:iro,d ,e be8te-E-hii - -ï
u ZZZZT* ""V"kanten aan'u mag me s,rak!
"rrr T Aaltenbur8 en dat wij veel ouder zouden
de Populaire Daar zullen we ons nu niet mee bemoeien. Aan de achterkant staat
een verhaaltje over de tegelfabriek Westraven waar ik straks nog v fop
kom. Maar daarboven stond iets belangrijks, namelijk: de fabriek is door niL Zoor
ouders Ravesteijn opgericht, Dr. G. Aaltenburg, en aan de voorzijde weer met de
andere hand: Gebrs. Ravesteijn voortzetting van pannenfabriek Westraven van
rahamvan der Schilde van 1685, bestond al in 1661. Nu ben ik van huis uit toch
wd een nieuwsgierig mannetje. En ik dacht, dat vind ik nu toch wel gek Wat doe je
a e ergens vreemd bent en je hebt geen compagnons? In een klem bedri f
als het onze - we hebben een man of 30 aan 't werk - daar is u
spreker ook al zei, die gevaarlijke éne man maar aan 't hoofd Ik heb d^m^6
ZZZT**' 031 WaS Jhf' BraUW' Ik heb -eneer de BrZ
jn 1845. Ja, antwoordde hij, dat was zo'n gekke kerel Die is eens bii mii
geweest met een heel stelletje papieren en hij beweerde dat dat allemaal heel be
angnjke documenten waren maar hij wou er 150,- voor hebben. Nu zo achterlijk
i me geweest. Ik heb hem het bos ingestuurd. Ik zei toen tegen meneer de
auw, waar is dan dat bos waar U die man heengestuurd hebt, want ik zou hem
Ja nu moet ik eigenlijk iets onplezierigs zeggen. Of U het geloven wilt of niet maar
of bed T ra V6ert,g e" Had eigen'ijk "°g nooit van gemeentearchieven
of bedrijfsarchieven of rijksarchieven gehoord. Ja U kunt dat misschbn nTet be
klikt U maar eCh' 2°'" S,°m "U v«r U Dus
nebt u dat ook gehad, maar dit is toch echt de waarheid En ik heh in w f
archivaris „sb„i,e„s,a,„h,r. Da, is J g,makkISÏu
a«„ ze,: Neen, Aal,„burg zegt me helemaal „iets. Weslral u|,,raard
ik ken Westraven wel. Wie kent in Utrecht Westraven nu niet? Het if Z
Gaa^U 6en WeStravenstraat Het is een groot gebied. Maar weet U wat U doet?
U eens naar mijn medewerkers in de andere zaal en praat U daar eens. Mis-
[240]
schien dat die wat weten. Eén ding moet U me wél beloven: voor U naar huis gaat
moet U even langs komen.
Nou ik wil de medewerkers van meneer Van Campen helemaal niks tekortdoen,
maar het was vier uur en we waren nog niet heel veel verder gekomen. Ik heb
toen mijn jas maar aangetrokken en gedacht ik kom hier ook niet verder, maar ik
zal beleefd blijven en meneer Van Campen de hand schudden. Hij zei: Bent U
wat wijzer geworden? Nee, meneer Van Campen. Ik ben al wijs van mezelf kenne
lijk, want hier ben ik niet wijzer geworden. Maar het gekke is, zei mr. van Campen,
bij mij is er toch iets in 't achterhoofd dat er van voren niet uit wil komen maar hele
maal onbekend lijkt me die zaak toch niet. Hoe heet die firma van U toch eigenlijk
precies. Ik zeg: Nou ja wij heten officieel Faience- en Tegelfabriek Westraven v/h
Gebrs. Ravesteijn. Gebrs. Ravesteijn? zei hij. O maar dat is het dan. Ja dan weet ik 't.
Ja die meneer Aaltenburg; die ken ik niet, maar ja die man wou voor 150,die
spullen verkopen. Nu die heb ik voor 75,van hem gekocht. Als U dus dacht dat
de kooplieden alleen maar buiten de muren van het archief rondtrekken, dan vergist
U zich, want die zijn ook aan de binnenkant te vinden hoor! Ja dan is het verhaal
wel een beetje kort te maken. Hij beloofde mij dat, als ik over een paar dagen terug
zou komen, dan zijn medewerkers die map wel terug zouden hebben gevonden
en dat was ook zo. Ja sorry, ik weet niet waarom U lacht, maar ik voel nattigheid.
Maar in Utrecht is het gewoon zo dat, als je naar het archief gaat en je vraagt
wat en ze weten dat ze het hebben, nou dan krijg je het ook gewoon op tafel.
Het is geen punt. Nou ja, mogelijk is er voor U iets te leren maar daar be
moei ik me niet mee. In elk geval is het zo: daar lag een schitterend dossier en
dat ging zonder veel moeite terug tot het jaar 1800. Daarna vonden we aansluiting.
Maar dat hoef ik niet te vertellen. Het is voor U gewoon een bekende weg hoe je
stap na stap achteruit gaat en we zijn terecht gekomen bij de poortersacte van
Abraham Adriaanszoon van der Schilde, die oo 9 oktober 1661 poorter werd van
Utrecht voor 25,Ik zeg U dat er maar met nadruk bij, want als ik de heren
van het archief goed begrepen heb, dan kon je oo twee manieren burger van
Utrecht worden. Je kon 25,betalen of je kon een meisje van de stad trouwen.
Dat onze oprichter niet dat meisje van de stad trouwde, was niet een kwestie van
sluwe berekening. Hij was gewoon getrouwd, dus hij moest die 25,wel be
talen.
Nu zou ik me kunnen voorstellen dat U als archiefdeskundigen het toch een beetje
onaanvaardbaar vindt dat dat dunne draadje dat je 'toeval' moet noemen in feite be
palend is voor het al of niet kunnen reconstrueren van een historie van een bedrijf,
met een interessant stuk historie over meer dan driehonderd jaar.
Even onaanvaardbaar is naar mijn gevoelen voor U als wetenschappelijke mensen
het sluitende bedrijfsverhaaltje dat wordt opgesteld door oude en in elk geval oud
medewerkers die via hun duim en een beetje rondkijken gedurende een aantal jaren
in de fabriek een soort historie op papier zetten en er dan eigenlijk maar op los
fantaseren. Want hoe kwam nu gedurende tientallen jaren Westraven met een mooi
briefhoofd waarop stond: opgericht 1845? Dat was een gevolg van het feit dat wij
[241]