Registratie van bedrijfsarchieven, overgebracht naar openbare archiefbe waarplaatsen door drs. E. P. de Booy Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Ik hoop en verwacht dat U allemaal het Overzicht van archieven van particuliere ondernemingen hebt ontvangen en ik wil beginnen met alle collega's hartelijk te danken die aan de samenstelling hebben meegewerkt door vaak bijzonder vlot te reageren op ons verzoek om gegevens en vaak ietwat kritisch gestelde brieven schreven van hoe denken jullie dat nou aan te pakken; zou dat wel goed gaan en zo. Ik waardeer juist deze opmerkingen zeer want dat bewijst dat er behoefte bestond aan zo'n overzicht en dat er mensen waren die daarin met ons mee hebben ge dacht. Ik bied tegelijk hier mijn excuus aan indien er in dit overzicht fouten zijn en misschien omissies, doordat sommige gegevens niet helemaal juist zijn overge komen. We hebben er nogal snel mee moeten werken en ik hoop dat indien U dergelijke zaken opmerkt, U dat dan laat weten. Wie weet komt er over een tijd weer een nieuwe verbeterde uitgave. Er is nogal wat kritiek op dit overzicht te maken en ik wou daar zelf maar eens mee beginnen. Misschien hebt U die kritiek ook al, maar het is altijd leuk om de mensen gras voor de voeten weg te maaien. Kort samengevat heb ik vijf punten. 1. Natuurlijk onze eigen fouten en ook onvoldoende opgaven van sommige col lega's die niet hebben gereageerd. Het kan dus zijn dat bepaalde archieven, die wèl bestaan niet in het overzicht zijn genoemd. 2. De onvoldoende afbakening van het terrein. U zult gemerkt hebben dat er allerlei grensgebieden zijn die óf niet óf onvolledig zijn opgenomen. 3. De zogenaamde verscholen archieven, ik bedoel daarmee de archieven die zitten in bijvoorbeeld familiearchieven, huisarchieven, rechterlijke archieven. Die zijn soms wel en soms niet opgenomen. Dat is niet volledig. 4. Onvoldoende informatie over de inhoud van de archieven. 5. Kritiek op de indeling van het overzicht. Ik wou beginnen met deze punten door te nemen, omdat uit behandeling daarvan misschien zal blijken welke kant we in de toekomst met het vervaardigen van dergelijke overzichten uit moeten gaan en wat ons zo allemaal te doen staat. 1. Omissies en fouten. Dat is op zich zelf niet zo vreselijk belangrijk. Het is natuurlijk jammer, maar ik geloof niet dat er veel archieven daardoor zijn weg- [246] gevallen, althans geen erg belangrijke, en ik meen wel, dat dit overzicht een goed beeld geeft van wat er is gedeponeerd. 2. Grensgebieden, onvoldoende afbakeningen. Dat is wel een moeilijke zaak. We hebben op een gegeven ogenblik gezegd: we moeten ons beperken tot de archieven van de particuliere ondernemingen, dus alleen van bedrijven die met winstoogmerk handelen. Dus geen overheidsbedrijven en geen bedrijven zonder winstoogmerk, met een of ander cultureel of maatschappelijk doel. En uit de binnenkomende ge gevens bleek al dat collega's daar onderling verschillende opvattingen over hebben. Bepaalde archieven kregen we wel van sommigen op en van anderen juist niet. Die zeiden dat hoort daar niet bij en we hebben zelf ook niet een volledig beeld wat er over die bedrijven aanwezig is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de archieven over wegenaanleg en havens en trammaatschappijen. Vaak zijn die particulier begonnen en later bij de overheid gekomen of omgekeerd. Natuurlijk zijn er ook archieven van laten we zeggen schouwburgen, die eerst een particulier bedrijfje zijn en later subsidie krijgen en zo zijn er natuurlijk moeilijkheden bij de vleet. We hebben op een gegeven ogenblik dan ook bepaalde archieven maar helemaal geschrapt, zoals van badinrichtingen en advocaten. De architecten hebben we wèl laten staan en U zou misschien terecht zeggen: Dat is niet helemaal consequent. De reden daarvan was dat we bepaalde categorieën onvolledig opkregen. Dat is natuurlijk geen verwijt aan de collega's, die die opgave deden. We kunnen ons hoogstens zelf kwalijk nemen, dat we niet van het begin af reeds precies wisten wat we er wèl en wat we er niet in wilden hebben. Dat hebben we al doende geleerd. De positieve kant van deze tekortkoming is, dat we zeggen in de toekomst zouden mischien nieuwe over zichten op hun plaats zijn van de archieven juist op die grensgebieden, bijvoorbeeld archieven van vakverenigingen en gilden en belangenverenigingen, want die zijn zowel voor de sociale als voor de economische geschiedenis van belang. Bovendien zijn dat particuliere archieven en het beleid ten aanzien van de acquisitie van particuliere archieven is altijd wat incidenteel geweest, zodat niemand precies weet wat er nu wel en wat er niet is. 3. Verscholen archieven. Die zijn incidenteel ook opgenomen. Er is een rubriek familiearchieven waarin allerlei bedrijven genoemd zijn waar die families in zitten. Bij de landbouwarchieven zijn wat archieven genoemd, die in huisarchieven ge vonden zijn. Bij de handelsarchieven zijn een aantal verspreid aangetroffen koop- mansregisters genoemd. Ook bij de industrie zijn allerlei registers genoemd die ge vonden zijn of in rechterlijke archieven of zwervend bij één of andere archiefdienst zonder dat iemand wist waar ze vandaan kwamen. Waarschijnlijk kwamen ze uit rechterlijke archieven en ze zijn apart beschreven omdat ze niet in één of ander archief zaten en globaal beschreven konden worden. Het gevolg van het verschil per archiefdienst in beschrijving van dit soort archiefjes is dat in dit overzicht de zaak niet compleet is. Ook hier weer valt te overwegen of iemand zich aan de taak wil zetten om systematisch al dit soort verscholen archieven op te sporen. Ik geloof wel dat daar jaren werk in gaat zitten en ik zie dit nog niet direct als eerste werk, maar misschien bent U van een andere mening. [247]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 16