Inleiding Dit artikel was oorspronkelijk bedoeld om deel uit te maken van de vernieuwde uitgave van de handleiding voor het samenstellen en beheren van topografische atlassen, uitgegeven door de Vereniging 'De Topografisch-historische atlas', die onder de titel 'Het beheer van topografische atlassen' in de jaargang 1974 van het Nederlands Archievenblad is verschenen. De bedoeling met deze handleiding is hen die werkzaam zijn in een topografisch-historische atlas eenvoudige richtlijnen te geven betreffende de wijze waarop een atlas beheerd zou moeten worden. Voot een diepgaander behandeling van de daarmee samenhangende vragen wordt ver wezen naar de bestaande literatuur. Dit laatste nu bleek voor de onderwerpen beschrijving en catalogisering nauwelijks mogelijk, omdat hierover vrij weinig geschreven is. Wat er over is gepubliceerd is dan vaak nog gezien vanuit het gezichtspunt van de bibliothecaris, die in 't algemeen voor andere vragen komt te staan dan de atlasbeheerder. Om te voorkomen dat de hoofdstukken over beschijving en catalogisering in ver houding tot de andere hoofdstukken teveel plaats zouden innemen in deze hand leiding, is besloten tot afzonderlijke publicatie van twee artikelen, waarin uitvoeri ger op de betreffende materie wordt ingegaan. Het aan de beschrijving gewijde volgt hierna; het tweede, dat de catalogisering behandelt, verschijnt in de volgende aflevering van het Nederlands Archievenblad. Geprobeerd is zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande praktijk in topogra fisch-historische atlassen, archieven, bibliotheken en documentatieinstituten op het gebied van de topografie, kartografie, historie, iconografie, film e.d. A. Het begrip beschrijving wordt in verschillende betekenissen gebruikt. Men kan hieronder verstaan: 1. Een weergave in woorden van wat op de afbeelding1 te zien is, daarbij inbe grepen wat er aan tekst op gedrukt staat als titel, onderschriften, schaal (bij kaarten) enz. We kunnen dit de beschrijving in engere zin noemen; deze wordt bedoeld bij het hoofdje 'beschrijving' op een catalogusfiche. 2. Een iets ruimere inhoud heeft het begrip beschrijving als men het hierboven genoemde uitbreidt met gegevens omtrent auteurs, druk of uitgave, met het impressum (uitgever/drukker, plaats en jaar van uitgave)2, de collatie (afmetin gen, aantal bladen, techniek en materiaal) en enkele andere objectieve gegevens (de annotatie, zie hieronder B-15). 1 Onder afbeelding wordt hier verstaan een tekening, prent, kaart, gedrukte voorstel ling, film, kortom; alles wat deel uitmaakt van de topografisch-historische verzameling. Vgl. hoofdstuk II van 'Het beheer van de topografisch-historische atlas'. Ned. Archieven blad, 78e jg., 1974. 2 Zie 'Regels voor de titelbeschrijving', vastgesteld door de Rijkscommissie van advies inzake het bibliotheekwezen, 8e verm. druk, Leiden 1962, de paragrafen 111 t/m 113 over impressum, collatie en annotatie bij de beschrijving van kaarten. [132] 3. De onder 2 genoemde beschrijving is nog uit te breiden met gegevens als de materiële toestand van het beschreven exemplaar, de aanwezigheid van meer dere exemplaren, reproducties, negatieven enz., de herkomst, wijze en datum van verwerving, catalogusnummer, plaats van opberging, verband met een be paald archief e.d.s (zie hieronder B-16 en 17). De onder 2 genoemde beschrijving somt de kenmerken op, die alle exemplaren van een afbeelding gemeen hebben. Eventueel kan deze beschrijving worden over genomen uit een algemeen gebruikte catalogus4, b.v. voor historieafbeeldingen: F. Muller, 'De Nederlandsche geschiedenis in platen', 8 delen, Amsterdam 1863-'82, voor portretten: F. Muller, 'Beredeneerde catalogus van Nederlandsche portretten', Amsterdam, 1853 en J. F. van Someren, 'Beschrijvende catalogus van gegraveerde portretten van Nederlanders', 3 delen, Amsterdam 1888-'91 voor atlaskaarten: C. Koeman, 'Atlantes Neerlandici', 5 delen, Amsterdam 1967-'71, voor topografie en historie van een bepaalde plaats: A. E. d'Ailly, 'Catalogus van Amsterdamsche plattegronden', Amsterdam 1934, A. E. d'Ailly, 'Repertorium van de profielen der stad Amsterdam en van de plattegronden der schutterswijken', Amsterdam 1953 en 'Roterdamum Illustratum' (door J. H. Scheffer), 4 delen, Rotterdam 1868-'80. voor werken van bepaalde kunstenaars: H. Romers, 'J. de Beijer; oeuvre-catalogus', 's-Gravenhage 1969 en J. Landwehr, 'Romeyn de Hooghe the etcher Leiden 1973. Voor kaarten zal in de toekomst gebruik gemaakt kunnen worden van de beschrij vingen der C.C.K. (Centrale Catalogus Kartografie, gevestigd te Utrecht).6 Het onder punt 3 aan de beschrijving toegevoegde betreft de individuele kenmerken van het in een verzameling berustend exemplaar van een afbeelding. Om twee afbeeldingen, in verschillende catalogi beschreven, als identiek te kunnen herkennen, of om een afbeelding als een variant, een kopie of een reproduktie van een andere afbeelding te kunnen identificeren, is het van groot belang dat vooral de onder punt 2 opgesomde elementen van de beschrijving zo exact mogelijk en liefst op uniforme wijze worden genoteerd. Ook als de beschrijving op een compu- 3 Ook deze gegevens vallen onder het begrip 'annotatie'. 4 Het is gebruikelijk bij de annotatie aan te duiden of de beschreven afbeelding in een dergelijke 'standaardcatalogus' voorkomt en onder welk nummer. Eventueel kan geno teerd worden 'niet bij Muller', 'niet bij Koeman' enz. 5 Zie E. H. van de Waal, 'Over titelbeschrijven van kaarten' in Open, 4e jaargang, december 1972 en E. H. van de Waal, 'De Centrale Catalogus Kartografie (C.C.K.)' in Ned. Archievenblad. 78e jaargang, 1974. [133]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 7