bedrijf, jaartallen en de afmeting van het archief. Daar blijft het meestal bij. Soms is er nog een kleine indicatie dat het al leen quitanties zijn of dat het jaarverslagen zijn of andere soort stukken. Maar meestal ontbreekt die en dat is natuurlijk jammer. We hebben ook niet altijd infor matie over de inventarisatie, de stand van inventarisatie is heel vaak nihil. Verder zijn er een heleboel inventarissen, die hebben we dan aangeduid als ITP (dat is Ingang Ter Plaatse). Dat kan zijn een stapeltje fiches en dat kan een lijst zijn en dat kan ook een wetenschappelijke inventaris zijn, maar alweer: we hebben in deze korte tijd niet kunnen nagaan hoe die inventarissen waren. Ik geloof dat U daar ook wel begrip voor kunt hebben. Dit is ook weer iets wat in een volgend stadium gebeuren kan en ik zou dan willen bepleiten dat er een overzicht kwam waar een korte karakteristiek van het bedrijf in wordt opgenomen en waar ook een op somming komt van de categorie stukken die het archief bevat. Ik denk dan bij voorbeeld aan het Overzicht van de archieven in het Sociaal Historisch Centrum in Limburg, dat net in het jaarboek van 1974 is uitgekomen en waar je een korte karakteristiek hebt met een opsomming van de stukken. Dat was in ons overzicht eigenlijk helemaal niet mogelijk, omdat het grootste deel of in ieder geval de helft van de archieven niet geïnventariseerd was en van het andere gedeelte ook door gaans alleen maar lijsten zijn of inventarissen die alleen op de archiefdienst zelf aanwezig waren. Nu hadden we natuurlijk wel een prachtig groot enquêteformulier kunnen samenstellen met ongeveer vijftig vragen aan de archiefdiensten, maar ik ben bang dat we dan niet zoveel respons zouden gekregen hebben en dat de ant woorden lang op zich hadden laten wachten of misschien helemaal niet gekomen zouden zijn. Zo iets is werkelijk een werk van langer adem en ik heb daarom ook gekeken hoe het zit met het basismateriaal waaruit dit overzicht is samengesteld. Ik heb zitten tellen in de afdeling geld en verzekeringswezen. Daar heb ik gezien dat er van archieven kleiner dan een halve meter 26 met en 21 zonder inventaris zijn. Die 26 met inventaris daar reken ik ook bij de archieven die uit één register bestaan. Van de archieven tussen y2 en 3 meter zijn er 6 wèl van één of andere lijst voorzien en 7 met. Van de archieven boven de 3 meter zijn er 12 met een lijst of inventaris, 6 hebben er plaatsingslijsten (waarover straks) en 29 hebben helemaal niets. In meters uitgedrukt is het zo dat 842 meter archief een inventaris heeft, dat 1184 meter archief voorzien is van een plaatsingslijst en 955 meter niets heeft. Ik vind het al een enorme prestatie dat er in zo'n korte tijd van 1184 meter archief plaatsingslijsten zijn gemaakt. Ik heb wel eens zo'n plaatsingslijst gezien. Het zijn soms hele boekdelen. Je kunt de dingen terugvinden en al is het natuurlijk geen echte inventaris, men is er toch voorlopig mee geholpen. Maar het betekent natuur lijk toch ook dat het een enorm karwei is om aan de hand van deze plaatsingslijsten en ook van de inventarissen te komen tot korte karakteristieken. Met die 29 niet geïnventariseerde archieven van 955 meter lengte is natuurlijk helemaal niets te beginnen. Dan zijn er ook nog enkele archieven, waar helemaal niets van bekend [248 was op dat ogenblik dat wij de gegevens binnenkregen. Dit waren pakken in bruin papier verpakt en daar stond iets op en die naam hebben we wel of niet overge nomen. We hebben sommige ook maar weggelaten omdat niemand kon vertellen wat het nu eigenlijk was. Dat komt wel in een volgend overzicht hopen wij. Bij de zware industrie heb ik iets dergelijks uit zitten rekenen. Daar waren er 6 met inventarissen, 2 met plaatsingslijsten en 6 niet geïnventariseerd. In meters 282 wel, 6,5 plaatsingslijst en 114,6 niet geïnventariseerd. Het valt toch wel op dat er zoveel lijsten en plaatsingslijsten zijn, bijvoorbeeld van de in Schaarsbergen gede poneerde archieven en bij de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam, en ik geloof dat het wel mogelijk is om althans van de archieven waar lijsten van bestaan meer gegevens te verschaffen in een volgend overzicht dan we nu gedaan hebben. Maar nogmaals, we hadden daar nü geen tijd voor want ook dit vraagt op zijn minst een jaar werk van iemand die daar toch zeker een gedeelte van zijn dagtaak mee bezig is, vooral ook omdat de lijsten op de archiefdiensten zelf berusten. Ik meen dat het overzicht als het een instrument voor beleidsvorming wil zijn deze gegevens wel moet bezitten. 5. De indeling. We hebben een indeling gemaakt die zich aansloot bij het materi aal dat we ontvangen hebben. Daar hebben we natuurlijk de nodige moeilijkheden bij gehad, o.a. omdat er een tekort aan informatie over de archieven was. Er is bijvoorbeeld een exploitatie maatschappij voor onroerend goed. Exploiteert die bouw of landbouw? Dat is de vraag en daar kon de desbetreffende archiefdienst ook niet altijd informatie over geven. Die informatie krijg je pas als het archief geïnventariseerd is of als men de stukken serieus gaat bekijken. Het is best mogelijk dat we verkeerd gegokt hebben. Als dat zo is dan horen we dat nog wel van U. Natuurlijk is er ook een andere indeling denkbaar, gebaseerd, op de structuur van het economisch leven, waarbij je alle bedrijfstakken opnoemt. Maar dan zou je een overzicht krijgen met enorm veel witte plekken en witte bladzijden en dat is op zichzelf misschien wel interessant en stimulerend voor de archiefbeheerders die denken. Kom laat ik die witte plek eens gaan opvullen. We hebben eigenlijk wat laat gedacht aan die mogelijkheid, maar het is ter overdenking voor volgende samenstellers van een overzicht dat ik dit hier even te berde breng. Ik heb ook wel eens de inventaris van een gemeentearchief gezien, waar dat zo gedaan was. Die was in rubrieken verdeeld en dan zag je bijvoorbeeld: Onderwijs geen bescheiden aangetroffen. Dat zou dan met dit overzicht ook zo kunnen. Er is natuurlijk wel wat aan te merken op ons overzicht, maar ik geloof dat het toch een nuttige functie kan vervullen o.a. bij het contact tussen archiefdiensten die gelijksoortige bedrijfsarchieven hebben. Ze kunnen contact nemen wanneer ze willen gaan inventariseren en kijken wat de ene archiefdienst heeft en de andere en hoe ze dat aanpakken. Ik had eigenlijk in dit korte praatje willen duidelijk maken, dat er meer moet gebeuren en wil dat nog eens even opsommen: 1. Uitbreiding van dit overzicht met dergelijke overzichten van andere categorieën particuliere archieven, [249]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 17