T m rf1 d6Ze t,,d dat mSpraak Z°nder 'nzicht leidt tot "'Opraak zonder
Uitzicht. Maar U zult begrijpen dat ik hier een klein beetje met angst in het hart
Reconstructie van de geschiedenis van
een bedrijf zonder bedrijfsarchief door
C. de Jong.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
Misschien dat ik hier vanmorgen enkelen van U een geheim openbaar. In de
kamer van de archivaris van Utrecht heb ik een houten bordje gezien met daarop
n tekst in de Engelse taal, die neerkomt op de verzuchting: Ach Lieve Heer leer
me mijn mond te houden wanneer ik moet praten over dingen waar ik geen'ver
stand van heb. De meneer die dat heeft uitgedacht was waarschijnlijk een voorloper
sta want ,k ben een leek temidden van een heleboel vakmensen op het gebied van
het archiefwezen. En dan moet ik ook nog praten over een archief dat niet eens
bestaan heeft.
Dat ik hier toch naartoe ben gekomen en achter dit spreekgestoelte heb plaats
genomen, is met een kwestie van grote dapperheid. Maar ik heb de moed daartoe
mso1 Ult1denbl]Zonder vriendelijke behandeling die ik heb ondervonden toen ik in
959 en 1960 in de Utrechtse archieven ben geweest om daar na te zoeken en uit
eindelijk te schrijven: de historie van mijn fabriek'.
U weet dat ik directeur ben van de tegelfabriek Westraven in Utrecht. Westraven is
tegenwoordig een wijk van Utrecht en vroeger was het een heerlijkheid, die buiten
de stadsmuren lag maar wel onder de jurisdictie van de stad viel. Op 9 oktober
1661 is daar een pannebakkerij gesticht door Abraham Adriaanszoon van der
childe, die uit Oudshoorn en Gnephoek kwam, waar hij al een pannebakkerij had.
ij egon pannen te maken, die dienden ter vervanging van de rieten daken die zo
brandbaar waren en waardoor in vele steden grote branden waren uitgebroken
ligt in de lijn van de productie, dat je daarna ook stenen gaat maken want dan
vervang je ook de houten huizen door minder brandbaar materiaal. Dat heeft dan
weer tot consequentie dat, als de bevolking niet zo rijk is dat ze schitterende gobe
lins aan de muur kan hangen en het behangselpapier ook nog niet is uitgevonden je
dan Oudhollandse tegels gaat maken. Op deze wijze zijn we dus min of meer aan
ons productieprogramma gekomen want ook heden ten dage, na drie eeuwen
maken we nog steeds Oudhollandse tegels met de hand.
Utrechdtei9°6nig' 1661 WeStraVen 1961' van pannen en estriken tot tegels en plastieken,
[238
Om nu tot de zaak zelf te komen toen ik zo'n jaar of zestien geleden mijn
functie bij Westraven aanvaardde, stond op het briefhoofd van mijn aanstelling:
Westraven opgericht 1845. Op zichzelf was dat een eerbiedwaardige leeftijd van
115 jaar en U zult zich kunnen voorstellen dat je niet meteen de neiging in je voelt
opkomen om daar nu eens duchtig aan te gaan sleutelen. Bovendien waarom zou ik
dat op dat moment hebben gedacht of gedaan. Er was een hele mooie sluitende
beschrijving van de historie van ons bedrijf. Het was een velletje papier van één
pagina en daar stond in dat we in 1845 waren opgericht en het klopte allemaal als
een bus. Zoals dat meer gaat als je ergens pas nieuw bent, je bent dan zoals ze dat
noemen die nieuwe bezem die schoon veegt. Dat is natuurlijk na een paar weken
of een paar maanden al achter de rug en je zit dan in je kantoor. In mijn kantoor
was een kleine ruimte die er ook bijhoorde en waar een paar oude kasten stonden.
Ik ging daar op een middag, toen ik, zonder dat iemand dat uiteraard wist, niet
zoveel te doen had, eens in neuzen en ik vond twee dingen, die ik vandaag voor U
heb meegebracht. Op deze twee dingen is eigenlijk de hele historie van meer dan
300 jaar Westraven gebouwd. Dat was een stuk papier van een kwaliteit en een
uitvoering zoals ik die nog nooit had gezien en daar stond boven Anno 1772 gevolgd
door een rijmpje: Den zesden dag van Lentemaand is door Cornelius van Sorgen
den eersten steen (schoon nu verborgenhier gelegd. Dat was een steen voor een
oven. Ik had wel enig idee dat het iets te maken had met het bedrijf, althans met
de bedrijfstak, maar 1772 zei me natuurlijk helemaal niets, want wij waren in 1845
opgericht. En Cornelius van Sorgen zei me ook niets, eerlijk gezegd.
Wat met meteen wèl opviel (en dat was natuurlijk omdat ik een beetje in de bouw
zit), dat was dat die eerste steen verborgen was. U zult misschien weten dat de eerste
stenen die U overal ziet een klein beetje tot meerdere glorie van de legger zijn ge
plaatst en misschien niet zozeer tot glorie van het bedrijf. Wij maken namelijk op
dit moment nog heel veel gedenkstenen. Dat komt eigenlijk, omdat we makers zijn
van grafplaten voor de lijkverbranding. Dat zeg ik de mensen nu maar nooit,
want dan willen ze bij mij nooit meer kopen. Maar goed, we maken eerste stenen
en dat zijn altijd vrij grote dingen en die worden dan ook altijd op zekere hoogte
van de grond geplaatst. Dan is het ook helemaal geen eerste steen meer, want ze
hebben er meestal al 500 of 600 gelegd. Maar goed. De eerste steen nü is een hele
andere dan toen en ik durf te zeggen dat dat hele rijmpje nooit op een steen heeft
gestaan. Want het eind van het gedicht is, dat diezelfde Cornelius van Sorgen
op de vijfde dag van Bloeimaand het vuur in de oven heeft aangestoken
Je kunt natuurlijk nooit op 3 maart zeggen dat je op 5 mei een oven klaar hebt.
Men heeft dus dit rijmpje op de één of andere manier als oorkonde gemaakt en
die lag bij mij in de kast tussen een hele hoop oude rommel. Ik vond het wel lollig.
Ik heb het in ieder geval niet tussen die rommel laten zitten, want ik was van plan
die kasten op te laten ruimen.
En toen kwam ik een tweede papier tegen. En nu is het wonderlijk. Dit is redelijk
netjes en het is uit 1772 en wat ik U nu ga laten zien ziet er niet zo netjes uit en
misschien zegt U in stilte wel de muizen hebben eraan gevreten en dat is nog waar
ook. Dat is de Wereldkroniek uit 1907, 25 mei. Aan de voorkant staat Alphonso
[239